Vaccinatiegraad 2005-2021
Sla de grafiek Vaccinatiegraad 2005-2021 over en ga naar de datatabelBron: Heins et al. 2022Heins, M., Korevaar, J., Knottnerus, B., Hooiveld, M., Monitor Vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) 2021, Utrecht (2022)
Van de Nederlandse bevolking krijgt 23% griepprik
In 2021 heeft 22,9% van de totale bevolking en 58,3% van de doelgroep een griepprik gehaald. Circa 39% van de Nederlandse bevolking behoort tot de doelgroep van het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG (Nationaal Programma Grieppreventie)): 60-plussers en mensen met een medische indicatie (Heins et al. 2022Heins, M., Korevaar, J., Knottnerus, B., Hooiveld, M., Monitor Vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) 2021, Utrecht (2022)). De Gezondheidsraad heeft in 2021 een nieuw advies uitgebracht over de medische indicaties voor griepvaccinatie. Alle bestaande risicogroepen werden gehandhaafd, maar bij enkele aandoeningen is de groep specifieker gedefinieerd. Desondanks bleef de omvang van de totale doelgroep voor griepvaccinatie in 2021 ongeveer gelijk aan die van 2020. De hoogste vaccinatiegraad (76,9%) werd in 2021 gevonden onder personen van 65 jaar of ouder die naast hun leeftijd ook een medische indicatie voor vaccinatie hadden (Heins et al. 2022Heins, M., Korevaar, J., Knottnerus, B., Hooiveld, M., Monitor Vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) 2021, Utrecht (2022)).
Effectiviteit griepprik 2012-2020
Sla de grafiek Effectiviteit griepprik 2012-2022 over en ga naar de datatabelBronnen: Reukers et al. 2022Reukers, D.F.M, van Asten, L., Brandsema, P.S., Dijkstra, F., Hendriksen, J.M.T., Hooiveld, M., Jongenotter, F., de Lange, M.M.A., Teirlinck, A.C., Willekens, G., Meijer, A., van Gageldonk-Lafeber, A.B., Annual report Surveillance of COVID-19, influenza and other respiratory infections in the Netherlands: winter 2021/2022, Bilthoven (2022), Darvishian et al. 2017Darvishian, M., Dijkstra, F., van Doorn, E., Bijlsma, M. M. J., Donker, G. A., de Lange, M. M. A., Hak, E, Cadenau, L. M., Schanzer, D. L., Meijer, A., Influenza Vaccine Effectiveness in the Netherlands from 2003/2004 through 2013/2014: The Importance of Circulating Influenza Virus Types and Subtypes (2017).
- Door de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 waren er in het griepseizoen 2020/2021 bijna geen griepgevallen. Daardoor kon de effectiviteit van de griepprik niet berekend worden (Reukers et al. 2021Reukers, D.F.M, van Asten, L., Brandsema, P.S., Dijkstra, F., Hendriksen, J.M.T., Hooiveld, de Lange, M.M.A., Lanooij, Niessen, Teirlinck, Verstraten, Meijer, A., van Gageldonk-Lafeber, A.B., Annual report Surveillance of COVID-19, influenza and other respiratory infections in the Netherlands: winter 2020/2021, Bilthoven (2021)).
Effectiviteit griepvaccinatie 34% in griepseizoen 2021/2022
De geschatte effectiviteit van het vaccin tegen influenza was 34% in het griepseizoen 2021/2022 (Reukers et al. 2022Reukers, D.F.M, van Asten, L., Brandsema, P.S., Dijkstra, F., Hendriksen, J.M.T., Hooiveld, M., Jongenotter, F., de Lange, M.M.A., Teirlinck, A.C., Willekens, G., Meijer, A., van Gageldonk-Lafeber, A.B., Annual report Surveillance of COVID-19, influenza and other respiratory infections in the Netherlands: winter 2021/2022, Bilthoven (2022)). Hoe hoger de vaccineffectiviteit, hoe meer mensen beschermd zijn tegen een griepinfectie. De effectiviteit was in het seizoen 2014/2015 het laagst (0%). Dit kwam omdat het circulerende virus door mutaties niet meer overeenkwam met het vaccinvirus. Als een patiënt na vaccinatie toch influenza krijgt, verloopt de ziekte meestal minder ernstig. De griepprik voorkomt daarom ziekenhuisopnamen en sterfte vanwege influenza en complicaties bij influenza (Gezondheidsraad 2014Gezondheidsraad, Grip op griep, Den Haag (2014)). Het effect van vaccinatie is onder meer afhankelijk van de gelijkenis tussen de influenzastammen die circuleren en de vaccinstammen, van de influenza-activiteit en van het immuunsysteem van de geïnfecteerde persoon. Hiermee kunnen de effecten van de griepvaccinatie per jaar verschillen.
- J. Timmermans (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- M. de Lange (RIVM)
- C. Hendriks, red. (RIVM)