Hoogste sterfte aan coronaire hartziekten in Groningen

De hoogste sterfte aan coronaire hartziekten is geregistreerd in de regio Groningen. Vooral in het westen van Nederland is er sprake van lagere sterfte. De in de kaart weergegeven sterfte per GGD Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst )-regio is gecorrigeerd voor verschillen in de omvang en leeftijdssamenstelling van de bevolking (standaardisatie). In de periode 2017 t/m 2020 zijn 33.080 mensen overleden aan coronaire hartziekten (CHZ Coronaire hartziekten. Aandoeningen die worden veroorzaakt door afwijkingen in de kransslagaders (coronairarteriën). (Coronaire hartziekten. Aandoeningen die worden veroorzaakt door afwijkingen in de kransslagaders (coronairarteriën).)) in Nederland. Dat zijn jaarlijks gemiddeld 8.270 sterfgevallen en komt overeen met 4,9 sterfgevallen per 10.000 inwoners. Coronaire hartziekten (CHZ) vallen onder de hoofdgroep ziekten van het hartvaatstelsel en zijn de meest voorkomende ziekten van het hartvaatstelsel. Het meest kenmerkend zijn vernauwingen in de kransslagaders (coronairarterieën).  De belangrijkste doodsoorzaak binnen de coronaire hartziekten is het acuut hartinfarct


Hoogste sterfte aan acuut hartinfarct in Groningen en Gooi en Vechtstreek

De hoogste sterfte aan een acuut hartinfarct is geregistreerd in de regio's roningen en Gooi en Vechtstreek. De regio's Hollands Midden en Hollands Noorden kennen de laagste sterfte aan een acuut hartinfarct. De in de kaart weergegeven sterfte per GGD Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst )-regio is gecorrigeerd voor verschillen in de omvang en leeftijdssamenstelling van de bevolking (standaardisatie). In Nederland zijn volgens de CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Doodsoorzakenstatistiek in de periode 2017 t/m 2020 19.705 mensen overleden aan een acuut hartinfarct. Dat zijn jaarlijks gemiddeld 4.926 sterfgevallen en komt overeen met 2,9 sterfgevallen per 10.000 inwoners. Het acuut hartinfarct is daarmee binnen de groep coronaire hartziekten (CHZ Coronaire hartziekten. Aandoeningen die worden veroorzaakt door afwijkingen in de kransslagaders (coronairarteriën). (Coronaire hartziekten. Aandoeningen die worden veroorzaakt door afwijkingen in de kransslagaders (coronairarteriën).)) de belangrijkste doodsoorzaak. Coronaire hartziekten vallen weer onder de hoofdgroep ziekten van het hartvaatstelsel.


Hoogste sterfte aan overige coronaire hartziekten in Gelderland-Zuid

De hoogste sterfte aan een acuut hartinfarct is geregistreerd in regio Gelderland-Zuid. Andere regio's die hoog scoren liggen vooral in het oosten van het land. De regio's Gooi en Vechtstreek en Hollands Midden kennen de laagste sterfte aan overige coronaire hartziekten. De in de kaart weergegeven sterfte per GGD Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst )-regio is gecorrigeerd voor verschillen in de omvang en leeftijdssamenstelling van de bevolking (standaardisatie). In Nederland zijn volgens de CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Doodsoorzakenstatistiek in de periode 2017 t/m 2020 13.375 mensen overleden aan ovrige coronaire hartziekten. Dat zijn jaarlijks gemiddeld 3.344 sterfgevallen en komt overeen met 1,9 sterfgevallen per 10.000 inwoners.


  • Bronverantwoording
  • Methoden: Berekening totale sterfte en sterfte naar doodsoorzaak per regio
  • De regionale spreiding is getoetst een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil (een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil ) ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Deze significantieniveaus zijn via de kaart op te vragen. Significantie geeft een nadere verklaring van de waarde die we mogen hechten aan de gepresenteerde verschillen. 
  • Achterliggende cijfers op RIVM-Statline

  • C. Deuning (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • H. Giesbers (RIVM)