Verstandelijke beperking

Mensen met een verstandelijke beperking hebben een stoornis in intellectuele functies

Iemand met een verstandelijke beperking heeft een aangeboren of een later in de ontwikkeling optredende stoornis in de intellectuele functies. Dit gaat gepaard met beperkingen in de sociale (zelf)redzaamheid. De diagnose is meestal gebaseerd op de DSM Diagnostic and statistical manual of mental disorders. Classificatie voor psychische stoornissen. De DSM is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van de American Psychiatric Association. (Diagnostic and statistical manual of mental disorders. Classificatie voor psychische stoornissen. De DSM is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van de American Psychiatric Association.) (-IV of 5) en de ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision). De diagnostische criteria van de ICD-10 en DSM-5 komen overeen met die van de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD). De nieuwste editie hanteert drie criteria voor diagnose (Schalock et al. 2021Schalock, R. L., Tassé, M. J., Luckasson , R. , An Overview of Intellectual Disability: Definition, Diagnosis, Classification, and Systems of Supports (12th ed.), Washington DC (2021)):

  • Een significante stoornis in de intellectuele functies (IQ Intelligentie quotiënt (Intelligentie quotiënt) ligt twee of meer standaarddeviaties beneden het populatiegemiddelde).
  • Gelijktijdig optredend met een significante beperking in het adaptieve gedrag (conceptuele, sociale en praktische vaardigheden; twee of meer standaarddeviaties beneden het populatiegemiddelde).
  • Het optreden van deze beperkingen vóór het 22e levensjaar.

IQ van 70/75 is bovengrens van intellectueel functioneren

Een verstandelijke beperking wordt vastgesteld op basis van het intellectueel functioneren (IQ) en de ondersteuningsbehoefte. De bovengrens voor een verstandelijke beperking is een IQ van 70-75. Bij zeer jonge kinderen, op oudere leeftijd is een klinisch oordeel op basis van professionele criteria en uitgangspunten van belang (Schalock et al. 2010Schalock, R. L., Borthwick-Duffy, S. A., Bradley, V. J., Buntinx, W. H. E., Coulter, D. L., Craig, E. M., Intellectual Disability: Definition, Classification, and Systems of Supports (Eleventh edition), Washington DC (2010)) Traditioneel is het niveau van intellectueel functioneren als volgt onderverdeeld:

  • Zwakbegaafd: IQ 70/75-85/90.
  • Lichte verstandelijke beperking: IQ 50/55-70.
  • Matige verstandelijke beperking: IQ 35/40-50/55.
  • Ernstige verstandelijke beperking: IQ 20/25-35/40.
  • Diepe verstandelijke beperking: IQ lager dan 20/25.

In de DSM-5 zijn de IQ-criteria vervangen door typologische beschrijvingen van het intellectuele functioneren.


Beperkingen in adaptief gedrag vastgesteld via ondersteuningsbehoefte

Beperkingen in het adaptieve gedrag worden in de praktijk vastgesteld op basis van de ondersteuningsbehoefte van een persoon. Dat betreft de ondersteuning die nodig is om te functioneren op een manier die past bij de leeftijd en cultuur van de persoon in verschillende levensdomeinen (wonen, leren, werken, sociale relaties en dergelijke) (Schalock et al. 2010Schalock, R. L., Borthwick-Duffy, S. A., Bradley, V. J., Buntinx, W. H. E., Coulter, D. L., Craig, E. M., Intellectual Disability: Definition, Classification, and Systems of Supports (Eleventh edition), Washington DC (2010); Buntinx et al. 2014Buntinx, W. H. E., de Bruijn, J., Twint, B., Verstandelijke beperking: definitie en context (2014)).