Internationale vergelijking seksueel gedrag jongeren
Sla de grafiek Condoomgebruik bij laatste keer seks internationaal 2018 over en ga naar de datatabelBron: Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC) Study
- De figuur toont percentages voor EU (Europese unie)-landen die deelnemen aan de HBSC (Health Behaviour in School-aged Children)-studie; survey-jaar 2018.
- De volgorde van de landen is gebaseerd op de gemiddelde percentages voor jongens en meisjes (van hoog naar laag).
Condoomgebruik jongens in Nederland hoger dan gemiddeld
Het condoomgebruik van 15-jarige jongens in Nederland was in 2018 hoger dan gemiddeld in Europa. Het condoomgebruik van 15-jarige meisjes in Nederland was juist iets lager dan gemiddeld in Europa. In de meeste landen en regio's was het percentage jongens dat een condoom gebruikte bij de laatste keer seks hoger dan het percentage meisjes. Het percentage condoomgebruik onder 15-jarigen was het laagst in Malta. Ook in Zweden en Wales was het percentage condoomgebruik laag. Minder dan de helft van de 15-jarigen in deze landen gaf aan een condoom te hebben gebruikt bij de laatste keer seks. Onder 15-jarigen in Europa is het gemiddelde percentage condoomgebruik licht (2%) gedaald tussen 2014 en 2018.
Internationale vergelijking abortusratio
Sla de grafiek Abortusratio 2019 over en ga naar de datatabelBron: WHO European Health for All Database (WHO-HFA), 2022
- De abortusratio geeft de verhouding aan tussen het aantal zwangerschapsafbrekingen en het aantal levend geboren kinderen in dat jaar.
- Geen actuele of betrouwbare cijfers voor Cyprus, Luxemburg, Malta, Oostenrijk en Portugal
Aantal abortussen relatief laag in Nederland
Vergeleken met andere Europese landen is het aantal abortussen per 1.000 levendgeborenen in Nederland laag. De verschillen tussen de landen zijn groot en variëren van 355 per 1.000 levendgeborenen in Bulgarije tot 3 in Polen. Er zijn geen internationaal vergelijkbare cijfers van het abortuscijfer (het aantal zwangerschapsafbrekingen per 1.000 vrouwen in de leeftijd 15-44 jaar).
Wetgeving en praktijk rond abortus verschillen binnen Europa
Wetgeving en praktijk rond abortus verschillen sterk per land (FIOM 2018FIOM, Abortus blijvend onderwerp van discussie (2018)). Binnen Europa is abortus vaak onder voorwaarden toegestaan. Van oudsher (overwegend) katholieke landen hebben over het algemeen strengere abortuswetgeving dan veel andere Europese landen. Zo was Ierland in 2013 het één na laatste land binnen de Europese Unie dat abortus legaliseerde, al was dit onder de voorwaarde dat het leven van de vrouw in gevaar moet zijn. In Polen is abortus toegestaan als de vrouw in gevaar is of als de vrouw zwanger is als gevolg van incest of verkrachting. In de praktijk zijn er in Polen echter ook vrouwen die wel aan deze voorwaarden voldoen, maar desondanks geen arts vinden die de abortus wil uitvoeren. Zij weigeren op religieuze gronden de behandeling uit te voeren (FIOM 2018FIOM, Abortus blijvend onderwerp van discussie (2018)). Malta is het enige land met een absoluut abortusverbod.
Veel vrouwen wijken voor abortus uit naar het buitenland
Naar schatting wijken jaarlijks duizenden Poolse vrouwen uit naar Duitsland, Slowakije, Oostenrijk of Nederland voor een abortus (FIOM 2018FIOM, Abortus blijvend onderwerp van discussie (2018)). Het percentage vrouwen dat uit het buitenland naar Nederland komt voor een abortusbehandeling schommelde tot 2016 rond de 13% van alle zwangerschapsafbrekingen. Sindsdien was er een daling zichtbaar. In 2021 is 9,5% van de abortusbehandelingen in Nederland uitgevoerd bij vrouwen die in het buitenland wonen (FIOM, 2022). Dat aantal ligt iets hoger dan in 2020. De stijging wordt hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt doordat de abortuswetgeving in een aantal andere Europese landen (waaronder Polen) in de afgelopen jaren strikter is geworden. Door de reisbeperkingen tijdens de coronapandemie waren de effecten hiervan nog niet zichtbaar in 2020. De meeste buitenlandse vrouwen die in Nederland een abortusbehandeling ondergaan zijn afkomstig uit Duitsland en Polen. Met name onder Poolse vrouwen is een flinke stijging te zien van 266 in 2019 naar 308 in 2020 (FIOM, 2022).
- A.M. Gommer (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- E.A. van der Wilk (RIVM)