Tandbederf door inwerking zuren en tandplaque
Tandplaque bevat bacteriën die tandbederf (cariës) en ontsteking van het tandvlees en steunweefsels (gingivitis) kunnen veroorzaken. Tandbederf is een aantasting van tanden en kiezen door inwerking van zuren in de tandplaque. Slijm vormt met voedselresten tandplaque. Daarin zitten de bacteriën die suikers en zetmeel (koolhydraten) uit het voedsel in zuren omzetten. Wanneer de zuurgraad (pH) in de tandplaque onder een kritische waarde komt, lost tandmateriaal op. De mineralen in de buitenste glazuurlaag lossen op bij een zuurgraad van 5,5 (Ivoren Kruis 2014Ivoren Kruis, Eten, drinken en een gezond gebit. Folder, Naarden (2014); Schuller et al. 2013Schuller, A. A., Poorterman, J. H. G., Verrips, G. H. W., van Kempen, I., Kies voor Tanden, Leiden (2013)).
Gebitsslijtage door directe inwerking van zuren
Bij veelvuldige consumptie van frisdranken en voedingsmiddelen met een lage zuurgraad, maar ook door veelvuldig overgeven (zoals bij een eetstoornis) of vanwege reflux van de maaginhoud, kunnen zuren zonder tussenkomst van bacteriën direct inwerken op het gebit en het tandglazuur aantasten (Ivoren Kruis 2016Ivoren Kruis, Advies Erosieve gebitsslijtage. Praktische adviezen voor behandelaars van patiënten met erosieve gebitsslijtage, Naarden (2016)).
Gaatjes en vlekken zijn zichtbare gevolgen van tandbederf
De zichtbare gevolgen van tandbederf zijn gaatjes en witte of bruine vlekken in het tandglazuur, de zogenaamde cariëslaesies. Bij voortschrijdende aanvreting van het tandglazuur wordt ook het tandbeen (dentine) en het tandmerg (pulpa) aangetast. Bij gevorderd tandbederf kan behandeling in de vorm van vulling (restauratie) uitkomst bieden. Indien tandbederf echter te ver gevorderd is, kan het noodzakelijk zijn de tanden of kiezen te trekken (extractie).
- G.J.M.G. van der Heijden (ACTA)
- W. Limburg, red. (RIVM)