Automatisch coderen bij CBS-doodsoorzakenstatistiek
Met ingang van het statistiekjaar 2013 codeert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)) doodsoorzakenformulieren automatisch met behulp van het softwarepakket IRIS. Dit is een verschil met voorgaande jaren waarin doodsoorzakenformulieren handmatig werden verwerkt. Automatische codering brengt een betere internationale vergelijkbaarheid en reproduceerbaarheid van de gegevens met zich mee. Het veroorzaakt echter ook verschuivingen in doodsoorzaken. Daardoor zijn de sterftecijfers vanaf het jaar 2013 niet altijd goed vergelijkbaar met sterftecijfers uit eerdere jaren. Voor meer informatie over het automatisch coderen verwijzen wij naar vier artikelen van het CBS:
- Het automatisch coderen van doodsoorzaken. Een nieuwe werkwijze bij de doodsoorzakenstatistiek (Harteloh et al., 2014 (Harteloh, P. P. M., van Hilten, O, Kardaun, J. W. P. F., Het automatisch coderen van doodsoorzaken. Een nieuwe werkwijze bij de doodsoorzakenstatistiek, Den Haag (2014)) )
- Verschuivingen in de doodsoorzakenstatistiek bij de introductie van het automatisch coderen (Harteloh, 2014 (Harteloh, P. P. M., Verschuivingen in de doodsoorzakenstatistiek bij de introductie van het automatisch coderen, Den Haag (2014)) )
- Van handmatig naar automatisch coderen van doodsoorzaken. Een bridge coding study (Harteloh, 2015 (Harteloh, P. P. M., Van handmatig naar automatisch coderen van doodsoorzaken. Een bridge coding study, Den Haag (2015)) )
- Veranderingen in de doodsoorzakenstatistiek 2012-2013 (Harteloh, 2016 (Harteloh, P. P. M., Veranderingen in de doodsoorzakenstatistiek 2012-2013, Den Haag (2016)) )
Definitie sterfte aan COVID-19 wijkt enigszins af
Standaard wordt in de doodsoorzakenstatistiek de onderliggende doodsoorzaak (De ziekte of de gebeurtenis die aan de basis ligt van een aaneenschakeling van gebeurtenissen die tot de dood leidt.
) gepresenteerd. Deze is gedefinieerd als de ziekte of de gebeurtenis waarmee de aaneenschakeling van gebeurtenissen die tot de dood leidde, startte. Bij een zogenaamde uitwendige (niet natuurlijke) doodsoorzaak (ongeval, geweld of bijvoorbeeld suïcide) wordt vrijwel altijd de gebeurtenis (bijvoorbeeld een vervoersongeval) als onderliggende doodsoorzaak aangemerkt en wordt het ontstane letsel apart gecodeerd. Dat is de reden dat bijvoorbeeld verwondingen en fracturen niet in de ranglijst zijn opgenomen.
De definitie van overlijden aan COVID-19 wijkt om reden van surveillance enigszins af van de wijze waarop een aandoening standaard als (onderliggende) doodsoorzaak wordt aangemerkt. Hierbij worden de instructies van de WHO gevolgd. Overlijden aan COVID-19 is gedefinieerd als overlijden aan een aandoening gerelateerd aan COVID-19. Dit wil zeggen dat COVID-19 wordt aangemerkt als doodsoorzaak in alle gevallen van natuurlijk overlijden waarbij COVID-19 op het doodsoorzakenformulier is vermeld in de oorzakelijke keten. Wanneer COVID-19 en een andere aandoening op het doodsoorzakenformulier staan vermeld als aandoeningen die deel uitmaken van de oorzakelijke keten, wordt COVID-19 aangemerkt als doodsoorzaak.