Jaarprevalentie blindheid 2021
Sla de grafiek Jaarprevalentie blindheid in huisartsenpraktijk 2021 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code F94
35.200 mensen met blindheid in huisartsenregistraties
In 2021 waren er naar schatting in totaal 35.200 mensen met blindheid (elke graad en vorm) bekend bij de huisarts (jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)), 18.500 mannen (2,1 per 1.000) en 16.700 vrouwen (1,9 per 1.000). Het aantal mensen met blindheid neemt toe met de leeftijd.
De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in 2021 bekend waren bij de huisarts voor blindheid. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2021 contact te hebben gehad met de huisarts voor blindheid.
1.900 nieuwe gevallen van blindheid in 2021
In 2021 kregen naar schatting 1.900 mensen blindheid, 1.090 mannen (0,1 per 1.000) en 810 vrouwen (0,1 per 1.000).
Trend jaarprevalentie blindheid
Sla de grafiek Jaarprevalentie blindheid in huisartsenpraktijk 2011-2021 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code F94
- Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
- De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.
Prevalentie blindheid nagenoeg constant
In de periode 2011-2021 is het aantal mensen met blindheid dat bekend was bij de huisarts (jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)) nagenoeg constant gebleven, voor zowel mannen als vrouwen. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal mensen met blindheid dat bekend was bij de huisarts is voor mannen toegenomen van 16.000 in 2011 naar 18.500 in 2021. Voor vrouwen is het licht afgenomen: 17.100 in 2011 en 16.700 in 2021 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).
- J.W. Vanhommerig (NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))
- M.J.J.C. Poos (RIVM)
- A.M. Gommer (RIVM)
- C. Hendriks, red. (RIVM)