Levensverwachting bij geboorte naar opleiding
Sla de grafiek Levensverwachting bij geboorte naar opleiding 2017-2020 over en ga naar de datatabelBron: CBS StatLine
- Laag onderwijsniveau = basisonderwijs, vmbo (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) of de assistentenopleiding (mbo (Middelbaar beroepsonderwijs)-1).
- Middelbaar onderwijsniveau = bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4)
- Hoog onderwijsniveau = hbo (Hoger beroepsonderwijs) of wo (Wetenschappelijk Onderwijs)
- Levensverwachting wordt berekend over een periode van vier jaar. Als gevolg van de sterfte aan COVID-19 is de levensverwachting (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) bij geboorte in 2020 voor zowel mannen als vrouwen lager dan in voorgaande jaren. Het is momenteel niet bekend in welke mate de pandemie invloed heeft gehad op deze uitkomsten naar onderwijsniveau.
Hoogopgeleide mannen en vrouwen leven langer
Hoogopgeleide mannen leven 5,8 jaar langer dan laagopgeleide mannen, hoogopgeleide vrouwen 4,3 jaar langer dan laagopgeleide vrouwen. Dit is een verschil van gemiddeld 4,4 jaar in levensverwachting (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) tussen hoog- en laagopgeleiden.
Hoe hoger de opleiding hoe hoger de levensverwachting
Naarmate het opleidingsniveau hoger is, stijgt de levensverwachting, zowel bij mannen als vrouwen. Het is dus niet alleen de groep met het laagste opleidingsniveau die een lagere levensverwachting heeft. Ook de middencategorie heeft een lagere levensverwachting dan de hoogst opgeleiden.
Levensverwachting op 65 jaar naar opleiding
Sla de grafiek Levensverwachting op 65 jaar naar opleiding 2017-2020 over en ga naar de datatabelBron: CBS StatLine
- Laag onderwijsniveau = basisonderwijs, vmbo (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) of de assistentenopleiding (mbo (Middelbaar beroepsonderwijs)-1).
- Middelbaar onderwijsniveau = bovenbouw van havo/ vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4)
- Hoog onderwijsniveau = hbo (Hoger beroepsonderwijs) of wo (Wetenschappelijk Onderwijs)
- Levensverwachting wordt berekend over een periode van vier jaar. Als gevolg van de sterfte aan COVID-19 is de levensverwachting (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) bij geboorte in 2020 voor zowel mannen als vrouwen lager dan in voorgaande jaren. Het is momenteel niet bekend in welke mate de pandemie invloed heeft gehad op deze uitkomsten naar onderwijsniveau.
Levensverwachting op 65-jarige leeftijd hoger voor hoogopgeleiden
Verschillen in (resterende) levensverwachting (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) naar opleidingsniveau bestaan ook op oudere leeftijd. Er zijn dus niet alleen verschillen in levensverwachting onder de 65 jaar, maar ook op oudere leeftijd zijn er nog verschillen in levensverwachting tussen opleidingsgroepen. Mannen van 65 jaar met alleen lager onderwijs leven gemiddeld nog 17,6 jaar, terwijl hoogopgeleide mannen op die leeftijd nog een levensverwachting van 20,6 jaar hebben. Dit is een verschil van 3 jaar. Voor vrouwen is het verschil in levensverwachting naar opleidingsniveau op 65-jarige leeftijd 2,2 jaar. Laagopgeleide vrouwen van 65 jaar leven gemiddeld nog 20,8 jaar en hoogopgeleide vrouwen van die leeftijd nog 23 jaar.
- Definities
- Methoden
- Toelichting bij de analyse van opleidingsniveaus
- Gezonde levensverwachting
- De levensverwachting (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) wordt hier voor 3 opleidingsklassen gepresenteerd. In het verleden maakte het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)Centraal Bureau voor de Statistiek onderscheid in 4 klassen. Daardoor zijn de huidige cijfers niet goed vergelijkbaar met oudere cijfers. Zie Methodebeschrijving (gezonde) levensverwachting naar opleidingsniveau.
- C. Zomer (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- J.W. Bruggink (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek))
- M.H.D. Plasmans (RIVM)
- A.H. Uiters (RIVM)