Sterfte naar geboortegewicht in 2018

Sla de grafiek Sterfte naar geboortegewicht in 2018 over en ga naar de datatabel

Bron: Perined 2019Perined, Perinatale zorg in Nederland anno 2018: landelijke perinatale cijfers en duiding, Utrecht (2019) afkomstig van Perined; gegevens bewerkt door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)

  • Absolute aantallen alleen zichtbaar in de tabelweergave.
  • Perinatale sterfte Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. (Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen.) (28d): Aantal doodgeborenen na een zwangerschapsduur van 22 weken of meer (foetale sterfte) en sterfte in de eerste 28 dagen (laat neonatale sterfte Aantal overledenen in de eerste vier levensweken. Deze sterftemaat wordt uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen. (Aantal overledenen in de eerste vier levensweken. Deze sterftemaat wordt uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen.)); per 1.000 levend- en doodgeborenen.

Hogere sterfte bij lager geboortegewicht 

De perinatale sterfte Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. (Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. ) is het hoogste bij kinderen met een geboortegewicht onder het tiende percentiel (P10) op de Hoftiezer geboortegewichtcurve, dit zijn de kinderen waarbij het geboortegewicht lager is dan men zou verwachten op basis van geslacht en zwangerschapsduur. De perinatale sterfte lijkt het laagst te zijn bij een Hoftiezer-gewichtspercentiel van p50-p97. Een groot deel van de sterfte treedt echter op in de groep waarvoor geen Hoftiezergewichtspercentiel kon worden berekend (346 van 1.288 perinataal overleden kinderen), als gevolg van het ontbreken van de zwangerschapsduur of het gewicht van het kind (Perined 2019Perined, Perinatale zorg in Nederland anno 2018: landelijke perinatale cijfers en duiding, Utrecht (2019)).

Laag geboortegewicht verantwoordelijk voor 85% van perinatale sterfte

Een laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap (onder het 10e percentiel op de geboortegewichtcurve) is samen met aangeboren afwijkingen, vroeggeboorte en een slechte start bij de geboorte (Apgar-score De Apgarscore geeft inzicht in de algemene toestand van een pasgeboren baby. Hierbij wordt de baby enkele minuten na de geboorte getest op vijf vitale criteria: ademhaling, pols- en hartslag, spiertonus, kleur van de huid en reactie op prikkels. (De Apgarscore geeft inzicht in de algemene toestand van een pasgeboren baby. Hierbij wordt de baby enkele minuten na de geboorte getest op vijf vitale criteria: ademhaling, pols- en hartslag, spiertonus, kleur van de huid en reactie op prikkels.) bij geboorte van <7 na 5 minuten) verantwoordelijk voor 85% van de perinatale sterfte in Nederland (Bonsel et al. 2010Bonsel, G. J., Birnie, E., Denktaş, S., Poeran, J. J., Steegers, E.A.P, Lijnen in perinatale sterfte. Signalementstudie Zwangerschap en Geboorte 2010, Rotterdam (2010)).

Meer informatie

  • A.J.M. Waelput (Erasmus MC)
  • M. Harbers, red. (RIVM)
  • F.F. Jager red. (RIVM)