10.600 diagnosen van gonorroe in 2022

In 2022 zijn er in totaal 10.600 gonorroe diagnosen vastgesteld bij de Centra Seksuele Gezondheid (CSG Centra Seksuele Gezondheid, in Nederland bestaan acht regio's voor de uitvoering van de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg. (Centra Seksuele Gezondheid, in Nederland bestaan acht regio's voor de uitvoering van de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg.)). Bij CSG’s kunnen mensen met een grotere kans op soa Seksueel overdraagbare aandoeningen (Seksueel overdraagbare aandoeningen), zich gratis laten testen. Sinds augustus 2019 bieden deze centra ook zorg aan mannen die seks hebben met mannen (MSM Mannen die seks hebben met mannen (Mannen die seks hebben met mannen)) die een geneesmiddel krijgen dat hiv Human immunodeficiency virus (Humane Immunodeficiëntievirus) (Human immunodeficiency virus (Humane Immunodeficiëntievirus)) voorkomt (Pre-Expositie Profylaxe, PrEP Nationaal Pre-Expositie Profylaxe (PrEP) pilot programma gestart bij de Centra Sexuele Gezondheid voor personen die een hoog risico lopen op een hiv-infectie. (Nationaal Pre-Expositie Profylaxe (PrEP) pilot programma gestart bij de Centra Sexuele Gezondheid voor personen die een hoog risico lopen op een hiv-infectie.)). Deze groep wordt elke drie maanden getest op soa (MSM-PrEP pilot).  De overige MSM-consulten vallen onder ASG Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg-regeling (Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg-regeling)-regeling en worden MSM–ASG genoemd.
Bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) was gonorroe de meest voorkomende soa (Kayaert et al. 2023 Kayaert, L., Sarink, D., Visser, M., van Wees, D.A., Willemstein, I.J.M., Op de Coul, E.L.M., Alexiou, Z.W., de Vries, A., Kusters, J.M.A., van Aar, F., Götz, H.M., Vanhommerig, J.W., van Sighem, A.I., van Benthem, B.H.B., Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2022, Bilthoven (2023) (Kayaert, L., Sarink, D., Visser, M., van Wees, D.A., Willemstein, I.J.M., Op de Coul, E.L.M., Alexiou, Z.W., de Vries, A., Kusters, J.M.A., van Aar, F., Götz, H.M., Vanhommerig, J.W., van Sighem, A.I., van Benthem, B.H.B., Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2022, Bilthoven (2023)) ).

Tabel: Aantal testen en percentage positieve testen bij Centra Seksuele Gezondheid (CSG) in 2022.

  Vrouwen Heteromannen MSM-CSG MSM-PrEP Gender-diversen
Aantal testen 62.691 27.866 44.048 27.423 1.645
Positieve testen (n) 1.458 666 5.617 2.686 173
Positieve testen (%) 2,3 2,4 12,8 9,8 10,5

Aantal testen en positieve gonorroetesten 2013-2022

Sla de grafiek Aantal consulten en positieve gonorroetesten Centra Seksuele Gezondheid 2013-2022 over en ga naar de datatabel

Bron: Centra Seksuele Gezondheid

  • MSM Mannen die seks hebben met mannen (Mannen die seks hebben met mannen) = Mannen die seks hebben met mannen
  • MSM–PrEP Nationaal Pre-Expositie Profylaxe (PrEP) pilot programma gestart bij de Centra Sexuele Gezondheid voor personen die een hoog risico lopen op een hiv-infectie. (Nationaal Pre-Expositie Profylaxe (PrEP) pilot programma gestart bij de Centra Sexuele Gezondheid voor personen die een hoog risico lopen op een hiv-infectie.) pilot zijn niet meegenomen. MSM in de PrEP pilot worden elke drie maanden getest op soa Seksueel overdraagbare aandoeningen (Seksueel overdraagbare aandoeningen). Hierdoor is het vindpercentage van deze groep niet vergelijkbaar met de vindpercentages bij consulten in de ASG Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg-regeling (Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg-regeling) regeling.
  • Het aantal genderdiverse personen is laag, daarom is deze groep niet meegenomen.

In 2022 toename aantal gonorroediagnosen

In 2022 kregen 10.600 mensen de diagnose gonorroe binnen de Centra Seksuele Gezondheid (CSG Centra Seksuele Gezondheid, in Nederland bestaan acht regio's voor de uitvoering van de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg. (Centra Seksuele Gezondheid, in Nederland bestaan acht regio's voor de uitvoering van de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg.)), een stijging van 33% in vergelijking met 2021 (7.964). De percentages vrouwen en heteroseksuele mannen met gonorroe zijn in 2022, na een lichte daling in 2021, toegenomen naar respectievelijk 2,3% en 2,4 %. Dit is het hoogste percentage onder vrouwen sinds 2013 (Kayaert et al. 2023 Kayaert, L., Sarink, D., Visser, M., van Wees, D.A., Willemstein, I.J.M., Op de Coul, E.L.M., Alexiou, Z.W., de Vries, A., Kusters, J.M.A., van Aar, F., Götz, H.M., Vanhommerig, J.W., van Sighem, A.I., van Benthem, B.H.B., Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2022, Bilthoven (2023) (Kayaert, L., Sarink, D., Visser, M., van Wees, D.A., Willemstein, I.J.M., Op de Coul, E.L.M., Alexiou, Z.W., de Vries, A., Kusters, J.M.A., van Aar, F., Götz, H.M., Vanhommerig, J.W., van Sighem, A.I., van Benthem, B.H.B., Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2022, Bilthoven (2023)) ).

Vanwege COVID-19 zijn in 2020 en 2021 minder mensen getest bij de CSG's. Alleen mensen met het hoogste risico werden getest. Dit resulteerde in een lager aantal consulten en een hoger vindpercentage in 2020 en 2021.


Huisarts diagnosticeerde ongeveer 12.700 gonorroe in 2021

Huisartsen stelden in 2021 naar schatting bij 12.700 personen gonorroe vast (1,1 per 1.000 personen). Gonorroe komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen (1,5 per 1.000 mannen; 0,8 per 1.000 vrouwen). Ten opzichte van 2020 is er sprake van een daling (Kayaert et al. 2023 Kayaert, L., Sarink, D., Visser, M., van Wees, D.A., Willemstein, I.J.M., Op de Coul, E.L.M., Alexiou, Z.W., de Vries, A., Kusters, J.M.A., van Aar, F., Götz, H.M., Vanhommerig, J.W., van Sighem, A.I., van Benthem, B.H.B., Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2022, Bilthoven (2023) (Kayaert, L., Sarink, D., Visser, M., van Wees, D.A., Willemstein, I.J.M., Op de Coul, E.L.M., Alexiou, Z.W., de Vries, A., Kusters, J.M.A., van Aar, F., Götz, H.M., Vanhommerig, J.W., van Sighem, A.I., van Benthem, B.H.B., Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2022, Bilthoven (2023)) ).


  • M. Visser (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • H. Giesbers, red. (RIVM)