Overzicht prevalentie dementie

Type Aantal Meetjaar Bron
Bevolkingscijfers 257.000 2008-2018* Alzheimer Europe
Bevolkingscijfers 310.000 2025 Alzheimer Nederland
Zorg (declaraties) 277.000 2023 Vektis
Zorg (declaraties) 275.200 2022 Dementie in kaart (ADC)
Zorg (huisartsenzorg) 122.400 2023 Nivel Zorgregistraties
Zorg (verpleeghuiszorg) 75.060 2023

CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)

 *De prevalentiecijfers zijn gestandaardiseerd naar de bevolking op 1 januari 2018. 

Tussen 257.000 en 310.000 personen met dementie in de bevolking

Volgens de laatste schatting van Alzheimer Europe waren er in 2018 in Nederland 257.000 personen (14,9 per 1.000 personen). Deze schatting is gebaseerd op een systematische literatuurreview van Europese studies die zijn gepubliceerd tussen 2008 en 2018, en waarin prevalentiecijfers van mensen met dementie in Europese landen werden berekend (Alzheimer Europe, 2019 Alzheimer Europe, Dementia in Europe Yearbook 2019; Estimating the prevalence of dementia in Europe, Luxemburg (2019) (Alzheimer Europe, Dementia in Europe Yearbook 2019; Estimating the prevalence of dementia in Europe, Luxemburg (2019)) ). Indien de geslachts- en leeftijdsspecifieke cijfers gestandaardiseerd worden naar de gemiddelde bevolking in 2023, gaat het om 301.200 personen. 

Alzheimer Nederland schat het aantal personen met dementie in Nederland in 2025 op 310.000 personen. De schatting van Alzheimer Nederland is tot stand gekomen door de cijfers uit het ERGO-onderzoek, dat in de jaren 1989-1993 werd uitgevoerd in de wijk Ommoord in Rotterdam, te combineren met de huidige bevolkingscijfers. Deze berekening is door ABF Research uitgevoerd (Birkenhäger-Gillesse et al., 1996 Birkenhäger-Gillesse, E. B., de Koning, I., Hofman, A., Breteler, M. M. B., van Harskamp, F., Ott, A., De prevalentie bij ouderen van de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie en dementie bij de ziekte van Parkinson; het ERGO-onderzoek (1996) (Birkenhäger-Gillesse, E. B., de Koning, I., Hofman, A., Breteler, M. M. B., van Harskamp, F., Ott, A., De prevalentie bij ouderen van de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie en dementie bij de ziekte van Parkinson; het ERGO-onderzoek (1996)) ; Alzheimer Nederland, 2025).
 

De aantallen uit beide bronnen bevatten zowel mensen met dementie die ongediagnosticeerd zijn als mensen die gediagnosticeerd zijn.


277.000 personen met dementie in de zorg

In 2023 zijn er in totaal naar schatting 277.000 personen met dementie bekend in de zorg (Vektis, 2023). Dit komt overeen met 15,5 patiënten met dementie per 1.000 personen. Dit aantal is berekend op basis van declaraties uit de Zorgverzekeringswet over wijkverpleging, geneesmiddelengebruik, ziekenhuisbezoek en ggz-gebruik, en uit declaraties en indicaties uit de Wet langdurige zorg. Er is niet gebruikgemaakt van declaraties vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning. 

Voor het berekenen van de dementiepopulatie voor het dashboard Dementie-in-kaart, hebben ADC Consulting en de Erasmus Universiteit de methode van Vektis toegepast. Aanvullend is nog gebruik gemaakt van gegevens over ziekenhuisopnamen en doodsoorzaken. Deze berekening resulteerde in totaal op 275.200 mensen met dementie in 2022. 

De gebruikte methode kan in beide aanpakken hebben geleid tot een over- en onderschatting. Een reden voor een overschatting is dat ook patiënten met cognitieve problemen die een andere diagnose hebben dan dementie worden meegeteld. Een reden voor een onderschatting is dat niet gebruik is gemaakt van declaraties vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Ook is het mogelijk dat sommige mensen met dementie die langdurige zorg gebruiken ontbreken in de aantallen omdat ze aanvankelijk in zorg kwamen voor een andere reden dan dementie, en pas op een later moment dementie ontwikkelden.

In 2023 komt de som van het aantal mensen met dementie dat bekend is bij de huisarts (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.); 122.400) en dat verblijft in een verpleeghuis (Wlz-zorg in natura met verblijf; 75.060) een stuk lager uit dan het aantal dat berekend is op basis van declaraties, namelijk op 197.460. De schatting van het aantal personen met dementie dat verblijft in een verpleeghuis omvat personen met een zorgindicatie met grondslag psychogeriatrie die gebruik maken van langdurige zorg in natura met verblijf. Van hen heeft 80% zorgprofiel VV-5: beschermd wonen met intensieve dementiezorg (Bron: Monitor Langdurige Zorg op CBS StatLine) 

Verklaringen voor het verschil tussen de schattingen door enerzijds Vektis en Dementie-in-kaart en anderzijds huisartsencijfers in combinatie met declaraties van verpleeghuiszorg kunnen zijn:

  • De cijfers van Vektis en Dementie-in-kaart omvatten ook patiënten met cognitieve problemen die een andere diagnose hebben dan dementie;
  • Huisartsen worden niet altijd volledig geïnformeerd over de diagnose door andere zorgverleners;
  • Huisartsen passen bij patiënten die voor diagnostiek verwezen zijn naar de tweede lijn de diagnosecode in het elektronisch patiënten dossier niet altijd aan (van bijvoorbeeld geheugenproblemen of algehele achteruitgang naar dementie);
  • Bij oudere mensen met veel comorbiditeit Een combinatie van twee of meer aandoeningen bij één persoon. In tegenstelling tot bij multimorbiditeit is sprake van aandoeningen die zijn gerelateerd aan een hoofdaandoening. (Een combinatie van twee of meer aandoeningen bij één persoon. In tegenstelling tot bij multimorbiditeit is sprake van aandoeningen die zijn gerelateerd aan een hoofdaandoening. ) vinden huisartsen het niet altijd noodzakelijk om een officiële diagnose dementie te stellen (Huijsman, 2021 Huijsman, R., Dementie: neuzen tellen blijft een uitdaging (2021) (Huijsman, R., Dementie: neuzen tellen blijft een uitdaging (2021)) ;Prins et al., 2016 Prins, A, Hemke, F, Pols, J, Moll van Charante, E. P., Diagnosing dementia in Dutch general practice: a qualitative study of GPs' practices and views. (2016) (Prins, A, Hemke, F, Pols, J, Moll van Charante, E. P., Diagnosing dementia in Dutch general practice: a qualitative study of GPs' practices and views. (2016)) ).

Jaarprevalentie dementie 2021

Sla de grafiek Jaarprevalentie dementie 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Vektis

*De bron van de cijfers over dementie is in 2025 herzien en wordt gewijzigd naar Dementieinkaart.nl (bron: CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) & Vektis). De cijfers over 2022 naar leeftijd en geslacht worden hier binnenkort gepubliceerd. 

Omvang neemt sterk toe met de leeftijd

Gebaseerd op het aantal zorgdeclaraties voor dementie waren er in 2021 in Nederland naar schatting 99.400 mannen (11,4 per 1.000 mannen) en 155.900 vrouwen (17,7 per 1.000 vrouwen) van 40 jaar en ouder met dementie bekend. Het aantal mensen met dementie neemt sterk toe met de leeftijd. Toch komt dementie ook voor op jongere leeftijd. Op basis van de cijfers van Alzheimer Europe schatten we dat er in 2023 15.300 mensen van 40-64 jaar dementie hebben. Vektis berekende voor dezelfde leeftijdsgroep dat in 2021 voor 15.000 mensen zorg voor dementie was gedeclareerd. Een schatting voor Nederland in 2023 op basis van de resultaten van een meta-analyse naar het voorkomen van dementie die op jonge leeftijd ontstaat, komt op 14.000 personen (Hendriks et al., 2021 Hendriks, S., Peetoom, P., Bakker, C., van der Flier, W.M., Papma, J.M., Koopmans, R., Verhey, F.R.J., de Vugt, M., Köhler, S., Young-Onset Dementia Epidemiology Study Group, Withall , A., Parlevliet , J.L., Uysal-Bozkir, Ö., Gibson, R.C., Neita, S.M., Nielsen, T.R,, Salem, L.C., Nyberg, J., Lopes, M.A., Dominguez, J.C., De Guzman, M.F., Egeberg, A., Radford, K., Broe, T., Subramaniam, M., Abdin, E,, Bruni, A.C., Di Lorenzo, R., Smith, K., Flicker, L., Mol, M.O., Basta, M., Yu, D., Masika, G., Petersen, M.S., Ruano, L., Global Prevalence of Young-Onset Dementia: A Systematic Review and Meta-analysis (2021) (Hendriks, S., Peetoom, P., Bakker, C., van der Flier, W.M., Papma, J.M., Koopmans, R., Verhey, F.R.J., de Vugt, M., Köhler, S., Young-Onset Dementia Epidemiology Study Group, Withall , A., Parlevliet , J.L., Uysal-Bozkir, Ö., Gibson, R.C., Neita, S.M., Nielsen, T.R,, Salem, L.C., Nyberg, J., Lopes, M.A., Dominguez, J.C., De Guzman, M.F., Egeberg, A., Radford, K., Broe, T., Subramaniam, M., Abdin, E,, Bruni, A.C., Di Lorenzo, R., Smith, K., Flicker, L., Mol, M.O., Basta, M., Yu, D., Masika, G., Petersen, M.S., Ruano, L., Global Prevalence of Young-Onset Dementia: A Systematic Review and Meta-analysis (2021)) ).


Trend jaarprevalentie dementie

Sla de grafiek Jaarprevalentie dementie 2017-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Vektis*

  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.
  • *De bron van de cijfers over dementie is in 2025 herzien en wordt gewijzigd naar Dementieinkaart.nl (bron: CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) & Vektis). De cijfers over 2022 naar leeftijd en geslacht worden hier binnenkort gepubliceerd. 

Prevalentie dementie vrij stabiel, absolute aantal stijgt

In de periode van 2017-2021 is het gestandaardiseerd aantal mensen met een declaratie voor dementie per 1.000 personen stabiel gebleven (Vektis, 2022). Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. Bij de gestandaardiseerde cijfers is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie). Het absolute aantal mensen met een declaratie voor dementie is toegenomen, voor mannen is dit een toename van 83.900 in 2017 naar 99.400 in 2021 en voor vrouwen is dit een toename van 139.700 in 2017 naar 155.900 in 2021 (het absolute aantal is zichtbaar in de tabelweergave; zie ook bron Vektis, 2022).


Vergelijkbare trends bij declaraties voor dementie versus bekend bij de huisarts

De trend in het gestandaardiseerd aantal mensen met een diagnose dementie in de huisartsenpraktijk per 1.000 personen is in de periode 2011-2023 ook stabiel gebleven (grafiek hier niet weergegeven). Het absolute aantal mensen dat bij de huisarts bekend is met dementie nam in deze periode echter toe, voor zowel mannen als vrouwen  (Bron: NZR), vergelijkbaar met de absolute toename in het aantal declaraties voor dementie. Dat de gestandaardiseerde prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) stabiel bleef, betekent dat het totaal van het risico op het ontwikkelen van dementie, het risico op overlijden door dementie én de mate waarin patiënten gediagnosticeerd worden in deze periode niet veranderde. Dat het absolute aantal mensen met dementie in deze periode toenam, kan worden verklaard door de vergrijzing van de bevolking.


Nieuwe gevallen dementie 2023

Sla de grafiek Nieuwe gevallen dementie in de huisartsenpraktijk 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code P70

Aantal nieuwe gevallen van dementie geschat op 22.400

In 2023 kregen in Nederland naar schatting 22.400 personen de diagnose dementie bij de huisarts: 9.200 mannen en 13.200 vrouwen. Door afronding wijkt het geschatte totaal aantal mensen af van de som van het aantal mannen en vrouwen. De schatting van het aantal personen komt overeen met 1,0 nieuwe dementiepatiënten per 1.000 mannen en 1,5 per 1.000 vrouwen. Het aantal nieuwe patiënten met dementie neemt toe met de leeftijd.

Nieuw gediagnosticeerde patiënten kunnen door de huisarts zijn gediagnosticeerd, maar ook bijvoorbeeld in een geheugenpolikliniek of tijdens een ziekenhuisopname. Over het algemeen zal de huisarts de uit de tweede lijn ontvangen diagnose vastleggen in het elektronisch medisch dossier van de huisartsenpraktijk. Huisartsen hebben zicht op personen die zelfstandig wonen, maar niet altijd op personen die in een woonzorgcentrum of in een kleinschalige woonvorm wonen. Personen die bij diagnose al in een verpleeghuis verblijven, vallen buiten het zicht van huisartsen.

Het aantal nieuwe gevallen van dementie dat op jonge leeftijd (40-64 jaar) wordt gediagnosticeerd, was volgens gegevens uit huisartsenpraktijken 560. Een schatting voor Nederland in 2023 op basis van de resultaten van een meta-analyse naar het ontstaan van dementie op jonge leeftijd, komt op 1.250 personen (Hendriks et al., 2023 Hendriks, S., Peetoom, P., Bakker, C., Koopmans, R., van der Flier, W.M., Papma, J.M., Verhey, F.R.J., Young-Onset Dementia Epidemiology Study Group, de Vugt, M., Köhler, S., Global incidence of young-onset dementia: A systematic review and meta-analysis (2023) (Hendriks, S., Peetoom, P., Bakker, C., Koopmans, R., van der Flier, W.M., Papma, J.M., Verhey, F.R.J., Young-Onset Dementia Epidemiology Study Group, de Vugt, M., Köhler, S., Global incidence of young-onset dementia: A systematic review and meta-analysis (2023)) ).   


Trend nieuwe gevallen dementie

Sla de grafiek Aantal nieuwe gevallen dementie in de huisartsenpraktijk 2011-2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code P70
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2023
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Jaarlijks aantal nieuwe gevallen dementie vrij stabiel

Het aantal nieuwe gevallen van dementie per 1.000 inwoners lijkt in het begin van de periode 2011-2023 voor zowel mannen als vrouwen iets te dalen, waarna deze vanaf 2017 vrij stabiel is. Het gaat hier om het aantal nieuwe diagnosen bij de huisarts. De weergegeven trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).

Het ongecorrigeerde aantal nieuwe gevallen van dementie is over de gehele periode 2011-2023 afgenomen, afgezien van enkele stijgingen in 2011 (vrouwen) en 2016 (mannen en vrouwen). Voor mannen nam het aantal af van 9.400 in 2011 naar 9.200 in 2023. Voor vrouwen is het aantal afgenomen van 17.300 in 2011 naar 13.200 in 2023 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).


Schatting op basis van bevolkingsonderzoek groter dan op basis van zorgregistraties

Het op basis van bevolkingsonderzoek geschatte aantal personen met dementie is wat groter dan het aantal personen dat door een zorgprofessional is gediagnosticeerd met dementie (en waarvoor zorg is gedeclareerd). We veronderstellen dat het verschil voornamelijk het aantal personen met dementie betreft bij wie de ziekte nog niet is gediagnosticeerd. Er is een aantal mogelijke verklaringen voor het feit dat niet alle patiënten met dementie gediagnosticeerd zijn (Huisintveld et al., 2024 Huisintveld, van Munster, Visser, Hempenius, Weinig cognitieve diagnostiek in de eerste lijn: Is een verwijzing naar de geheugenpolikliniek altijd op zijn plaats? (2024) (Huisintveld, van Munster, Visser, Hempenius, Weinig cognitieve diagnostiek in de eerste lijn: Is een verwijzing naar de geheugenpolikliniek altijd op zijn plaats? (2024)) ;Prins et al., 2016 Prins, A, Hemke, F, Pols, J, Moll van Charante, E. P., Diagnosing dementia in Dutch general practice: a qualitative study of GPs' practices and views. (2016) (Prins, A, Hemke, F, Pols, J, Moll van Charante, E. P., Diagnosing dementia in Dutch general practice: a qualitative study of GPs' practices and views. (2016))Richard & Moll van Charante, 2017 Richard, E., Moll van Charante, E. P., Diagnostiek bij geheugenklachten. Bij wie, wat en wanneer? (2017) (Richard, E., Moll van Charante, E. P., Diagnostiek bij geheugenklachten. Bij wie, wat en wanneer? (2017)) ;Zorgstandaard Dementie, 2020):

  • Dementie ontstaat vaak geleidelijk, en is aanvankelijk vaak niet goed te onderscheiden van normale veroudering;
  • Personen met dementie en hun omgeving herkennen de symptomen niet altijd of denken dat er toch niets aan te doen is. Daardoor komen personen met dementie niet of pas laat bij een huisarts.;
  • Voor huisartsen is het soms moeilijk om dementie te herkennen en vast te stellen;
  • Zorgverleners zullen niet snel geneigd zijn de diagnose dementie te stellen als zij daar niet zeker van zijn;
  • Zorgverleners (huisartsen) achten het niet altijd nodig om een formele diagnose dementie te stellen omdat dat zelden consequenties heeft voor het te volgen beleid.

  • H. van Bommel (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))
  • R. Gijsen (RIVM)
  • M. Mulder (RIVM)
  • M.J.J.C. Poos (RIVM)
  • J.W. Vanhommerig (NIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))
  • T.C.H. Hazekamp, red. (RIVM)