Sterkte van het verband tussen determinant en ziekte: relatief risico
Het verband tussen afzonderlijke determinanten en een ziekte is niet altijd even sterk. Het relatieve risico (RR (Relatief risico. De verhouding (quotiënt) van het risico op een aandoening bij aanwezigheid van een risicofactor ten opzichte van personen zonder deze factor.)) geeft de sterkte van het verband tussen een determinant en een ziekte weer. Het relatieve risico is de verhouding tussen het risico op een aandoening bij aanwezigheid van een risicofactor ten opzichte van het risico op dezelfde aandoening in afwezigheid van die risicofactor. Determinanten kunnen elkaars effecten versterken of verzwakken. Het gecombineerde effect van determinanten is dan groter of kleiner dan de som van de effecten van de afzonderlijke determinanten.
Naast de sterkte van een verband tussen determinanten en ziekten, leiden een hoger niveau en een langere duur van blootstelling aan de determinant tot een hoger risico. Daarom zullen de gezondheidseffecten vaak pas op langere termijn zichtbaar worden.
Populatie attributief risico
Het populatie attributief risico (PAR (Populatie attributief risico. Maat voor de hoeveelheid gezondheidsverlies in een populatie die is toe te schrijven aan een risicofactor: het percentage van het gezondheidsprobleem in de totale populatie dat kan worden voorkomen door volledige uitschakeling van de risicofactor. Het is hiermee een…)) geeft het percentage van een gezondheidsprobleem in de totale populatie dat kan worden voorkomen door volledige uitschakeling van de risicofactor. Uitgangspunt is dat de hoeveelheid gezondheidsverlies in een populatie die is toe te schrijven aan een determinant niet alleen afhangt van de sterkte van het verband (RR), maar ook van de frequentie waarmee de determinant in de populatie voorkomt. Risicofactoren met een hoog relatief risico (RR) kunnen op populatieniveau toch weinig gezondheidsverlies met zich meebrengen als weinig mensen aan de risicofactor zijn blootgesteld (laag PAR). Andersom kunnen risicofactoren met een laag RR toch veel gezondheidsverlies geven als veel mensen aan deze risicofactor zijn blootgesteld (hoog PAR). Met het PAR is een schatting te maken van de theoretisch te behalen gezondheidswinst in een populatie. Dit kan beleidsmakers helpen bij het plannen van volksgezondheidsinterventies.
Ongunstige determinanten dragen bij aan ziektelast
De bijdrage van een determinant aan de totale ziektelast (De ziektelast wordt uitgedrukt in Disability Adjusted Life Years (DALY) en is opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte), en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten).) is een maat voor het belang van een determinant voor onze gezondheid. Ziektelast is een maat voor de hoeveelheid gezondheidsverlies in een populatie, waarin zowel verloren levensjaren als verlies aan kwaliteit van leven wordt meegenomen. Bij de schatting van de bijdrage van een determinant aan de ziektelast wordt uitgegaan van de prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van de determinant in de populatie, de kans op het optreden van ziekte gegeven de determinant, de ernst van de ziekte (wegingsfactor) en de sterftekans. Zie ook: Bijdrage van verschillende risicofactoren aan de ziektelast.
- M.M. Harbers (RIVM)
- E.M. Zantinge (RIVM)
- A.M. van Bakel (RIVM)