Meer beperkingen vanaf 75 jaar

Van de bevolking ouder dan 12 jaar ervaart 12,9% één of meer beperkingen in activiteiten met betrekking tot zien, horen of mobiliteit. Beperkingen nemen toe met het ouder worden: boven de 75 jaar ervaart 33,9% één of meer beperkingen in het functioneren. Ook hebben 75-plussers vaker meerdere beperkingen.

Beperkingen in horen nemen toe met de leeftijd

Beperkingen in het uitvoeren van activiteiten die te maken hebben met horen nemen toe met de leeftijd. Bij 75-plussers komen beperkingen in horen duidelijk het meeste voor. In de hele bevolking (12+) meldt 3,6% beperkingen in horen (niet in figuur).

Beperkingen in zien vooral bij 75-plussers

Beperkingen in activiteiten met betrekking tot zien komen voor bij 3,7% van de bevolking ouder dan 12 jaar (niet in figuur). Visuele beperkingen komen  het vaakst voor bij ouderen boven de 75 jaar.

Bijna eenderde van de vrouwen boven de 75 heeft een mobiliteitsbeperking

Beperkingen in activiteiten met betrekking tot bewegen nemen sterk toe met de leeftijd. Vooral oudere vrouwen ervaren relatief vaak één of meer beperkingen in hun mobiliteit. In de hele bevolking (12+) ervaart 8,9% één of meer mobiliteitsbeperkingen (niet in figuur) .

ADL-beperkingen vooral bij ouderen

In de bevolking van 55 jaar en ouder meldt 11,2% beperkingen in activiteiten van het dagelijkse leven (ADL Activiteiten van het dagelijks leven (Activiteiten van het dagelijks leven)) (niet in figuur). Het gaat daarbij om beperkingen bij het in en uit de stoel komen, in en uit bed komen en de trap op en af komen. ADL-beperkingen nemen toe met de leeftijd. Bij vrouwen boven de 75 jaar komen ADL-beperkingen het vaakst voor. 

Sinds 1997 neemt het percentage mensen met beperkingen in horen, zien of mobiliteit af

In de periode 1997-2023 nam het percentage van de Nederlandse bevolking (12+) met minimaal één beperking in activiteiten op het gebied van horen, zien of mobiliteit licht af. Dit is een significante daling voor zowel de totale bevolking als voor mannen en vrouwen afzonderlijk. Ook het percentage mensen met afzonderlijke beperkingen in zien of mobiliteit nam licht af. Alleen bij mannen is er geen significante daling in beperkingen in mobiliteit. Ook is er geen significante stijging of daling in beperkingen in horen voor de totale groep, als voor mannen en vrouwen afzonderlijk.

In de afgelopen vijf jaar (2019-2023) nam het percentage van de totale bevolking en van mannen met minimaal één beperking in activiteiten op het gebied van horen, zien of mobiliteit juist licht toe. De significante stijging geldt ook voor de afzonderlijke beperkingen in zien en beperkingen in horen voor zowel mannen als de totale bevolking. Bij vrouwen met minimaal één beperking en bij de afzonderlijke beperkingen was geen significante stijging of daling te zien in de afgelopen vijf jaar. Dit geldt ook voor beperkingen in mobiliteit voor de totale groep, en voor mannen en vrouwen afzonderlijk. 

Sinds 1997 neemt het percentage mensen met beperkingen in horen, zien of mobiliteit af

In de periode 1997-2023 nam het percentage van de Nederlandse bevolking (12+) met minimaal één beperking in activiteiten op het gebied van horen, zien of mobiliteit af bij volwassenen van 18 tot en met 64 jaar en bij ouderen van 65 jaar en ouder. Deze daling geldt ook bij ouderen van 65 jaar en ouder bij alle afzonderlijke beperkingen. Bij volwassenen van 18 tot en met 64 jaar geldt alleen de daling bij mensen met beperkingen in zien. Bij volwassenen met beperkingen in mobiliteit en bij beperkingen in horen is er juist een stijging te zien. Ook is er een stijging te zien bij jongeren van 12 tot en met 17 jaar met minimaal één beperking, bij beperkingen in zien en bij beperkingen in horen, maar niet bij beperkingen in mobiliteit. 

In de afgelopen vijf jaar (2019-2023) nam het percentage bij ouderen van 65 jaar en ouder ook af bij mensen met minimaal één beperking. Bij de afzonderlijk beperkingen geldt deze daling alleen voor ouderen met beperkingen in mobiliteit. Bij jongeren met minimaal één beperking, met beperkingen in zien of met beperkingen in horen is er juist een stijging te zien. Bij jongeren met beperkingen in mobiliteit is geen significante stijging of daling te zien. De stijging geldt wel bij volwassenen met minimaal één beperking en bij volwassenen met de afzonderlijke beperkingen. 

Percentage mensen met ADL-beperkingen is gedaald

In de periode 2014-2023 is het percentage in de Nederlandse bevolking (55+) met minimaal één beperking in activiteiten op het gebied van dagelijks leven (ADL Activiteiten van het dagelijks leven (Activiteiten van het dagelijks leven)) gedaald. Denk hierbij aan beperkingen in bijvoorbeeld het gaan zitten of opstaan uit een stoel of aan- en uitkleden. Deze daling is significant voor zowel de totale bevolking, voor mannen afzonderlijk en voor ouderen van 75 jaar en ouder. Bij vrouwen en mensen van 55 tot en met 74 jaar is er juist geen significante stijging of daling te zien. Uit een analyse van het CBS blijkt dat in de afgelopen 20 jaar er ook een significante daling in ADL-beperkingen is onder ouderen van 75- tot 85-jarigen. Ook hier geldt de daling voor zowel mannen als vrouwen. Hierbij gaat het met name over beperkingen in mobiliteit, waaronder traplopen of buitenshuis verplaatsen. Onder ouderen van 85 jaar en ouder bleef het ervaren van beperkingen ongeveer gelijk.