Veel mogelijke determinanten met kleine effecten

Naast de in de tabel genoemde risicofactoren is er een groot aantal factoren dat mogelijk van invloed is op het ontstaan van astma, maar waarvan effecten (nog) niet eenduidig zijn vastgesteld. Onderzoek is vooral gericht op de mogelijke rol van nadelige factoren vroeg in het leven (waaronder vroeggeboorte, snelle pre- en postnatale gewichtstoename, geboorte door middel van keizerssnede en vroege luchtweginfecties), op medicijngebruik (zoals paracetamol en antibiotica Antibiotica zijn medicijnen die bacteriën doden of remmen in de groei. Er zijn verschillende groepen antibiotica die onderling verschillen in chemische structuur. Daardoor zijn niet alle antibiotica tegen dezelfde bacteriën effectief.  (Antibiotica zijn medicijnen die bacteriën doden of remmen in de groei. Er zijn verschillende groepen antibiotica die onderling verschillen in chemische structuur. Daardoor zijn niet alle antibiotica tegen dezelfde bacteriën effectief. )) van de moeder tijdens de zwangerschap, op voeding (onder andere omega3 vetzuren en antioxidanten, vitamine D-status) en op het mogelijk gunstige effect van opgroeien in contact met traditionele veehouderij. Vermoedelijk zijn er veel en heel uiteenlopende factoren die in verschillende combinaties en verschillende omstandigheden het risico op astma beïnvloeden. Doordat ze waarschijnlijk ieder op zich slechts een gering effect hebben is de bijdrage van  die factoren afzonderlijk, moeilijk vast te stellen (Sears 2014Sears, MR., Trends in the prevalence of asthma. (2014)).

Tabel: Risicofactoren voor het optreden van astma
  Risicofactoren
Persoonsgebonden factoren
Omgevingsfactoren
  • blootstelling aan specifieke allergene prikkels zoals allergenen van huisstofmijt, katten, honden of pollen
  • blootstelling aan tabaksrook
  • luchtverontreiniging

Erfelijke aanleg is de belangrijkste bekende determinant van astma

Dat erfelijke aanleg de belangrijkste determinant is van astma, is al heel lang bekend. Kinderen van ouders met astma of allergie hebben een sterk verhoogd risico op het krijgen van astma. Uit het Nederlandse PIAMA onderzoek blijkt dat als beide ouders astma of allergie hebben (en dat geldt voor ongeveer 10% van de kinderen), de prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van astmasymptomen bij hun kinderen ruim twee keer zo hoog is als de prevalentie bij kinderen met twee niet allergische ouders. De prevalentie van astmasymptomen bij kinderen met één ouder met astma of allergie ligt daar tussenin, waarbij het weinig uitmaakt of de vader of de moeder allergisch is (Wijga et al. 2011Wijga, A. H., van Buul, L. W., Blokstra, A., Wolse, A, Astma bij kinderen tot 12 jaar : Resultaten van het PIAMA-onderzoek, Bilthoven (2011)).

Astma gaat vaak samen met allergie

Mensen met astma zijn vaak ook allergisch. Allergische prikkels, zoals de allergenen van de huisstofmijt, van katten, honden of pollen kunnen bij hen klachten veroorzaken, zoals benauwdheid, piepend ademhalen of hoesten. De vraag of vroege blootstelling aan allergenen ook astma kan veroorzaken of mogelijk juist bescherming biedt tegen de ontwikkeling van astma is nog onderwerp van onderzoek. Terwijl in het verleden werd aanbevolen om vroege blootstelling aan allergenen te vermijden, zijn er nu aanwijzingen dat vroege blootstelling juist kan helpen om ‘tolerantie’ te bevorderen en daarmee ontwikkeling van allergie en astma te voorkomen (Dharmage et al. 2019Dharmage, SC., Perret, JL., Custovic, A, Epidemiology of Asthma in Children and Adults (2019)).

Astmaklachten kunnen ontstaan of verergeren door luchtverontreiniging

Het inademen van vervuilde lucht, bv afkomstig van verkeer, heeft schadelijke effecten op de gezondheid van onze longen. Uit onderzoek blijkt dat luchtverontreiniging kan leiden tot een verergering van astma- en andere luchtwegklachten. Daarnaast heeft recent onderzoek aangetoond dat kinderen die wonen op een adres met veel luchtvervuiling een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van astma (Gezondheidsraad 2018Gezondheidsraad, Gezondheidseffecten luchtverontreiniging. Achtergronddocument bij: Gezondheidswinst door schonere lucht, Den Haag (2018)Gehring et al. 2015Gehring, U, Wijga, AH., Hoek, G, Bellander, T, Berdel, D, üske, I, Fuertes, E, Gruzieva, O, Heinrich, J, Hoffmann, B, de Jongste, JC., ümper, C, Koppelman, GH., Korek, M, ämer, U, Maier, D, En, E, Pershagen, Ö, Postma, DS., Standl, M, von Berg, A, Anto, JM., Bousquet, J, Keil, T, Smit, HA., Brunekreef, B, Exposure to air pollution and development of asthma and rhinoconjunctivitis throughout childhood and adolescence: a population-based birth cohort study (2015)).

Belangrijkste vorm van luchtverontreiniging binnenshuis is tabaksrook

De belangrijkste vorm van luchtverontreiniging binnenshuis is tabaksrook. De Gezondheidsraad concludeerde al in 2003 (Gezondheidsraad 2003Gezondheidsraad, Volksgezondheidsschade door passief roken, Den Haag (2003)) dat het roken door de ouders - en vooral door de moeder tijdens en na de zwangerschap - een verhoogd risico geeft op astma bij hun kinderen. In diverse onderzoeken wordt ook een relatie aangetoond tussen vocht en schimmel in huis en het risico op astma (Jaakkola et al. 2013Jaakkola, MS., Quansah, R, Hugg, TT., Heikkinen, SA. M., Jaakkola, JJ. K., Association of indoor dampness and molds with rhinitis risk: A systematic review and meta-analysis (2013)). 

Borstvoeding beschermt jonge kinderen mogelijk tegen astma

Kinderen die ten minste de eerste drie tot vier maanden uitsluitend borstvoeding krijgen, hebben in de eerste levensjaren minder astma-achtige klachten. Een beschermend effect van borstvoeding op astma later in het leven is niet overtuigend aangetoond (Victora et al. 2016Victora, CG., Bahl, R, Barros, AJ. D., França, GV. A., Horton, S, Krasevec, J, Murch, S, Sankar, MJeeva, Walker, N, Rollins, NC., Lancet Breastfeeding Series Group, Breastfeeding in the 21st century: epidemiology, mechanisms, and lifelong effect. (2016)). 

Overgewicht verhoogt het risico op astma

Overgewicht verhoogt bij kinderen het risico op astma en vooral op niet-allergische astma. Er zijn aanwijzingen dat ook overgewicht Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2) van de moeder en overmatige gewichtstoename van de moeder tijdens de zwangerschap het risico op astma bij het kind verhogen. Ook bij volwassenen gaat ernstig overgewicht samen met een verhoogd risico op astma(klachten). Bovendien is het bij obese mensen met astma veelal moeilijker om met medicijnen de astmaklachten goed onder controle te krijgen (Martinez & Guerra 2018Martinez, FD., Guerra, S, Early Origins of Asthma. Role of Microbial Dysbiosis and Metabolic Dysfunction (2018)).

Gezonde leefstijl beschermt ook tegen astma

Niet roken, vermijden van meeroken, een gezond gewicht en een voedingspatroon met voldoende groente, fruit en vis kunnen bescherming bieden tegen chronische ziekten, waaronder astma (Surgeon General 2004Surgeon General, Surgeon General's Health Report. The Health Consequences of Smoking: A report of the Surgeon General 2004, Atlanta (2004)Garcia-Larsen et al. 2016Garcia-Larsen, V., Del Giacco, S. R., Moreira, A., Bonini, M., Charles, D., Reeves, T., Carlsen, K, Haahtela, T., Bonini, S., Fonseca, J., Agache, I., Papadopoulos, N. G., Delgado, L., Asthma and dietary intake: an overview of systematic reviews (2016)Papamichael et al. 2018Papamichael, M. M., Shrestha, S. K., Itsiopoulos, C., Erbas, B., The role of fish intake on asthma in children: A meta-analysis of observational studies (2018)Beasley et al. 2015Beasley, R, Semprini, A, Mitchell, EA., Risk factors for asthma: is prevention possible? (2015)).


Mensen met slechte symptoomcontrole minder tevreden (met het leven)

Hoe tevreden met het leven mensen met astma zijn, is sterk afhankelijk van de mate waarin hun astmasymptomen onder controle zijn. Onder mensen met astma met een (zeer) slechte symptoomcontrole is 75% tevreden met het leven, tegenover 90% van de mensen met een matige of goede symptoomcontrole (Waverijn et al. 2017Waverijn, G., Spreeuwenberg, P., Heijmans, M., Leven met een longziekte in Nederland: cijfers en trends over de zorg- en leefsituatie van mensen met een longziekte, 2016, Utrecht (2017)). Als de astmasymptomen goed onder controle zijn, zijn mensen met astma even tevreden met hun leven als andere mensen. In de algemene bevolking (18 jaar en ouder), is 80-90% (2016) van de volwassenen in Nederland tevreden met het leven.

Meer informatie


Jongeren met astma ervaren een minder goede gezondheid 

De meeste jongeren ervaren hun gezondheid als goed of uitstekend, maar jongeren met astma vinden hun gezondheid minder vaak uitstekend dan jongeren zonder astma (van der Laan et al. van der Laan, S. E. I., de Hoog, M. L. A., Nijhof, S. L., Gehring, U., Vonk, J. M., van der Ent, C. K., Wijga, A. H., Mental Wellbeing and General Health in Asthmatic Adolescents: the PIAMA birth cohort study ()). 

Psychisch voelen jongeren met astma zich even gezond

Psychisch voelen jongeren met astma zich even gezond als jongeren zonder astma. Hun scores op de MHI-5 laten geen verschil zien in hoe vaak jongeren met en zonder astma zich neerslachtig, in de put, zenuwachtig of juist kalm en gelukkig voelen. In de loop van de adolescentie worden de scores op psychische gezondheid lager: van 80 (op een schaal van 0-100) op leeftijd 11, tot 72 op leeftijd 20. Dat geldt in gelijke mate voor de jongeren met en zonder astma (van der Laan et al. van der Laan, S. E. I., de Hoog, M. L. A., Nijhof, S. L., Gehring, U., Vonk, J. M., van der Ent, C. K., Wijga, A. H., Mental Wellbeing and General Health in Asthmatic Adolescents: the PIAMA birth cohort study ()).  

Meer informatie

  • A.H. Wijga (RIVM)
  • H.A. Smit (UMCU)