Perinatale sterfte naar herkomst 2014-2016

Sla de grafiek Perinatale sterfte naar herkomst 2014-2016 over en ga naar de datatabel

Bron: CBS/Perined via CBS StatLine, 2020

  • Doodgeborenen vanaf 22 weken per 1.000 levend- en doodgeborenen.
  • Neonatale sterfte Aantal overledenen in de eerste vier levensweken. Als afzonderlijke maat, wordt deze sterftemaat uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen. Wanneer neonatale sterfte als onderdeel van perinatale sterfte wordt weergegeven, wordt deze uitgedrukt per 1.000 levend- en… (Aantal overledenen in de eerste vier levensweken. Als afzonderlijke maat, wordt deze sterftemaat uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen. Wanneer neonatale sterfte als onderdeel van perinatale sterfte wordt weergegeven, wordt deze uitgedrukt per 1.000 levend- en…) in eerste 28 dagen per 1.000 levend- en doodgeborenen.
  • De perinatale sterfte Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. (Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen.) is de som van doodgeboorte en neonatale sterfte Aantal overledenen in de eerste vier levensweken. Als afzonderlijke maat, wordt deze sterftemaat uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen. Wanneer neonatale sterfte als onderdeel van perinatale sterfte wordt weergegeven, wordt deze uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. (Aantal overledenen in de eerste vier levensweken. Als afzonderlijke maat, wordt deze sterftemaat uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen. Wanneer neonatale sterfte als onderdeel van perinatale sterfte wordt weergegeven, wordt deze uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen.).
  • Omdat het in een aantal groepen om kleine aantallen gaat, is het gemiddelde cijfer voor 2014, 2015 en 2016 gepresenteerd. Desondanks valt niet uit te sluiten dat de cijfers aan toevalsfluctuaties onderhevig zijn. 
  • Cijfers voor 2016 zijn voorlopige cijfers.

Hogere perinatale sterfte onder baby’s met niet-westerse migratieachtergrond

Sterfte rond de geboorte komt relatief vaker voor bij pasgeborenen met een niet-westerse migratieachtergrond dan bij pasgeborenen met een Nederlandse afkomst. De sterfte is het hoogst bij kinderen met ouders uit het Caribisch deel van het Koninkrijk De landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de 3 openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. (De landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de 3 openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.) en bij kinderen van overig niet-westerse afkomst (Azië, Afrika, waaronder asielzoekers en statushouders). De perinatale sterfte Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. (Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen.) bij kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond ligt bijna 40% hoger dan het landelijk gemiddelde (een verschil van ongeveer 2,8 per 1.000 over de periode 2014-2016) (CBS/Perined via CBS StatLine, 2020). De verschillen in perinatale sterfte worden vooral veroorzaakt door verschillen in doodgeboorten. Ook uit verschillende onderzoeken komt al enige tijd naar voren dat baby's van vrouwen in Nederland met een niet-westerse herkomst een verhoogd risico op perinatale sterfte hebben (Ravelli et al. 2020Ravelli, AC. J., Eskes, M, van der Post, JA. M., Abu-Hanna, A, de Groot, CJ. M., Decreasing trend in preterm birth and perinatal mortality, do disparities also decline? (2020)Ravelli et al. 2011Ravelli, A. C. J., Tromp, M., Eskes, M., Droog, J. C., van der Post, J. A. M., Jager, K. J., Mol, B. W., Reitsma, JB., Ethnic differences in stillbirth and early neonatal mortality in The Netherlands (2011)Troe et al. 2006Troe, EJ.W.M., Bos, V, Deerenberg, I. M., Mackenbach, J. P., Joung, I. M. A., Ethnic differences in total and cause-specific infant mortality in The Netherlands. (2006)).

Hogere sterftekans bij niet-westerse migratieachtergrond is geassocieerd met vroeggeboorte

De verschillen zijn niet volledig te verklaren door risicofactoren waarvan bekend is dat ze vaker voorkomen onder de groepen met een migratieachtergrond, zoals lage sociaaleconomische status (ses), tienerzwangerschappen of het wonen in de grote steden (Ravelli et al. 2011Ravelli, A. C. J., Tromp, M., Eskes, M., Droog, J. C., van der Post, J. A. M., Jager, K. J., Mol, B. W., Reitsma, JB., Ethnic differences in stillbirth and early neonatal mortality in The Netherlands (2011)). Wel lijkt de hogere sterftekans bij de niet-westerse vrouwen relatief sterk geassocieerd met vroeggeboorte. De perinatale sterfte in de totale groep ‘niet-westerse’ vrouwen is namelijk bij een à terme geboorte 30% hoger dan gemiddeld en bij een zwangerschapsduur van 32-37 weken meer dan 50% hoger dan gemiddeld (RIVM 2020RIVM, Beter weten: een beter begin Samen sneller naar een betere zorg rond de zwangerschap. RIVM Briefrapport 2020-0140, Bilthoven (2020)).

Meer informatie


Zuigelingensterfte naar herkomst 2012-2016

Sla de grafiek Zuigelingensterfte naar herkomst 2012-2016 over en ga naar de datatabel

Bron: CBS/Perined via CBS StatLine, 2020

  • Omdat het in een aantal groepen om kleine aantallen gaat, is het gemiddelde cijfer voor 2012-2016 gepresenteerd. Desondanks valt niet uit te sluiten dat de percentages aan toevalsfluctuaties onderhevig zijn. 
  • Cijfers voor 2016 zijn voorlopige cijfers.

Hogere zuigelingensterfte onder niet-westerse baby’s

De zuigelingensterfte Aantal overledenen in het eerste levensjaar ongeacht zwangerschapsduur. Deze sterftemaat wordt uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen (Aantal overledenen in het eerste levensjaar ongeacht zwangerschapsduur. Deze sterftemaat wordt uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen) (sterfte in het eerste levensjaar) is hoger onder baby's met een niet-westerse migratieachtergrond. Zo is de zuigelingensterfte onder baby’s van ouders afkomstig uit het Caribisch deel van het Koninkrijk De landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de 3 openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. (De landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de 3 openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.) of met een Surinaamse of overig niet-westerse migratieachtergrond bijna twee keer zo hoog als onder baby’s van ouders met een Nederlandse afkomst (een verschil van 2,8 per 1.000 over de periode 2012-2016). Ook onder baby's van ouders met een Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond is de zuigelingensterfte hoger (zie figuur; CBS/Perined via CBS StatLine, 2020). Sociaal-economische verschillen (zoals verschillen in opleiding en inkomen) verklaren deels de verschillen in zuigelingensterfte naar migratieachtergrond (Troe et al. 2006Troe, EJ.W.M., Bos, V, Deerenberg, I. M., Mackenbach, J. P., Joung, I. M. A., Ethnic differences in total and cause-specific infant mortality in The Netherlands. (2006)).


  • A.J.M. Waelput (Erasmus MC)
  • P.W. Achterberg (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • M. Harbers, red. (RIVM)