Jaarprevalentie hartfalen 2021

Sla de grafiek Jaarprevalentie hartfalen in huisartsenpraktijk 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code K77

241.300 personen met hartfalen

In 2021 waren er naar schatting 241.300 mensen bij wie de huisarts hartfalen Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart. (Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart.) heeft vastgesteld: 116.300 mannen en 125.000 vrouwen (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)). Dit komt overeen met 13,3 per 1.000 mannen en 14,2 per 1.000 vrouwen.  In de meeste leeftijdsklassen zijn er relatief meer mannen met hartfalen dan vrouwen. Echter, omdat er veel meer oudere vrouwen zijn, waren er totaal in 2021 meer vrouwen met hartfalen dan mannen. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2021 bekend waren bij de huisarts voor hartfalen. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2021 contact te hebben gehad met de huisarts voor hartfalen. De prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van hartfalen neemt toe met de leeftijd. 


Nieuwe gevallen hartfalen 2021

Sla de grafiek Nieuwe gevallen hartfalen in huisartsenpraktijk 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code K77

Ruim 37.700 nieuwe gevallen van hartfalen in 2021

In 2021 waren er 37.700 nieuwe gevallen van hartfalen Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart. (Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart.). In de meeste leeftijdsklassen zijn er relatief meer nieuwe gevallen van hartfalen bij mannen dan bij vrouwen. Echter, omdat er veel meer oudere vrouwen zijn, waren er in 2021 uitgedrukt in absolute aantallen meer nieuwe gevallen van hartfalen bij vrouwen (19.600; 2,2 per 1.000 vrouwen) dan bij mannen (18.100; 2,1 per 1.000 mannen).


Trend nieuwe gevallen hartfalen

Sla de grafiek Nieuwe gevallen hartfalen in huisartsenpraktijk 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code K77
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Trend jaarprevalentie hartfalen

Sla de grafiek Jaarprevalentie hartfalen in huisartsenpraktijk 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code K77
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Aantal nieuwe diagnoses hartfalen afgenomen

Het aantal door de huisarts nieuw gediagnosticeerde gevallen van hartfalen Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart. (Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart.) is in de periode 2011-2021 afgenomen, voor zowel mannen als vrouwen. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).
Ook het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal nieuw gediagnosticeerde gevallen van hartfalen is afgenomen. Voor mannen nam dit aantal af van 19.700 in 2011 naar 18.100 in 2021. Voor vrouwen is dit aantal afgenomen van 25.900 in 2011 naar 19.600 in 2021 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).

Prevalentie hartfalen afgenomen

In de periode 2011-2021 is het aantal mensen met hartfalen dat bekend was bij de huisarts (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)) afgenomen, bij zowel mannen als vrouwen. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal mensen met hartfalen dat bekend was bij de huisarts is voor mannen juist toegenomen van 97.900 in 2011 naar 116.300 in 2021. Voor vrouwen is dit aantal afgenomen van 128.200 in 2011 naar 125.000 in 2021 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).


  • J.W. Vanhommerig (NIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))
  • M.J.J.C. Poos (RIVM)
  • P.M. Engelfriet (RIVM)
  • F.H. Rutten (Julius Centrum)
  • A.M. Gommer (RIVM)
  • C. Hendriks, red. (RIVM)