Op deze pagina
Oorzaken laag geboortegewicht
Diverse factoren van invloed op geboortegewicht en foetale groei
Baby’s kunnen een laag geboortegewicht hebben omdat ze te vroeg geboren zijn, door foetale groeivertraging of door beiden. Een kortere zwangerschapsduur hangt samen met een lager geboortegewicht. Sommige gezonde op tijd geboren baby’s kunnen echter ook een laag geboortegewicht hebben omdat ze in aanleg klein zijn. Zo blijken niet-westerse kinderen genetisch lichter dan kinderen van westerse komaf (Troe et al. 2007 (Troe, E.J.W.M., Raat, H., Jaddoe, V.W.V., Hofman, A., Looman, C. W. N., Moll, H.A., Steegers, E.A.P, Verhulst, F.C., Witteman, J.C.M., Mackenbach, Explaining differences in birthweight between ethnic populations. The Generation R Study. (2007)) ). Van groeivertraging is pas sprake als een baby in verhouding tot de zwangerschapsduur te klein is. Voor jongens en meisjes gelden andere grenzen omdat meisjes gemiddeld lichter zijn dan jongens (Perined 2017 (Perined, Perined (Hoftiezer) geboortegewichtcurven (2017)) ). Ook het aantal keren dat een vrouw is bevallen (pariteit) heeft invloed op het geboortegewicht (Shah & Knowledge Synthesis Group on Determinants of LBW/PT births 2010 (Shah, P.S., Knowledge Synthesis Group on Determinants of LBW/PT births, Parity and low birth weight and preterm birth: a systematic review and meta-analyses. (2010)) ). Waarschijnlijk spelen meerdere factoren een rol (multifactorieel) bij het ontstaan van groeivertraging (zie tabel). Vaak komen deze factoren gezamenlijk voor of lokt de ene risicofactor de andere uit (Timmermans et al. 2011 (Timmermans, Bonsel, Steegers-Theunissen, R.P.M., Mackenbach, Steyerberg, Raat, H., Verbrugh, Tiemeier, Hofman, Birnie, Looman, Jaddoe, V.W.V., Steegers, E.A.P, Individual accumulation of heterogeneous risks explains perinatal inequalities within deprived neighbourhoods (2011)) ; Lanting et al. 2009 (Lanting, CI., Segaar, D, Bennebroek-Gravenhorst, J, Buitendijk, S. E., van Wouwe, J. P., Crone, M. R., Clustering of socioeconomic, behavioural, and neonatal risk factors for infant health in pregnant smokers. (2009)) ). Voor een deel komen de risicofactoren voor groeivertraging overeen met de factoren die de kans op een vroeggeboorte verhogen. We lichten er hieronder een aantal uit.
Kenmerken moeder hebben invloed op foetale groei
Diverse kenmerken van de moeder zijn van invloed op de foetale groei, zoals lengte, gewicht, leeftijd (<14 en >35 jaar), etniciteit en sociaal-economische klasse (NVOG 2017 (NVOG, NVOG-richtlijn Foetale groeirestrictie (FGR), 2017 (2017)) ; Ruiz et al. 2015 (Ruiz, M, Goldblatt, P, Morrison, J, Kukla, L, Vancara, J. Š., Riitta-Järvelin, M, Taanila, A, Saurel-Cubizolles, M, Lioret, S, Bakoula, C, Veltsista, A, Porta, D, Forastiere, F, van Eijsden, M., Eggesbø, M, White, RA., Barros, H, Correia, S, Vrijheid, M, Torrent, M, Rebagliato, M, Larrañaga, I, Ludvigsson, J, Olsen-Faresjö, Å., Hryhorczuk, D, Antipkin, Y, Vrijkotte, T. G. M., Marmot, M., Pikhart, H, Mother's education and the risk of preterm and small for gestational age birth: a DRIVERS meta-analysis of 12 European cohorts. (2015)) ; Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Bakker et al. 2011 (Bakker, R., Steegers, E.A.P, Biharie, A. A., Mackenbach, J. P., Hofman, A., Jaddoe, V.W.V., Explaining differences in birth outcomes in relation to maternal age: the Generation R Study. (2011)) ; Goedhart et al. 2008 (Goedhart, G., van Eijsden, M., van der Wal, M.F., Bonsel, G. J., Ethnic differences in term birthweight: the role of constitutional and environmental factors. (2008)) ; Ohlsson & Shah 2008 (Ohlsson, A, Shah, P, Determinants and Prevention of Low Birth Weight: A Synopsis of the Evidence, Alberta, Canada (2008)) ; van Eijsden 2008 (van Eijsden, M., Ethnicity, nutrition, and pregnancy : food for thought, Amsterdam (2008)) ). Ook een te lage BMI (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) (<20 kg/m2) en een te hoge BMI (≥25 kg/m2) hebben een negatief effect op het geboortegewicht (Goto 2017 (Goto, E, Dose-response association between maternal body mass index and small for gestational age: a meta-analysis. (2017)) ; Djelantik et al. 2012 (Djelantik, A. A. A. M. J., Kunst, A. E., van der Wal, M. F., Vrijkotte, T. G. M., Smit, H. A., Contribution of overweight and obesity to the occurrence of adverse pregnancy outcomes in a multi-ethnic cohort: population attributive fractions for Amsterdam (2012)) ). Vrouwen die in een eerdere zwangerschap een zogeheten small for gestational age (Van small for gestational age (SGA) is sprake als een kindje in verhouding tot de zwangerschapsduur te klein is.) (SGA) kind kregen, hebben in een volgende zwangerschap een verhoogde kans op weer een kind met SGA (Voskamp et al. 2013 (Voskamp, BJan, Kazemier, BM., Ravelli, AC. J., Schaaf, J, Mol, BWillem J, Pajkrt, E, Recurrence of small-for-gestational-age pregnancy: analysis of first and subsequent singleton pregnancies in The Netherlands. (2013)) ). Ook vrouwen, die binnen 6 maanden na een voorgaande zwangerschap weer zwanger worden, hebben een verhoogde kans op foetale groeibeperking (Conde-Agudelo et al. 2006 (Conde-Agudelo, A, Rosas-Bermúdez, A, Kafury-Goeta, A. C., Birth spacing and risk of adverse perinatal outcomes: a meta-analysis. (2006)) ). Een laag geboortegewicht komt vaker voor bij meerlingen, maar tot 30 weken zijn geboortegewichten vergelijkbaar tussen eenlingen, tweelingen en drielingen (NVOG 2017 (NVOG, NVOG-richtlijn Foetale groeirestrictie (FGR), 2017 (2017)) ).
Periode vóór en begin zwangerschap beïnvloedt latere groei
Lange tijd is gedacht dat bij het merendeel van de groeivertraagde kinderen de groeivertraging in het derde trimester ontstaat (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Figueras & Gardosi 2009 (Figueras, F., Gardosi, J., Should We Customize Fetal Growth Standards? (2009)) ). Er komen echter steeds meer aanwijzingen dat de periode rond de conceptie en de eerste drie maanden belangrijk zijn voor de groei van de foetus en de gezondheid van het kind later in zijn leven (Jaddoe et al. 2014 (Jaddoe, V.W.V., de Jonge, L. L., Hofman, A., Franco, O. H., Steegers, E.A.P, Gaillard, R., First trimester fetal growth restriction and cardiovascular risk factors in school age children: population based cohort study (2014)) ; van Uitert et al. 2013 (van Uitert, E.M., van der Elst-Otte, N., Wilbers, J. J., Exalto, N., Willemsen, S.P., Eilers, P.H.C., Koning, A. H. J., Steegers, E.A.P, Steegers-Theunissen, R.P.M., Periconception maternal characteristics and embryonic growth trajectories: the Rotterdam Predict study. (2013)) ; van Uitert et al. 2013 (van Uitert, E.M., Exalto, N., Burton, G.J., Willemsen, S.P., Koning, A.H.J., Eilers, P.H.C., Laven, J.S.E., Steegers, E.A.P, Steegers-Theunissen, R.P.M., Human embryonic growth trajectories and associations with fetal growth and birthweight. (2013)) ). Groeivertraging aan het begin van de zwangerschap komt veelal door intoxicaties (geneesmiddelen, roken, alcohol, drugs), congenitale (aangeboren) infecties en abnormale celontwikkeling bij chromosomale afwijkingen (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; El Marroun et al. 2009 (El Marroun, H., Tiemeier, H., Steegers, E.A.P, Jaddoe, V.W.V., Hofman, A, Verhulst, F.C., van den Brink, W., Huizink, A.C., Intrauterine cannabis exposure affects fetal growth trajectories: the Generation R Study. (2009)) ; Ohlsson & Shah 2008 (Ohlsson, A, Shah, P, Determinants and Prevention of Low Birth Weight: A Synopsis of the Evidence, Alberta, Canada (2008)) ; Snijders et al. 1993 (Snijders, R.J.M., Sherrod, C., Gosden, C. M., Nicolaides, K.H., Fetal growth retardation: Associated malformations and chromosomal abnormalities (1993)) ). Voorbeelden van congenitale infecties met invloed op de groei zijn toxoplasmose, varicella (waterpokken), malaria, listeria, rode hond, cytomegalie, herpes simplex, Epstein-Barr (ziekte van Pfeiffer) en syfilis (NVOG 2017 (NVOG, NVOG-richtlijn Foetale groeirestrictie (FGR), 2017 (2017)) ; Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Ohlsson & Shah 2008 (Ohlsson, A, Shah, P, Determinants and Prevention of Low Birth Weight: A Synopsis of the Evidence, Alberta, Canada (2008)) ). Bij ongeveer 10% van de gevallen van groeivertraging is sprake van een infectie (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ).
Groeivertraging door verminderde placentafunctie
Bij het overgrote deel van de zwangere vrouwen met groeivertraging is de oorzaak een stoornis in de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen door een verminderde placentafunctie. Hierdoor kan het ongeboren kind vooral in de tweede helft van de zwangerschap minder goed groeien. Een verminderde placentafunctie is de belangrijkste oorzaak van groeivertraging in het derde trimester is (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Figueras & Gardosi 2011 (Figueras, F, Gardosi, J., Intrauterine growth restriction: new concepts in antenatal surveillance, diagnosis, and management (2011)) ). Groeivertraging door een verminderde placentafunctie kenmerkt zich door een asymmetrische groeivertraging. Door de groei van de hersenen prioriteit te geven krijgen andere organen minder voeding en blijft de foetale buikomtrek achter ten opzichte van de hoofdomtrek.
Chronische ziekten bij moeder verhogen kans op groeivertraging
Een hoge bloeddruk in de zwangerschap (zoals bij pre-eclampsie en het HELLP-syndroom) gaan samen met stoornissen in de aanleg en doorbloeding van de placenta. Dit verhoogt de kans op een verminderde functie van de placenta en groeivertraging (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Ohlsson & Shah 2008 (Ohlsson, A, Shah, P, Determinants and Prevention of Low Birth Weight: A Synopsis of the Evidence, Alberta, Canada (2008)) ; de Boer et al. 2011 (de Boer, J., Zeeman, K., Verhoeven, C., Standaard Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode. Aanbevelingen voor risicoselectie, diagnostiek en beleid, Utrecht (2011)) ; Bakker et al. 2011 (Bakker, R., Steegers, E.A.P, Hofman, A, Jaddoe, V.W.V., Blood pressure in different gestational trimesters, fetal growth, and the risk of adverse birth outcomes: the generation R study. (2011)) ). Omgekeerd kan een verminderde placentafunctie een te hoge bloeddruk veroorzaken. Ook andere ziekten bij de moeder zoals astma kunnen het risico op groeivertraging verhogen. Vrouwen met (zwangerschaps)diabetes hebben niet alleen een verhoogde kans op een te groot kind, maar ook op een te klein kind (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Ohlsson & Shah 2008 (Ohlsson, A, Shah, P, Determinants and Prevention of Low Birth Weight: A Synopsis of the Evidence, Alberta, Canada (2008)) ). Bij een te groot kind speelt een hoge bloedsuikerspiegel een rol, en bij een te klein kind een verstoorde doorbloeding van de placenta als gevolg van vaatproblemen door diabetes. Tot slot zijn diverse medicijnen in verband gebracht met foetale groeibeperking. Hierbij is het moeilijk onderscheid te maken tussen het effect van de ziekte of aandoening waarvoor de medicatie wordt gebruikt en het effect van het medicijn zelf (NVOG 2017 (NVOG, NVOG-richtlijn Foetale groeirestrictie (FGR), 2017 (2017)) ).
Leefstijl speelt rol bij ontstaan van groeivertraging
Ook leefstijl speelt een rol bij het ontstaan van groeivertraging, vooral roken (Abraham et al. 2017 (Abraham, M, Alramadhan, S, Iniguez, C, Duijts, L, Jaddoe, V.W.V., Dekker, HT. Den, Crozier, S, Godfrey, KM., Hindmarsh, P, Vik, T, Jacobsen, GW., Hanke, W, Sobala, W, Devereux, G, Turner, S, Niaura, R, A systematic review of maternal smoking during pregnancy and fetal measurements with meta-analysis (2017)) ; Mook-Kanamori et al. 2010 (Mook-Kanamori, D.O., Steegers, E.A.P, Eilers, P.H., Raat, H., Hofman, A, Jaddoe, V.W.V., Risk factors and outcomes associated with first-trimester fetal growth restriction. (2010)) ; Jaddoe et al. 2007 (Jaddoe, V.W.V., Verburg, B. O., de Ridder, M. A. J., Hofman, A, Mackenbach, J. P., Moll, HA., Steegers, E.A.P, Witteman, J.C.M., Maternal smoking and fetal growth characteristics in different periods of pregnancy: the generation R study. (2007)) ; Jaddoe et al. 2008 (Jaddoe, V.W.V., Troe, EJ.W.M., Hofman, A, Mackenbach, J. P., Moll, HA., Steegers, E.A.P, Witteman, J.C.M., Active and passive maternal smoking during pregnancy and the risks of low birthweight and preterm birth: the Generation R Study (2008)) ; Bada et al. 2005 (Bada, HS., Das, A, Bauer, CR., Shankaran, S, Lester, BM., Gard, CC., Wright, LL., LaGasse, L, Higgins, R, Low Birth Weight and Preterm Births: Etiologic Fraction Attributable to Prenatal Drug Exposure (2005)) ). Naast roken beïnvloeden ook meeroken, alcohol- en drugsgebruik de foetale groei (Patra et al. 2011 (Patra, J., Bakker, R., Irving, H., Jaddoe, V.W.V., Malini, S., Rehm, J., Dose-response relationship between alcohol consumption before and during pregnancy and the risks of low birthweight, preterm birth and small for gestational age (SGA)-a systematic review and meta-analyses (2011)) ; Salmasi et al. 2010 (Salmasi, G, Grady, R, Jones, J., McDonald, S.D., Knowledge Synthesis Group, Environmental tobacco smoke exposure and perinatal outcomes: a systematic review and meta-analyses. (2010)) ; El Marroun et al. 2009 (El Marroun, H., Tiemeier, H., Steegers, E.A.P, Jaddoe, V.W.V., Hofman, A, Verhulst, F.C., van den Brink, W., Huizink, A.C., Intrauterine cannabis exposure affects fetal growth trajectories: the Generation R Study. (2009)) ; Jaddoe et al. 2007 (Jaddoe, V.W.V., Verburg, B. O., de Ridder, M. A. J., Hofman, A, Mackenbach, J. P., Moll, HA., Steegers, E.A.P, Witteman, J.C.M., Maternal smoking and fetal growth characteristics in different periods of pregnancy: the generation R study. (2007)) ). Verder speelt ook voeding een rol. Daarbij gaat het zowel om tekorten aan specifieke nutriënten als foliumzuur en vitamine D als om de inname van te weinig of te veel calorieën (ondergewicht en overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 )) (Santamaria et al. 2018 (Santamaria, C, Bi, WGuang, Leduc, L, Tabatabaei, N, Jantchou, P, Luo, Z, Audibert, F, Nuyt, AMonique, Wei, SQin, Prenatal vitamin D status and offspring's growth, adiposity and metabolic health: a systematic review and meta-analysis. (2018)) ; De-Regil et al. 2016 (De-Regil, LMaria, Palacios, C, Lombardo, L.K., Peña-Rosas, JPablo, Vitamin D supplementation for women during pregnancy. (2016)) ; van den Berg et al. 2013 (van den Berg, G., van Eijsden, M., Vrijkotte, T. G. M., Gemke, R.J.B.J., Suboptimal maternal vitamin D status and low education level as determinants of small-for-gestational-age birth weight. (2013)) ; Leffelaar et al. 2010 (Leffelaar, ER., van Eijsden, M., Vrijkotte, T. G. M., Maternal early pregnancy vitamin D status in relation to fetal and neonatal growth: results of the multi-ethnic Amsterdam Born Children and their Development cohort. (2010)) ; Timmermans et al. 2009 (Timmermans, S., Jaddoe, V.W.V., Hofman, A, Steegers-Theunissen, R.P.M., Steegers, E.A.P, Periconception folic acid supplementation, fetal growth and the risks of low birth weight and preterm birth: the Generation R Study. (2009)) ).
Stress en arbeidsomstandigheden
Een lager geboortegewicht of groeivertraging kunnen ook een relatie hebben met psychosociale stress en een hoge werkbelasting in de vorm van nachtdiensten, onregelmatige dienst of ploegendienst, minimaal vier uur per dag staan, zwaar tillen, lawaai en matige tot hoge werkbelasting in combinatie met slechte sociale steun kunnen een lager geboortegewicht of groeivertraging veroorzaken (NVOG 2017 (NVOG, NVOG-richtlijn Foetale groeirestrictie (FGR), 2017 (2017)) ; Velu et al. 2016 (Velu, A. V., Torij, H. W., Miedema, H., van Beukering, M. D. M., Steegers, E.A.P, Rosman, A. N., Kennismodule Arbeid en Zwangerschap. Arbeid en Gezond zwanger - maak er werk van! , Rotterdam (2016)) ; Rosman et al. 2016 (Rosman, A. N., Velu, A. V., Steegers, E.A.P, Arbeid en gezond zwanger (2016)) ; Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Loomans et al. 2013 (Loomans, E.M., van Dijk, A.E., Vrijkotte, T. G. M., van Eijsden, M., Stronks, K., Gemke, R.J.B.J., van den Bergh, B.R.H., Psychosocial stress during pregnancy is related to adverse birth outcomes: results from a large multi-ethnic community-based birth cohort. (2013)) ; Henrichs et al. 2010 (Henrichs, J., Schenk, J. J., Roza, S.J., van den Berg, M.P., Schmidt, H.G., Steegers, E.A.P, Hofman, A., Jaddoe, V.W.V., Verhulst, F.C., Tiemeier, H., Maternal psychological distress and fetal growth trajectories: the Generation R Study. (2010)) ; Van Dijk et al. 2010 (Van Dijk, A.E., van Eijsden, M., Stronks, K., Gemke, R.J.B.J., Vrijkotte, T. G. M., Maternal depressive symptoms, serum folate status, and pregnancy outcome: results of the Amsterdam Born Children and their Development study. (2010)) ). Zwangere vrouwen die lange perioden achtereen fysiek zwaar werk verrichten, hebben een hogere kans op groeivertraging en een lager geboortegewicht (Snijder et al. 2012 (Snijder, C.A., Brand, T., Jaddoe, V.W.V., Hofman, A, Mackenbach, Steegers, E.A.P, Burdorf, A., Physically demanding work, fetal growth and the risk of adverse birth outcomes. The Generation R Study. (2012)) ). Hoe meer risicofactoren er op het gebied van arbeid aanwezig zijn, hoe groter het risico op groeivertraging (van Beukering et al. 2014 (van Beukering, M. D. M., van Melick, M. J. G. J., Mol, B. W., Frings-Dresen, M. H. W., Hulshof, C. T. J., Physically demanding work and preterm delivery: a systematic review and meta-analysis. (2014)) ; Bjerrum-Runge et al. 2013 (Bjerrum-Runge, S, Krabbe-Pedersen, J, Svendsen, SWulff, Juhl, M, Bonde, J. P., Nybo-Andersen, A, Occupational lifting of heavy loads and preterm birth: a study within the Danish National Birth Cohort. (2013)) ; Vrijkotte et al. 2009 (Vrijkotte, T. G. M., van der Wal, M.F., van Eijsden, M., Bonsel, First-trimester working conditions and birthweight: a prospective cohort study. (2009)) ; Bonzini et al. 2007 (Bonzini, M, Coggon, D, Palmer, K.T., Risk of prematurity, low birthweight and pre-eclampsia in relation to working hours and physical activities: a systematic review. (2007)) ).
Tabel: Factoren van invloed op groeivertraging en/of laag geboortegewicht
Risicofactor bij moeder |
---|
Demografische kenmerken moeder (lage leeftijd, hoge leeftijd (>35 jaar), opleidingsniveau, etniciteit) |
Korte tijd tussen zwangerschappen (<6 maanden) |
Groeirestrictie in eerdere zwangerschap |
Meerlingzwangerschap |
Complicaties in de zwangerschap (zoals hoge bloeddruk en zwangerschapsdiabetes) |
Voor de zwangerschap al aanwezige chronische aandoening (diabetes, hoge bloeddruk, astma, nieraandoeningen) |
Medicijngebruik |
Aangeboren infecties (toxoplasmose, cytomegalie, rodehond, herpes, parvo B19 (5de ziekte)) |
Genetische / chromosomale afwijkingen |
Roken, meeroken, alcohol- en drugsgebruik |
Voeding (ernstige ondervoeding, tekort aan micronutriënten) |
Overgewicht, obesitas |
Arbeidsomstandigheden |
Psychosociale factoren (stress, depressie) |
Bronnen: NVOG 2017 (NVOG, NVOG-richtlijn Foetale groeirestrictie (FGR), 2017 (2017)) ; Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; De Bernabé et al. 2004 (De Bernabé, JValero, Soriano, T, Albaladejo, R, Juarranz, M, Calle, MElisa, Martínez, D, Domínguez-Rojas, V, Risk factors for low birth weight: a review. (2004))
Gevolgen laag geboortegewicht
Sterfte en gezondheidsproblemen door groeivertraging
Een kind met groeivertraging voor de geboorte (foetale groeivertraging) heeft een verhoogd risico op een aantal specifieke problemen (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Figueras & Gardosi 2011 (Figueras, F, Gardosi, J., Intrauterine growth restriction: new concepts in antenatal surveillance, diagnosis, and management (2011)) ; Mongelli & Gardosi 2000 (Mongelli, M., Gardosi, J., Fetal growth (2000)) ; Barker 1997 (Barker, D. J., The Long-Term Outcome of Retarded Fetal Growth (1997)) ). Zo is groeivertraging een belangrijke oorzaak van perinatale sterfte (Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. ) (doodgeboorte en sterfte in de eerste weken na de geboorte (neonatale sterfte (Aantal overledenen in de eerste vier levensweken. Als afzonderlijke maat, wordt deze sterftemaat uitgedrukt per 1.000 levendgeborenen. Wanneer neonatale sterfte als onderdeel van perinatale sterfte wordt weergegeven, wordt deze uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. )), zie Oorzaken sterfte rond de geboorte en Sterfte naar geboortegewicht. Ook kan groeivertraging leiden tot gezondheidsproblemen direct na de geboorte en heeft groeivertraging gevolgen voor de gezondheid op kortere en langere termijn (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Figueras & Gardosi 2011 (Figueras, F, Gardosi, J., Intrauterine growth restriction: new concepts in antenatal surveillance, diagnosis, and management (2011)) ).
Gevolgen groeivertraging op korte termijn
Hoe ernstiger de foetale groeivertraging, hoe groter het risico op onder meer tekenen van foetale nood tijdens de baring, neonatale hypoglycaemie (lage bloedglucosewaarden) en ernstige asfyxie (zuurstofgebrek tijdens de geboorte wat weerspiegeld wordt in lage Apgar-scores en navelstreng-pH) (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; NVOG 2008 (NVOG, NVOG richtlijn Foetale groeibeperking. Versie 2.1 (2008)) ; Kramer et al. 1990 (Kramer, M, Olivier, M, McLean, FH., Willis, DM., Usher, RH., Impact of Intrauterine Growth Retardation and Body Proportionality on Fetal and Neonatal Outcome (1990)) ). Kinderen met een geboortegewicht onder percentiel 2,3 (dat wil zeggen de 2 lichtste kinderen uit een groep van 100 pasgeborenen) hebben een verdubbelde kans op asfyxie. Groeivertraging laat in de zwangerschap is geassocieerd met een grotere kans op zowel een kunstverlossing vanwege foetale nood als NICU (Neonatale intensive care unit)-opname (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Figueras & Gardosi 2011 (Figueras, F, Gardosi, J., Intrauterine growth restriction: new concepts in antenatal surveillance, diagnosis, and management (2011)) ; Mongelli & Gardosi 2000 (Mongelli, M., Gardosi, J., Fetal growth (2000)) ). In vergelijking met pasgeborenen met een normaal gewicht voor de zwangerschapsduur blijkt de incidentie (Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief.) van infecties, necrotiserende enterocolitis (Necrotiserende enterocolitis (NEC) is een ontsteking van de darmen die vooral voorkomt bij te vroeg geboren kinderen.), trombopenie en chronische longaandoeningen verhoogd (NVOG 2008 (NVOG, NVOG richtlijn Foetale groeibeperking. Versie 2.1 (2008)) ; Aucott et al. 2004 (Aucott, SW., Donohue, PK., Northington, FJ., Increased Morbidity in Severe Early Intrauterine Growth Restriction (2004)) ; Ganzevoort et al. 2006 (Ganzevoort, W., Rep, A, de Vries, J.I.P., Bonsel, G. J., Wolf, H, Prediction of maternal complications and adverse infant outcome at admission for temporizing management of early-onset severe hypertensive disorders of pregnancy (2006)) ). Foetale groeivertraging kan ook leiden tot blijvende neurologische schade met beperkingen in het functioneren en verstandelijke beperkingen als gevolg (Beentjes et al. 2013 (Beentjes, M., de Roon-Immerzeel, A., Zeeman, K., KNOV-standaard Opsporing van foetale groeivertraging (2013)) ; Mongelli & Gardosi 2000 (Mongelli, M., Gardosi, J., Fetal growth (2000)) ).
Gevolgen groeivertraging op langere termijn
Op latere leeftijd hebben kinderen met groeivertraging een verhoogde kans op het ontwikkelen van aandoeningen als hart- en vaatziekten, kanker, obesitas (Er is sprake van obesitas of ernstig overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 30 kg/m2. ) en diabetes mellitus (van den Berg et al. 2010 (van den Berg, S. W., van Duijnhoven, F. J. B., Bueno-de-Mesquita, H. B., Boer, J.M.A., Geboortegewicht en chronische ziekten. Resultaten van de EPIC-NL-studie, Bilthoven (2010)) ; Tijhuis et al. 2009 (Tijhuis, M. A. R., van den Berg, S., van Muilwijk, E., Boer, J., Onderzoek naar de relatie tussen geboortegewicht en chronische ziekten in het Maastricht cohort, Bilthoven (2009)) ; Barker 2006 (Barker, D. J., Adult consequences of fetal growth restriction (2006)) ; Gluckman & Hanson 2004 (Gluckman, PD., Hanson, MA., Developmental origins of disease paradigm: a mechanistic and evolutionary perspective. (2004)) ; Gluckman & Hanson 2004 (Gluckman, PD., Hanson, MA., Maternal constraint of fetal growth and its consequences. (2004)) ; Barker 1997 (Barker, D. J., The Long-Term Outcome of Retarded Fetal Growth (1997)) ). Zo heeft een kind dat als embryo klein was, op 6-jarige leeftijd al een ongunstig cardiovasculair risicoprofiel met een verhoogd vetpercentage, een hogere cholesterolconcentratie en een hogere bloeddruk (Jaddoe et al. 2014 (Jaddoe, V.W.V., de Jonge, L. L., Hofman, A., Franco, O. H., Steegers, E.A.P, Gaillard, R., First trimester fetal growth restriction and cardiovascular risk factors in school age children: population based cohort study (2014)) ). Ook kunnen er lange termijngevolgen zijn op het gebied van gedrag (aandachtproblemen/ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder (Aandachtstekort-stoornis met hyperactiviteit)), autismespectrumstoornis, gedragsproblemen), sociale ontwikkeling, motorische ontwikkeling en cognitie (zoals mentale/cognitieve achterstand, lagere intelligentie, schoolproblemen en spraak- en taalproblemen) (van Mill 2016 (van Mill, N. H., Proefschrift. Prenatal Influences on Foetal Growth and Children’s Cognition and Behaviour: Epidemiological and Epigenetic Studies, Rotterdam (2016)) ; Tanis et al. 2015 (Tanis, JC., van Braeckel, K. N. J. A., Kerstjens, J. M., Bocca-Tjeertes, I. F. A., Bos, AF., Reijneveld, S. A., Functional outcomes at age 7 years of moderate preterm and full term children born small for gestational age. (2015)) ; Kormos et al. 2014 (Kormos, C. E., Wilkinson, A. J., Davey, C.J., Cunningham, A. J., Low birth weight and intelligence in adolescence and early adulthood: a meta-analysis. (2014)) ; NCJ 2013 (NCJ, JGZ Richtlijn: Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen. Samenvatting, Utrecht (2013)) ; Barre et al. 2011 (Barre, N, Morgan, A, Doyle, LW., Anderson, PJ., Language abilities in children who were very preterm and/or very low birth weight: a meta-analysis. (2011)) ; Henrichs 2010 (Henrichs, J., Proefschrift. Prenatal Determinants of Early Behavioral and Cognitive Development. The Generation R Study, Rotterdam (2010)) ).
- A.J.M. Waelput (Erasmus MC)
- M. Harbers, red. (RIVM)