Opleidingsniveau 2023

Sla de grafiek Opleidingsniveau 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquête beroepsbevolking (EBB), CBS

  • Laag onderwijs: basisonderwijs, vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo Hoger algemeen voortgezet onderwijs (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) en entreeopleiding, voormalige assistentenopleiding (mbo1)
  • Middelbaar onderwijs: bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo2), vakopleiding (mbo3), middenkader- en specialistenopleidingen (mbo4)
  • Hoog onderwijs: hbo Hoger beroepsonderwijs (Hoger beroepsonderwijs)wo Wetenschappelijk Onderwijs (Wetenschappelijk Onderwijs)
  • Achterliggende cijfers op CBS-StatLine

Ruim een derde van de bevolking hoogopgeleid

In 2023 was 38% van de 25-plussers hoogopgeleid. Het percentage mensen met een middelbaar opleidingsniveau was 35%, en 26% was laagopgeleid. Onder mannen was het percentage laagopgeleiden lager dan onder vrouwen (25 tegenover 27%). Het percentage middelbaar- en hoogopgeleiden was onder mannen juist hoger dan onder vrouwen.

Opleidingsniveau zal naar verwachting verder stijgen

De verwachting is dat het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking de komende decennia verder zal stijgen (Bijl et al. 2017Bijl, R., Boelhouwer, J., Wennekers, A., De sociale staat van Nederland 2017, Den Haag (2017)). Hiermee zal ook de samenstelling van de groep laagopgeleiden waarschijnlijk verder veranderen, wat mogelijk kan leiden tot een concentratie van risicofactoren voor een minder goede gezondheid in deze groep. Dus hoewel de omvang van de groep lager opgeleiden afneemt, zouden de gezondheidsproblemen weleens kunnen verergeren (Broeders et al. 2018Broeders, D. W. J., Das, H. D., Jennissen, R. P. W., Tiemeijer, W. L., de Visser, M., Van verschil naar potentieel: een realistisch perspectief op de sociaaleconomische gezondheidsverschillen, Den Haag (2018)). Aan de andere kant kan de stijging van opleidingsniveau tot gevolg hebben dat de groep hoger opgeleiden heterogener wordt met betrekking tot risicofactoren voor gezondheid. Al met al is het onduidelijk wat de gevolgen van de stijging van opleidingsniveau in de Nederlandse bevolking zullen zijn voor gezondheidsverschillen tussen laag- en hoogopgeleiden (VTV2018: gezondheidsverschillen). De beschikbare literatuur hierover is met name gebaseerd op data verzameld in de Verenigde Staten en in veel mindere mate op data verkregen in landen met een uitgebreider sociaal vangnet (Leopold & Leopold 2018Leopold, L, Leopold, T, Education and Health across Lives and Cohorts: A Study of Cumulative (Dis)advantage and Its Rising Importance in Germany. (2018)).


Totaal

Sla de grafiek Opleidingsniveau naar leeftijd 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquête beroepsbevolking (EBB), CBS

  • Laag onderwijs: basisonderwijs, vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo Hoger algemeen voortgezet onderwijs (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) en entreeopleiding, voormalige assistentenopleiding (mbo1)
  • Middelbaar onderwijs: bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo2), vakopleiding (mbo3), middenkader- en specialistenopleidingen (mbo4)
  • Hoog onderwijs: hbo Hoger beroepsonderwijs (Hoger beroepsonderwijs)wo Wetenschappelijk Onderwijs (Wetenschappelijk Onderwijs)
  • Achterliggende cijfers op CBS-StatLine

Mannen

Sla de grafiek Opleidingsniveau mannen naar leeftijd 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquête beroepsbevolking (EBB), CBS

  • Laag onderwijs: basisonderwijs, vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo Hoger algemeen voortgezet onderwijs (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) en entreeopleiding, voormalige assistentenopleiding (mbo1)
  • Middelbaar onderwijs: bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo2), vakopleiding (mbo3), middenkader- en specialistenopleidingen (mbo4)
  • Hoog onderwijs: hbo Hoger beroepsonderwijs (Hoger beroepsonderwijs)wo Wetenschappelijk Onderwijs (Wetenschappelijk Onderwijs)
  • Achterliggende cijfers op CBS-StatLine

Vrouwen

Sla de grafiek Opleidingsniveau vrouwen naar leeftijd 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquête beroepsbevolking (EBB), CBS

  • Laag onderwijs: basisonderwijs, vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo Hoger algemeen voortgezet onderwijs (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) en entreeopleiding, voormalige assistentenopleiding (mbo1)
  • Middelbaar onderwijs: bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo2), vakopleiding (mbo3), middenkader- en specialistenopleidingen (mbo4)
  • Hoog onderwijs: hbo Hoger beroepsonderwijs (Hoger beroepsonderwijs)wo Wetenschappelijk Onderwijs (Wetenschappelijk Onderwijs)
  • Achterliggende cijfers op CBS-StatLine

Jonge mensen hoger opgeleid dan ouderen

Onder jonge mensen is het percentage hoogopgeleiden in 2023 hoger dan onder ouderen. Meer dan de helft van de 25 tot en met 44-jarigen (52%) had hbo Hoger beroepsonderwijs (Hoger beroepsonderwijs) of universteit (wo Wetenschappelijk Onderwijs (Wetenschappelijk Onderwijs)) als hoogst behaald opleidingsniveau; onder 65-plussers was dit 23%. Onder 65-plussers is het percentage laagopgeleiden juist hoger dan het percentage jongeren met een laag onderwijsniveau. In 2023 was 45% van de 65-plussers laagopgeleid; onder 25 tot en met 44-jarigen was dit 13%.

Jonge vrouwen hoger opgeleid dan jonge mannen

Het percentage hoogopgeleide jonge vrouwen is hoger dan het percentage hoogopgeleide jonge mannen. In 2023 had 56% van de 25 tot en met 44-jarige vrouwen een hbo- of universitaire (wo) opleiding afgerond tegenover 48% van de mannen in dezelfde leeftijdsgroep. Het percentage laagopgeleide mannen (15%) is in deze leeftijdsgroep juist iets hoger dan het percentage laagopgeleide vrouwen (11%). Onder 65-plussers was het percentage hoogopgeleiden hoger onder mannen (28%) dan onder vrouwen (19%). In deze leeftijdsgroep is het percentage laagopgeleide vrouwen (53%) juist groter dan het percentage laagopgeleide mannen (37%).


H. Giesbers, red. (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))