Jaarprevalentie van nek- en rugklachten 2021

Sla de grafiek Jaarprevalentie van nek- en rugklachten in huisartsenpraktijk 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-codes L01-L03, L83, L84, L86

Bijna 1,9 miljoen mensen met nek- en rugklachten bekend bij de huisarts

In 2021 waren er naar schatting 1.868.300 mensen bekend bij de huisarts met de diagnose nek- en rugklachten: 788.300 mannen en 1.079.900 vrouwen (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)). Dit komt overeen met 90,4 per 1.000 mannen en 122,5 per 1.000 vrouwen. Door afronding wijkt het totaal aantal personen met de diagnose iets af van de som van het aantal mannen en vrouwen. Op alle leeftijden komen nek- en rugklachten vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Het aantal mensen met de ziekte neemt toe met de leeftijd. Nek- en rugklachten omvatten een aantal diagnosecategorieën: acuut, langdurig of chronisch. Van de bijna 1,9 miljoen mensen die bij de huisarts bekend waren met nek- en rugklachten hadden er ongeveer 798.300 langdurige of chronische klachten. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2021 bekend waren bij de huisarts met een van de diagnosecategorieën voor nek- of rugklachten. Deze mensen hoeven hiervoor niet allemaal in 2021 contact te hebben gehad met de huisarts voor deze klachten. 


Jaarprevalentie per diagnosecategorie 2021

Sla de grafiek Jaarprevalentie per diagnosecategorie 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code L01: Nek symptomen/klachten [exclusief ICPC-code N01]
  • ICPC-code L02: Rug symptomen/klachten
  • ICPC-code L03: Lage-rugpijn zonder uitstraling [exclusief ICPC-code L86]
  • ICPC-code L83: Syndroom cervicale wervelkolom
  • ICPC-code L84: Artrose/spondylose wervelkolom
  • ICPC-code L86: Lage-rugpijn met uitstraling

Rugklachten meest voorkomende aandoening

De meest voorkomende klacht bij mannen is lage rugpijn zonder uitstraling (ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code L03). Bij vrouwen komen rugsymptomen/-klachten (ICPC-code L02) het meeste voor. Voor alle type klachten geldt dat er meer vrouwen zijn met deze klachten dan mannen. Mensen kunnen één of meerdere klachten hebben. Bij het eerder gepresenteerde totaal aantal mensen met nek- en rugklachten tellen mensen met meer dan één klacht maar één keer mee.

Hernia meest voorkomende specifieke rugklacht

De meest voorkomende specifieke rugklacht is de zogenoemde hernia nuclei pulposi (HNP Hernia nuclei pulposi (hernia) (Hernia nuclei pulposi (hernia))). In 90-98% van de gevallen zit een HNP in de lage rug (ter hoogte van de ruggenwervels L4-L5 of L5-S1). De belangrijkste kenmerken van een HNP zijn uitstralende pijn in het onderbeen en/of verlies van gevoel en kracht in het onderbeen.


Bijna 550.000 nieuwe gevallen van rugklachten

In 2021 waren er 548.700 nieuwe gevallen van rugsymptomen/-klachten: 224.200 mannen en 324.400 vrouwen. Het is daarmee de meest voorkomende diagnosecategorie voor nek- en rugklachten. Mensen kunnen één of meerdere klachten hebben en dus voor meerdere diagnosecategorieën bij de huisarts komen, bijvoorbeeld zowel voor rugklachten (ICPC-code L02) als lage-rugpijn (ICPC-code L03). Daarnaast kunnen mensen ook meerdere keren voor dezelfde klacht in één jaar meetellen. Dit geldt alleen voor de acute klachten.

Tabel: Nek- en rugklachten naar type 2021
Soort klachten [ICPC-code] Absolute aantallen Per 1.000 personen
  Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
Nek symptomen/
klachten [L01, excl. N01]
132.200 210.200 15,2 23,8
Rug symptomen/
klachten [L02]
224.200 324.400 25,7 36,8
Lage-rugpijn zonder
uitstraling [L03, excl. L86]
235.300 285.500 27,0 32,4
Syndroom cervicale
wervelkolom [L83]
15.800 17.400 1,8 2,0
Artrose/ spondylose
wervelkolom [L84]
5.300 11.100 0,6 1,3
Lage-rugpijn met
uitstraling [L86]
106.000 133.600 12,2 15,1

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn


Totaal

Sla de grafiek Jaarprevalentie chronische nek- en rugklachten 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • Totaal: ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-codes L83, L84 en L86
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Syndroom cervicale wervelkolom

Sla de grafiek Jaarprevalentie syndroom cervicale wervelkolom 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code L83: Syndroom cervicale wervelkolom
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Artrose/spondylose wervelkolom

Sla de grafiek Jaarprevalentie artrose/spondylose wervelkolom 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code L84: Artrose/spondylose wervelkolom
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Lage rugpijn met uitstraling

Sla de grafiek Jaarprevalentie lage rugpijn met uitstraling 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code L86: Lage rugpijn met uitstraling
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Prevalentie nek- en rugklachten vrijwel constant in periode 2011-2021

In de periode 2011-2021 was het totaal aantal mensen met langdurige of chronische nek- en rugklachten dat bekend was bij de huisarts (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)) vrijwel constant, voor zowel mannen als vrouwen. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie). Wanneer we onderscheid maken naar type en locatie van de klachten dan zien we in dezelfde periode een afname van mensen met klachten aan de halswervels (cervicale wervelkolom), waaronder nekhernia. Het aantal mensen met klachten door slijtage van de tussenwervelschijven (artrose/spondylose van de wervelkolom) is juist toegenomen. 
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde totaal aantal mensen met langdurige/chronische nek- en rugklachten dat bekend was bij de huisarts is voor mannen toegenomen van 294.500 in 2011 naar 326.100 in 2021. Voor vrouwen is dit aantal toegenomen van 410.600 in 2011 naar 472.300 in 2021 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).

Mogelijk lagere aantallen in 2020 en 2021 door COVID-19

In de jaren 2020 en 2021 zijn de cijfers over door huisartsen geregistreerde klachten en aandoeningen beïnvloed door de COVID-19-uitbraak en de daarvoor genomen landelijke maatregelen. Ook zijn de jaarcijfers mogelijk beïnvloed door de uitgestelde zorg in ziekenhuizen. In 2020 is het aantal nieuw geregistreerde gevallen en/of de  prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van een groot aantal klachten en aandoeningen afgenomen ten opzichte van het jaar 2019. Het is niet te achterhalen of deze klachten en aandoeningen daadwerkelijk minder voorkwamen in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze klachten werd bezocht (Nielen et al. 2021Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021)). Het totaal aantal ziekteregistraties lag in 2021, na een daling in 2020, weer op hetzelfde niveau als in 2019. Dit wijst erop dat de COVID-19-uitbraak minder invloed heeft gehad op de cijfers van 2021 (Heins et al. 2022Heins, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, de Leeuw, Urbanus, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2022)).


Totaal

Sla de grafiek Nieuwe gevallen acute nek- en rugklachten 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • Totaal: ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-codes L01, L02 en L03
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Neksymptomen/-klachten

Sla de grafiek Nieuwe gevallen neksymptomen/-klachten 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code L01: Neksymptomen/-klachten (exclusief ICPC-code N01)
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Rugsymptomen/-klachten

Sla de grafiek Nieuwe gevallen rugsymptomen/-klachten 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code L02: Rugsymptomen/-klachten
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Lage rugpijn zonder uitstraling

Sla de grafiek Nieuwe gevallen lage rugpijn zonder uitstraling 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code L03: Lage rugpijn zonder uitstraling (exclusief ICPC-code L86)
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Minder acute gevallen van nek- en rugklachten geregistreerd in 2020 en 2021

In de periode 2011-2019 was het totaal aantal acute nek- en rugklachten dat door de huisarts is geregistreerd vrijwel constant, voor zowel mannen als vrouwen. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie). Wanneer we onderscheid maken naar type en locatie van de klachten dan zien we in dezelfde periode een afname van het aantal gevallen van acute lage rugpijn (zonder uitstraling). Van andere acute rugklachten is het aantal  gevallen juist iets toegenomen. Het aantal geregistreerde acute nek- en rugklachten was in jaren 2020 en 2021 beduidend kleiner dan in de daaraan voorafgaande jaren.
In de periode 2011-2019 registreerde de huisarts per jaar gemiddeld 669.000 mannen en 936.000 vrouwen met acute nek- en rugklachten (niet gestandaardiseerd). In 2020 was het geregistreerde aantal acute nek- en rugklachten bij mannen naar schatting 588.200 en bij vrouwen 796.600 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave). 

Mogelijk lagere aantallen in 2020 en 2021 door COVID-19

In de jaren 2020 en 2021 zijn de cijfers over door huisartsen geregistreerde klachten en aandoeningen beïnvloed door de COVID-19-uitbraak en de daarvoor genomen landelijke maatregelen. Ook zijn de jaarcijfers mogelijk beïnvloed door de uitgestelde zorg in ziekenhuizen. In 2020 was het aantal nieuw geregistreerde gevallen en/of de prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van een groot aantal klachten en aandoeningen afgenomen ten opzichte van het jaar 2019. Het is niet te achterhalen of deze klachten en aandoeningen daadwerkelijk minder voorkwamen in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze klachten werd bezocht (Nielen et al. 2021Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021)). Het totaal aantal ziekteregistraties lag in 2021, na een daling in 2020, weer op hetzelfde niveau als in 2019. Dit wijst erop dat de COVID-19-uitbraak minder invloed heeft gehad op de cijfers van 2021 (Heins et al. 2022Heins, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, de Leeuw, Urbanus, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2022)).


  • J.W. Vanhommerig (NIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))
  • M.J.J.C. Poos (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • B.W. Koes (Erasmus MC)
  • M.W. van Tulder (VU Vrije Universiteit Amsterdam (Vrije Universiteit Amsterdam))
  • A.M. Gommer, red. (RIVM)
  • C. Hendriks, red. (RIVM)