Zowel genen als omgeving belangrijk in ontstaan depressieve stoornis
Stemmingsstoornissen lijken zich te ontwikkelen door een complexe wisselwerking tussen genetische factoren en omgevingsinvloeden (Costello et al. 2002; Kupfer et al. 2012; Nugent et al. 2011). Over de risicofactoren die een rol spelen bij de depressieve stoornis, is het meeste bekend. Er zijn veel factoren die de kans op een depressie lijken te verhogen. Vooral negatieve levensgebeurtenissen spelen een rol in het ontstaan van de depressieve stoornis. Er is een gedeeltelijke overlap in risicofactoren tussen de depressieve stoornis en de mildere, chronische variant, dysthymie.
Voorgaande depressies verhogen de kans op toekomstige depressies
Een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van de depressieve stoornis, is het eerder hebben gehad van een depressie. Een meerderheid van de mensen die een depressieve stoornis had, ontwikkelt ooit in het leven opnieuw een depressie (Bockting et al. 2015; Nuijen et al. 2018). Hoe meer depressies iemand gehad heeft, hoe hoger het risico op een volgende depressie (terugval). In Nederlandse huisartsenpraktijken ontwikkelt ongeveer de helft van de mensen die minstens twee depressies heeft gehad, binnen een jaar weer een depressie (Biesheuvel-Leliefeld et al. 2017). Binnen twee jaar heeft 60-65% weer een depressie (Bockting et al. 2015). Volwassenen die het afgelopen jaar een terugkerende depressieve stoornis hadden, hadden tot dan toe gemiddeld zeven tot acht eerdere depressies gehad (Nuijen et al. 2018; Biesheuvel-Leliefeld et al. 2017).
Tabel: Risicofactoren die de kans op de depressieve stoornis verhogen
Risicofactoren |
Toelichting |
Bron |
---|---|---|
Genen |
|
Sullivan et al. 2000; López-León et al. 2008; Belmaker & Agam 2008; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014; Nuijen et al. 2018 |
Stressvolle gebeurtenissen |
|
Griffiths et al. 2000; Nuijen et al. 2018; Tuithof et al. 2012; Vinkers et al. 2014; Levinson 2006 |
Lichamelijke ziekten |
|
Nuijen et al. 2018; Rotella & Mannucci 2013; Patten et al. 2008; Zitman et al. 2009 |
Sociaal-economische status |
|
Lorant 2003; Nuijen et al. 2018; de Graaf et al. 2010 |
Persoonlijkheid |
|
Nuijen et al. 2018; Tuithof et al. 2012; Levinson 2006 |
Negatieve ervaringen in de jeugd |
|
Nuijen et al. 2018; Nanni et al. 2012; Levinson 2006; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014 |
Psychiatrische (familie)geschiedenis |
|
Nuijen et al. 2018; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014; Bijl et al. 2002; Griffiths et al. 2000 |
Ongezonde leefstijl |
|
Nuijen et al. 2018; van Laar et al. 2015; van Laar et al. 2017 |
Ongunstige werkomstandigheden |
|
Nuijen et al. 2018; ten Have et al. 2015 |
Vrouwelijk geslacht |
|
Nuijen et al. 2018; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014 |
Biologische ontregelingen |
|
Kronfol 2002; Golden et al. 2005; Grote et al. 2010; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014 |
Meer informatie
- Definities: stemmingsstoornissen en de depressieve stoornis
- Bronverantwoording: verandering in classificatiesysteem psychische stoornissen
Zowel genen als omgeving belangrijk in ontstaan dysthymie
Stemmingsstoornissen lijken zich te ontwikkelen door een complexe wisselwerking tussen genetische factoren en omgevingsinvloeden (Costello et al. 2002; Kupfer et al. 2012; Nugent et al. 2011). Er is een gedeeltelijke overlap in risicofactoren tussen de depressieve stoornis en de mildere, chronische variant, dysthymie.
Tabel: Risicofactoren die de kans op dysthymie verhogen
Risicofactoren |
Toelichting |
Bron |
---|---|---|
Genen |
|
American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014; Griffiths et al. 2000; Riso et al. 2002 |
Persoonlijkheid |
|
Riso et al. 2002; Klein & Santiago 2003 |
Negatieve ervaringen in de jeugd |
|
Riso et al. 2002; ; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014; Spinhoven et al. 2010 |
Psychiatrische geschiedenis |
|
American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014; Hayden & Klein 2001 |
Stressvolle gebeurtenissen |
|
; Griffiths et al. 2000; Riso et al. 2002 |
Vrouwelijk geslacht |
|
de Graaf et al. 2010; Griffiths et al. 2000 |
Meer informatie
- Definities: stemmingsstoornissen en de depressieve stoornis
- Bronverantwoording: verandering in classificatiesysteem psychische stoornissen
Zowel genen als omgeving belangrijk in ontstaan bipolaire stoornis
Stemmingsstoornissen lijken zich te ontwikkelen door een complexe wisselwerking tussen genetische factoren en omgevingsinvloeden (Costello et al. 2002; Kupfer et al. 2012; Nugent et al. 2011). De risicofactoren voor het ontwikkelen van een bipolaire stoornis zijn in vergelijking met de depressieve stoornis en dysthymie het minst onderzocht.
Tabel: Risicofactoren die de kans op een bipolaire stoornis verhogen
Risicofactoren |
Toelichting |
Bron |
---|---|---|
Genen |
|
American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014; Pearlson 2015; Purcell et al. 2009; Grande et al. 2016 |
Ingrijpende levensgebeurtenissen |
|
Koenders et al. 2014; Johnson et al. 2008; Alloy et al. 2009; Alloy et al. 2005 |
Persoonlijkheid |
|
Alloy et al. 2009; Urošević et al. 2008; Quilty et al. 2009; Kupka & de Been 2006; Kotov et al. 2010 |
Meer informatie
- F.L. Hakstege (RIVM)
- C.L.H. Bockting (Amsterdam-UMC_Locatie-AMC_afd.-psychiatrie_UvA)