Verhouding mannen en vrouwen verschillend bij geweld en zelfbeschadiging
In 2023 was bij één op de twintig SEH (Spoedeisende hulp)-bezoeken voor letsel (29.900) sprake van opzettelijk toegebracht letsel, dat wil zeggen letsel als gevolg van geweldpleging of zelfbeschadiging. De verhouding tussen mannen en vrouwen verschilt sterk per toedracht. Het aantal vrouwen dat de SEH bezocht in verband met zelf toegebracht letsel is ruim twee keer groter dan het aantal mannen. Voor letsel door geweld geldt het omgekeerde.
SEH-bezoeken voor letsel geweld 2023
Sla de grafiek SEH-bezoeken voor letsel geweld 2023 over en ga naar de datatabelBron: Letsel Informatie Systeem (LIS), VeiligheidNL (Stam, 2024 (Stam, C., Letsels 2023; Kerncijfers LIS, Amsterdam (2024)) )
- Absolute aantallen zijn zichtbaar in de tabelweergave.
- Geen balkje betekent (onderliggend) aantal <100.
- Door afronding kan het totaal aantal afwijken van de som van het aantal mannen en vrouwen.
Mannen 15 t/m 29 jaar grootste groep op SEH voor letsel door geweld
In 2023 werd 15.400 keer een SEH (Spoedeisende hulp)-afdeling bezocht voor letsel door geweld, 10.800 keer door mannen en 4.600 door vrouwen (120 per 100.000 mannen en 51 per 100.000 vrouwen). Relatief veel jonge mannen (van 15 tot en met 29 jaar) bezoeken de SEH-afdeling voor letsel door geweld. Bij ruim een derde (37%; 5.700) van de SEH-bezoeken was sprake van ernstig letsel.
SEH-bezoeken voor zelf toegebracht letsel 2023
Sla de grafiek SEH-bezoeken voor zelf toegebracht letsel 2023 over en ga naar de datatabelBron: Letsel Informatie Systeem (LIS), VeiligheidNL (Stam, 2024 (Stam, C., Letsels 2023; Kerncijfers LIS, Amsterdam (2024)) )
- Absolute aantallen zijn zichtbaar in de tabelweergave.
- Geen balkje betekent (onderliggend) aantal <100.
- Door afronding kan het totaal aantal afwijken van de som van het aantal mannen en vrouwen.
Vrouwen 15 t/m 29 jaar grootste groep op SEH voor zelf toegebracht letsel
In 2023 werd de SEH (Spoedeisende hulp)-afdeling ongeveer 14.500 keer bezocht in verband met zelf toegebracht letsel, 4.600 keer door mannen en 9.900 keer door vrouwen (52 per 100.000 mannen en 110 per 100.000 vrouwen). Het risico op een SEH-bezoek voor letsel door zelf toegebracht letsel is het grootst in de leeftijdsgroep 15 tot en met 29 jaar.
In 5% van de SEH-bezoeken was sprake van ernstig letsel (700 van de 14.500 bezoeken). Het lage aandeel ernstige letsels heeft onder andere te maken met het feit dat een vergiftiging (wat hierbij veel voorkomt) als niet-ernstig wordt gecodeerd omdat de ernst van de vergiftiging meestal niet bekend is.
SEH-bezoeken voor opzettelijk toegebracht ernstig letsel 2014-2023
Sla de grafiek SEH-bezoeken voor opzettelijk toegebracht ernstig letsel 2014-2023 over en ga naar de datatabelBron: Letsel Informatie Systeem (LIS), VeiligheidNL (Stam, 2024 (Stam, C., Letsels 2023; Kerncijfers LIS, Amsterdam (2024)) )
- Ernstig letsel is gedefinieerd als letsel met een ernst uitgedrukt in een MAIS (Maximum Abbreviated Injury Scale) (Maximum Abbreviated Injury Score) van ten minste 2.
- Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2023
SEH-bezoek voor opzettelijk toegebracht ernstig letsel niet toe- of afgenomen
Uit een trendanalyse uitgevoerd door VeiligheidNL blijkt dat het aantal SEH (Spoedeisende hulp)-bezoeken in verband met ernstig letsel als gevolg van geweld in de periode 2014-2023 niet significant is toe- of afgenomen. Het aantal SEH-bezoeken in verband met ernstig letsel door geweld is in 2023 wel weer gedaald na de piek in 2022 die plaatsvond na de COVID-19-jaren. Ook het aantal SEH-bezoeken in verband met ernstig zelf toegebracht letsel is in de periode 2014-2023 niet significant toe- of afgenomen (Stam, 2024 (Stam, C., Letsels 2023; Kerncijfers LIS, Amsterdam (2024)) ). Na jaren van stijging sinds 2017, heeft in 2023 wel een daling plaatsgevonden naar het niveau van 2017. De COVID-19-uitbraak lijkt geen effect te hebben gehad op het aantal SEH-bezoeken in verband met ernstig zelf toegebracht letsel. Dit in tegenstelling tot diverse andere oorzaken van letsel.
- C. Stam (VeiligheidNL)
- A.M. Gommer, red. (RIVM)
- T. Hazekamp, red. (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- Y.V. Muhren, red. (RIVM)