Integrale aanpak bij preventie van problematisch alcoholgebruik

Preventie van problematisch alcoholgebruik vindt plaats door een integrale aanpak, waarbij verschillende typen interventies in samenhang worden ingezet. Het belang van een integrale aanpak bij preventie van problematisch alcoholgebruik wordt onderstreept in het Nationaal Preventieakkoord. Maatregelen en interventies kunnen zowel landelijk als lokaal geïnitieerd worden.

Op Volksgezondheidenzorg.info hanteren we de indeling van typen interventies gebaseerd op de vier pijlers voor een integrale aanpak uit de Handreiking Gezonde Gemeente:

  • Maatregelen gericht op de fysieke of sociale omgeving. Voorbeelden hiervan zijn maatregelen gericht op het beïnvloeden van sociale normen, het beperken van reclame en beperken van beschikbaarheid van alcohol. Ook gaat het hier om het creëren van een alcoholvrije omgeving, zoals een school of sportvereniging. In het Preventieakkoord worden een gezonde school- en sportomgeving expliciet benoemd en zijn doelen en acties geformuleerd over bijvoorbeeld expliciet alcoholbeleid en naleving van leeftijdsgrens voor het schenken van alcohol in school- of sportkantine.
  • Regelgeving en handhaving. Hierbij gaat het om landelijke en lokale regels, wetgeving en handhavingsbeleid. In de Drank- en Horecawet is onder andere het vergunningenstelsel en de leeftijdsgrens van 18 jaar voor de verkoop van alcohol opgenomen. Daarnaast zijn er regels over openbaar dronkenschap, verstrekken van alcohol aan dronken personen, rijden onder invloed en alcoholreclame. Voor alcoholreclame geldt in Nederland, anders dan in de meeste andere lidstaten van de Europese Unie, geen wetgeving maar zelfregulering. Bij zelfregulering leggen alcoholproducenten zelf in codes vast wat volgens hen good practices zijn met betrekking tot alcoholreclame en zijn zij zelf verantwoordelijk voor de naleving van deze codes. In de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (de zogenaamde Alcoholcode) zijn op basis van zelfregulering afspraken gemaakt over verantwoorde alcoholmarketing. In het Preventieakkoord is afgesproken dat er een onafhankelijke evaluatie plaatsvindt van de Alcoholcode.
  • Voorlichting en educatie). Hierbij gaat het om het vergroten van kennis en bewustwording van de risico's van alcoholgebruik. Voorlichting en educatie is niet alleen gericht op de gebruikers van alcohol, maar ook op bijvoorbeeld ouders, scholen, zorgprofessionals en horecaondernemers. Voorbeelden zijn publiekscampagnes zoals NIX18 en Ikpas/40 dagen geen druppel, schoolprogramma’s zoals Helder op school en e-learnings en trainingen voor zorgprofessionals of alcoholverstrekkers.
  • Signalering, advies en ondersteuning. Hierbij gaat het om het vroegtijdig signaleren van problematisch alcoholgebruik en het ondersteunen van probleemdrinkers. Doelen zijn het voorkomen van alcoholverslaving, gezondheidsproblemen en schade aan de omgeving, en het stimuleren van matig drinken of stoppen met drinken. In 2019 wordt gestart met de oprichting van een platform vroegsignalering om te zorgen voor agendasetting, verspreiding van opgedane kennis en implementatie van screening en kortdurende interventies. Daarnaast biedt het platform ondersteuning aan partijen om hun rol in vroegsignalering optimaal in te vullen.

Verschillende maatregelen mogelijk om mensen minder alcohol te laten drinken

Er zijn verschillende maatregelen mogelijk om mensen minder alcohol te laten drinken, zoals:

Zulke maatregelen kunnen de samenleving forse besparingen opleveren en hebben daarmee netto een positief effect op de Nederlandse samenleving. Voorbeelden van die positieve effecten zijn minder sterfte en betere kwaliteit van leven doordat ziekten die met alcoholgebruik samenhangen worden voorkomen, een hogere arbeidsproductiviteit, minder verkeersongevallen en minder inzet van politie en justitie.

Op lange termijn levert accijnsverhoging van 50% tussen 14 en 20 miljard euro op

Een zogeheten maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse)) is een hulpmiddel om de welvaartseffecten van maatregelen in kaart te brengen en kan beleidsmakers ondersteunen bij hun beslissingen over toekomstig overheidsbeleid. Een MKBA waarin de genoemde beleidsmaatregelen zijn doorgerekend levert de volgende conclusies op:


Alcoholproblematiek vaker een neven- dan hoofddiagnose 

Ziekenhuisopnamen waarbij alcoholproblemen een rol spelen, betreffen vooral klinische opnamen Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. ). Dit zijn ziekenhuisopnamen waarbij iemand één of meerdere dagen wordt opgenomen op een verpleegafdeling. Daarbij is alcoholproblematiek vaker een nevendiagnose dan een hoofddiagnose.
Van alle ziekenhuisopnamen waarbij alcoholproblematiek meespeelt (als hoofd- of nevendiagnose), gaat het bij 71% van de opnamen om mannen en bij 29% om vrouwen. Deze verdeling tussen mannen en vrouwen is vergelijkbaar bij de verschillende soorten opnamen. Ziekenhuisopnamen gerelateerd aan alcoholgebruik komen vaker voor bij ouderen dan bij jongeren. Van het totaal aantal opnamen is 59% toe te schrijven aan 55-plussers: 24% aan 55- tot en met 64-jarigen en 35% aan 65-plussers (CBS-Statline, 2020). 

Tabel: Ziekenhuisopnamen gerelateerd aan alcoholgebruik 2018

Aantal opnamen

Hoofddiagnose

Nevendiagnose

Totaal

Klinische opnamen Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. )

3.805

18.170

21.970

Dagopnamen

560

860

1.420

Observaties

1.405

2.385

3.790

Totaal 

5.770

21.415

27.185

Landelijke Basisregistratie ZiekenhuiszorgCBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)

  • Aantallen zijn afgerond op vijftallen waardoor totalen kunnen afwijken van de som van opnamen
  • Er is niet gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen
  • ICD-10 codes:  F10, T51.0, T51.1, G31.2, G62.1, I42.6, K29.2, K70.0-K70.9, K86.0, Q86.0
  • Achterliggende cijfers op CBS-Statline

Trend in ziekenhuisopnamen voor alcoholproblemen

Sla de grafiek Trend klinische ziekenhuisopnamen gerelateerd aan alcoholgebruik 2015-2018 over en ga naar de datatabel

Bron: Landelijke Basisregistratie ZiekenhuiszorgCBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)

  • Aantallen zijn afgerond op vijftallen waardoor totalen kunnen afwijken van de som van hoofd- en nevendiagnoses
  • Er is niet gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen
  • ICD-10 codes:  F10, T51.0, T51.1, G31.2, G62.1, I42.6, K29.2, K70.0-K70.9, K86.0, Q86.0
  • Achterliggende cijfers op CBS-Statline

Lichte daling klinische opnamen met alcoholprobleem als hoofddiagnose

Het aantal klinische opnamen Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. ) in het ziekenhuis waarbij een probleem met alcohol als hoofddiagnose werd gesteld, daalde tussen 2015 en 2018 licht. Het aantal klinische opnamen met alcoholproblematiek als nevendiagnose steeg juist licht. Het totaal aantal klinische opnamen waarbij alcoholproblematiek een rol speelt blijft daarmee redelijk constant tussen 2015 en 2018.
In 2018 betrof 4,3% van de alcoholgerelateerde klinische opnamen (hoofd- of nevendiagnose) jongeren onder de 20 jaar. In de jaren 2015-2017 waren deze percentages respectievelijk 4,3%, 3,2% en 2,7% (CBS-Statline, 2020). Het aandeel opnamen bij jongeren lijkt dus licht af te nemen.


  • M.C.M. Busch (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • G.A. de Wit (RIVM)
  • E.M. Zantinge, red. (RIVM)