58.000 ziekenhuisopnamen voor COVID-19 in 2021

In 2021 waren er 58.060 klinische ziekenhuisopnamen voor COVID-19. In 2020 waren er 39.630 klinische opnamen Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd.). Mannen worden vaker opgenomen dan vrouwen. Het totale aantal klinische ziekenhuisopnamen in 2021 had betrekking op 535.835 opnamedagen, waarmee de gemiddelde opnameduur 9,2 dagen bedroeg. Het aantal opnamen kan groter zijn dan het aantal opgenomen personen, omdat een persoon meerdere keren per jaar opgenomen kan zijn.

  2020 2021
  Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal
Aantal klinische opnamen 24.280 15.350 39.630 34.430 23.630 58.060
Aantal verpleegdagen 214.935 116.945 331.880 336.770 199.065 535.835
Gemiddelde opnameduur (dagen) 8,9 7,6 8,4 9,8 8,4 9,2
Aantal dagopnamen 0 0 0 200 115 315
Aantal observaties Een observatie is een 'langdurige observatie zonder overnachting'. Dit is een niet geplande vorm van verpleging van minimaal vier aaneengesloten uren, zonder overnachting, op een voor verpleging ingerichte afdeling, met als doel observatie van de patiënt. Een observatie omvat ten minste een… (Een observatie is een 'langdurige observatie zonder overnachting'. Dit is een niet geplande vorm van verpleging van minimaal vier aaneengesloten uren, zonder overnachting, op een voor verpleging ingerichte afdeling, met als doel observatie van de patiënt. Een observatie omvat ten minste een…) 370 350 720 565 560 1.125
Totaal aantal opnamen 24.650 15.700 40.350 35.200 24.300 59.500

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Statline in juni 2023)

  • ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-code: U07
  • Aantal opnamen en verpleegdagen zijn afgerond op vijftallen
  • Cijfers van 2021 zijn voorlopig
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Ziekenhuisopnamen COVID-19 2021

Sla de grafiek Ziekenhuisopnamen voor COVID-19 in 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) StatLine in juni 2023)

  • ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-code: U07
  • Cijfers zijn voorlopig
  • Het absolute aantal ziekenhuisopnamen is zichtbaar in de tabelweergave.
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Ziekenhuisopnamen COVID-19 2020

Sla de grafiek Ziekenhuisopnamen voor COVID-19 in 2020 over en ga naar de datatabel

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) StatLine in juni 2023)

  • ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-code: U07
  • Cijfers zijn voorlopig
  • Het absolute aantal ziekenhuisopnamen is zichtbaar in de tabelweergave.
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Aantal opnamen COVID-19 neemt toe met de leeftijd

In 2021 waren er 58.060 klinische ziekenhuisopnamen voor COVID-19 in Nederland (mannen: 34.430 en vrouwen: 23.630). In 2020 waren er 39.630 klinische opnamen Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd.) (mannen: 24.280 en vrouwen: 15.350). Het aantal opnamen neemt toe met de leeftijd, maar op hoge leeftijd (90 jaar en ouder) neemt het aantal opnamen weer af. In bijna alle leeftijdsklassen is het aantal opnamen hoger voor mannen. Het verschil tussen mannen en vrouwen neemt toe naarmate de leeftijd stijgt.


  • A.M. Gommer (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • C. Hendriks, red. (RIVM)