Onderscheid cijfers Centra Seksuele Gezondheid en huisartsen
De twee belangrijkste bronnen voor soa (Seksueel overdraagbare aandoeningen)-data zijn Centra Seksuele Gezondheid (CSG (Centra Seksuele Gezondheid, in Nederland bestaan acht regio's voor de uitvoering van de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg. )) en huisartsenregistratie. Dit zijn twee losstaande bronnen met een andere manier van dataverzameling, waardoor de cijfers lastig te vergelijken zijn. Ook zijn de cijfers van CSG's over 2024 en die van huisartsen over 2023. Samen geven deze twee bronnen echter een completer beeld van de huidige situatie omtrent soa in Nederland.
Diagnosen genitale wratten vooral bij de huisarts gesteld
Veruit het grootste deel van de diagnosen van genitale wratten wordt gesteld bij de huisarts. In 2023 waren er naar schatting 48.600 diagnosen van genitale wratten (45.800 in 2022). Huisartsen rapporteerden genitale wratten vaker bij mannen dan bij vrouwen. In 2024 was het aantal diagnosen van genitale wratten bij de CSG (Centra Seksuele Gezondheid, in Nederland bestaan acht regio's voor de uitvoering van de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg. )’s 806 (743 in 2023). (El-Jobouri et al., 2025 (El-Jobouri, Kayaert, Visser, Sarink, de Coul, Alexiou, van Bergen, de Vries, Pinedo, Bulsink, van Bokhoven-Rombouts, Vanhommerig, van Sighem, van Benthem, Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2024, Bilthoven (2025))).
- M. Visser (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- Y.V. Muhren, red. (RIVM)