Depressie en dysthymie meest voorkomende stemmingsstoornissen
'Stemmingsstoornissen' is een verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de gemoedstoestand of emotie van de patiënt ziekelijk is verstoord of niet past bij de situatie waarin de patiënt verkeert. Depressie en dysthymie (tegenwoordig onderdeel van de categorie persisterende depressieve stoornis) zijn de meest voorkomende stemmingsstoornissen. Deze stemmingsstoornissen zijn nauw verwant en soms moeilijk te onderscheiden. Hun belangrijkste symptomen zijn een aanhoudende neerslachtige stemming en een verlies van interesse in bijna alle dagelijkse activiteiten. Daarnaast bestaan er andere stemmingsstoornissen zoals de bipolaire stoornis, de disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis, de premenstruele stemmingsstoornis, de depressieve-stemmingsstoornis door een middel/medicatie en de depressieve-stemmingsstoornis door een somatische aandoening. Stemmingsstoornissen zijn in te delen in twee categorieën: depressieve-stemmingsstoornissen en bipolaire-stemmingsstoornissen.
Verandering in classificatiesysteem voor psychische stoornissen
In 2013 is het vernieuwde handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM (Diagnostic and statistical manual of mental disorders. Classificatie voor psychische stoornissen. De DSM is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van de American Psychiatric Association.)-5) uitgegeven en is een overgang in gang gezet naar het werken met dit classificatiesysteem. Vanaf januari 2017 is de DSM-5 in gebruik genomen en is deze versie het nieuwe uitgangspunt bij de beoordeling of er sprake is van een psychische stoornis. Vóór de uitgave van de DSM-5 werd gebruik gemaakt van de oudere versie, de DSM-IV. Om deze reden is veel onderzoek naar psychische stoornissen nog gebaseerd op DSM-IV. Dit geldt ook voor stemmingsstoornissen in Volksgezondheidenzorg.info (VZinfo). In VZinfo zijn de diagnoses van stemmingsstoornissen in de meeste gevallen nog gesteld op basis van de criteria van de DSM-IV.
Er zijn een aantal verschillen tussen de criteria van stemmingsstoornissen in de DSM-5 en die in de DSM-IV. Het belangrijkste verschil is dat met de DSM-IV, er geen depressieve stoornis kon worden vastgesteld bij iemand die depressieve symptomen ontwikkelde in reactie op het overlijden van een dierbare. In de DSM-5 is dit uitsluitingscriterium weggelaten, en is het aan de clinicus om te bepalen of de symptomen beter passen bij een te verwachten rouwpatroon, of een depressieve stoornis.
Andere veranderingen zijn de toevoeging van nieuwe classificaties (bijvoorbeeld de premenstruele stemmingsstoornis) en specificaties (bijvoorbeeld aanwezigheid van angst). Ook hebben de depressieve-stemmingsstoornissen en bipolaire-stemmingsstoornissen nu hun eigen hoofdstuk. Dystymie valt tegenwoordig in de categorie persisterende depressieve stoornis.
Het stellen van diagnoses volgens de DSM-5 heeft mogelijk gevolgen voor nieuwe cijfers over het vóórkomen van stemmingsstoornissen in Nederland.
Definitie van de depressieve stoornis
Het huidige handboek voor psychische stoornissen (DSM-5; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force., Diagnostic and statistical manual of mental disorders: DSM-5, Washington, D.C. (2014)) stelt dat er sprake is van een depressieve stoornis wanneer aan alle van de volgende criteria (A t/m E) is voldaan:
Tabel: Criteria ter classificatie van de depressieve stoornis
A |
Minstens vijf van de volgende symptomen zijn minstens twee weken aaneengesloten aanwezig geweest en wijken af van het eerdere functioneren; ze zijn gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke dag aanwezig; minstens één van de symptomen is ofwel (1) een sombere stemming, ofwel (2) verlies van interesse of plezier: |
---|---|
|
1. Sombere stemming |
|
2. Verlies van interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten |
|
3. Significant gewichtsverlies zonder dieet, gewichtstoename, of duidelijk afgenomen of toegenomen eetlust |
|
4. Slaapproblemen |
|
5. Psychomotorische traagheid of juist opwinding |
|
6. Vermoeidheid of verlies van energie |
|
7. Gevoelens van waardeloosheid of extreme/onterechte schuld |
|
8. Verminderd denkvermogen, concentratie, of besluiteloosheid |
|
9. Preoccupatie met de dood, bijvoorbeeld suïcidegedachten |
B |
De symptomen veroorzaken sterk lijden of beperkingen in belangrijke gebieden van functioneren |
C |
De symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan een middel of somatische aandoening |
D |
De symptomen kunnen niet verklaard worden door een psychotische stoornis |
E |
Er heeft zich nooit een manie of hypomanie voorgedaan |
Naast de genoemde criteria, dient te worden aangegeven of er sprake is van specificaties zoals de aanwezigheid van angst of psychotische kenmerken, de ernst en het beloop van de stoornis.
Definitie van dysthymie (persisterende depressieve stoornis)
Het huidige handboek voor psychische stoornissen (DSM-5; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force., Diagnostic and statistical manual of mental disorders: DSM-5, Washington, D.C. (2014)) stelt dat er sprake is van persisterende depressieve stoornis (dysthymie) wanneer aan alle van de volgende criteria (A t/m H) is voldaan:
Criteria ter classificatie van persisterende depressieve stoornis (dysthymie)
A | Sombere stemming; gedurende twee jaar; dit is het grootste deel van de dag en meer dagen wel dan niet aanwezig |
---|---|
B | 1. Slechte eetlust of teveel eten |
2. Slaapproblemen | |
3. Weinig energie of vermoeidheid | |
4. Gering gevoel van eigenwaarde | |
5. Slechte concentratie of besluiteloosheid | |
6. Gevoelens van hopeloosheid | |
C | Gedurende de periode van twee jaar is er nooit een klachtenvrije periode van langer dan twee maanden |
D | Depressieve stoornis kan aanwezig zijn |
E | Er heeft zich nooit een manie of hypomanie voorgedaan |
F | De symptomen kunnen niet verklaard worden door een psychotische stoornis |
G | De symptomen kunnen niet verklaard worden door een middel of somatische aandoening |
H | De symptomen veroorzaken sterk lijden of beperkingen in belangrijke gebieden van functioneren |
Naast de genoemde criteria, dient te worden aangegeven of er sprake is van specificaties zoals de aanwezigheid van angst of psychotische kenmerken, de ernst en het beloop van de stoornis.
Definitie van bipolaire stoornissen
Er zijn verschillende soorten bipolaire stoornissen: de bipolaire-I-stoornis, bipolaire-II-stoornis en de cyclothyme stoornis. Deze stoornissen worden gekenmerkt door manie, hypomanie, depressie of een combinatie van deze. Bij de bipolaire-I-stoornis is sprake van manie (en eventueel depressie), bij de bipolaire-II-stoornis van hypomanie (en eventueel depressie) en bij de cyclothyme stoornis van milde vormen van depressie en hypomanie.
De criteria voor depressieve episodes in bipolaire stoornissen komen overeen met de genoemde criteria A t/m C van de depressieve stoornis. Het huidige handboek voor psychische stoornissen (DSM-5; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force., Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. Nederlandse vertaling van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 5th Edition (DSM-5), Amsterdam (2014)) stelt dat er sprake is van een manische of hypomanische episode wanneer aan de volgende criteria is voldaan:
Criteria ter classificatie van een manische episode
A | Duidelijk herkenbare periode met extreem verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming, en extreem verhoogde doelgerichte activiteit of energie; dit is gedurende minstens één week, bijna elke dag en het grootste deel van de dag aanwezig |
---|---|
B | Tijdens de periode van deze toegenomen energie of activiteit zijn minstens drie van de volgende kenmerken aanwezig: |
1. Opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit | |
2. Verminderde behoefte aan slaap | |
3. Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang | |
4. Gedachtevlucht of het ervaren van gejaagde gedachten | |
5. Betrokkene is sneller afgeleid dan normaal | |
6. Toename van doelgerichte activiteit (bijvoorbeeld op sociaal- beroepsmatig- of seksueel vlak) | |
7. Excessief bezig zijn met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen (bijvoorbeeld onbezonnen koopzucht of zakelijke investeringen) | |
C | De symptomen veroorzaken verstoringen in belangrijke levensgebieden, vereisen opname in een ziekenhuis, of er zijn psychotische kenmerken |
D | De episode kan niet worden verklaard door een middel of somatische aandoening |
Naast de genoemde criteria, dient te worden aangegeven of er sprake is van specificaties zoals de aanwezigheid van angst of psychotische kenmerken, de ernst en het beloop van de stoornis.
Criteria ter classificatie van een hypomanische episode
A | Duidelijk herkenbare periode met extreem verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming, extreem verhoogde doelgerichte activiteit of energie; dit is gedurende minstens vier dagen, bijna elke dag en het grootste deel van de dag aanwezig |
---|---|
B | Tijdens de periode van deze toegenomen energie of activiteit zijn minstens drie van de volgende kenmerken aanwezig: |
1. Opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit | |
2. Verminderde slaapbehoefte | |
3. Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang | |
4. Gedachtevlucht of het ervaren van gejaagde gedachten | |
5. Betrokkene is sneller afgeleid dan normaal | |
6. Toename van doelgerichte activiteit (bijvoorbeeld op sociaal-, beroepsmatig- of seksueel vlak) | |
7. Excessief bezig zijn met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen (bijvoorbeeld onbezonnen koopzucht of zakelijke investeringen) | |
C | De episode gaat gepaard met een duidelijke verandering in het functioneren die niet kenmerkend is voor de betrokkene |
D | De verhoogde stemming en veranderingen in het functioneren kunnen door anderen worden waargenomen |
E | De episode is niet ernstig genoeg om duidelijke beperkingen in functioneren te veroorzaken of opname in een ziekenhuis noodzakelijk te maken; als er psychotische kenmerken aanwezig zijn is er sprake van manie |
F | De episode kan niet worden verklaard door een middel |
Naast de genoemde criteria, dient te worden aangegeven of er sprake is van specificaties zoals de aanwezigheid van angst, de ernst en het beloop van de stoornis.