Deel gezichtsstoornissen is te voorkómen
Een deel van de gezichtsstoornissen (staar (Staar (of cataract) is een vertroebeling van de ooglens die ontstaat door verandering van de eiwitsamenstelling en het watergehalte van de ooglens.), glaucoom (Kenmerkt zich door een verlies van zenuwvezels van het netvlies. In ongeveer 70% van de gevallen is er sprake van een verhoogde oogboldruk.), leeftijdsgebonden maculadegeneratie en diabetische retinopathie) is te voorkómen. Zo zijn diabetische retinopathie en glaucoom voor een belangrijk deel te voorkomen door primaire preventie. Het gaat dan om interventies die aangrijpen op bekende risicofactoren zoals glucosegehalte en bloeddruk bij diabetes mellitus en hoge oog(bol)druk bij glaucoom. Ook zijn er aanwijzingen dat voedingssupplementen bij voorstadia van maculadegeneratie kunnen bijdragen aan het verminderen van de kans op het ontstaan van ernstige vormen van maculadegeneratie. Staar is niet te voorkomen.
Preventiemogelijkheden gezichtsstoornissen
Oogziekte |
Preventiemogelijkheden |
---|---|
Staar |
- |
Glaucoom |
Behandeling van hoge oogdruk met medicatie of laser (Peeters et al. 2010) |
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie |
Preventie van ernstige maculadegeneratie met voedingssupplementen (AREDS 2001; AREDS2 2013) |
Diabetische retinopathie (Netvliesaandoening die als complicatie kan voorkomen bij diabetespatiënten ten gevolge van schade aan de kleine bloedvaatjes van de ogen.) |
Verlaging glucose en bloeddruk; secundaire preventie van ernstige vormen van diabetische retinopathie middels panretinale fotocoagulatie (UK Prospective Diabetes Study Group 1998; The Diabetes Control and Complications Trial Research Group 1993; Early Treatment Diabetic Retinopathy Study Research Group 1991). |
Screening en behandeling diabetische retinopathie is kosteneffectief
Screening op diabetische retinopathie bij mensen met gediagnosticeerde diabetes blijkt, afhankelijk van de frequentie, kosteneffectief en soms kostenbesparend. Dit blijkt uit een systematische review naar kosteneffectiviteit van diabetesinterventies (Li et al. 2010).
- M.J.J.C. Poos (RIVM)
- L.C.J. Slobbe † (RIVM)
- C.A.B. Webers (Maastricht UMC (Universitair Medisch Centrum)+)
- J.S.A.G. Schouten (Maastricht UMC+)