Overgewicht naar geslacht, leeftijd en opleiding 2020
Sla de grafiek Overgewicht naar geslacht, leeftijd en opleiding 2020 over en ga naar de datatabelBron: Gezondheidenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m. RIVM
- Laag opleidingsniveau = basisonderwijs, vmbo (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) of de assistentenopleiding (mbo (Middelbaar beroepsonderwijs)-1).
- Middelbaar opleidingsniveau = bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
- Hoog opleidingsniveau = hbo (Hoger beroepsonderwijs) of wo (Wetenschappelijk Onderwijs).
- De dataverzameling van de Gezondheidsenquête was in 2020 verstoord door de COVID-19-pandemie. Ook hebben de pandemie en de bijbehorende maatregelen mogelijk de leefstijl van de respondenten beïnvloed. Zie de verantwoording voor meer informatie.
Hoogopgeleiden hebben minder vaak overgewicht
De grafiek presenteert zelfgerapporteerde cijfers over overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2) naar opleiding van 2020. De verschillen zijn statistisch getoetst (een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil ). Resultaten van deze toetsing zijn:
- Laagopgeleiden hebben in alle leeftijdscategorieën vaker overgewicht dan hoogopgeleiden bij zowel mannen als vrouwen. Zo komt overgewicht bij vrouwen in de leeftijdscategorie 45-64 jaar bij laagopgeleiden 62,2% voor en bij 43,9% van de hoogopgeleiden.
- Bij mannen en bij vrouwen in de twee leeftijdsgroepen onder de 65 jaar komt overgewicht vaker voor bij middelbaaropgeleiden dan bij hoogopgeleiden.
- Bij mannen in de leeftijdsgroep 45-64 jaar komt overgewicht vaker voor bij laagopgeleiden dan bij middelbaar opgeleiden.
Obesitas naar geslacht, leeftijd en opleiding 2020
Sla de grafiek Obesitas naar geslacht, leeftijd en opleiding 2020 over en ga naar de datatabelBron: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m. RIVM
- Laag opleidingsniveau = basisonderwijs, vmbo (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) of de assistentenopleiding (mbo (Middelbaar beroepsonderwijs)-1).
- Middelbaar opleidingsniveau = bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
- Hoog opleidingsniveau = hbo (Hoger beroepsonderwijs) of wo (Wetenschappelijk Onderwijs).
- De dataverzameling van de Gezondheidsenquête was in 2020 verstoord door de COVID-19-pandemie. Ook hebben de pandemie en de bijbehorende maatregelen mogelijk de leefstijl van de respondenten beïnvloed. Zie de verantwoording voor meer informatie.
Hoogopgeleiden hebben minder vaak obesitas
De grafiek presenteert zelfgerapporteerde cijfers over obesitas (Er is sprake van obesitas of ernstig overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 30 kg/m2.) naar opleiding van 2020. De verschillen zijn statistisch getoetst (een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil ). Resultaten van deze toetsing zijn:
- Bij zowel mannen als vrouwen hebben laagopgeleiden relatief vaker obesitas (ernstig overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2)) dan hoogopgeleiden. Zo hebben laagopgeleide mannen van 25-44 jaar ruim drie keer vaker obesitas (17,3%) dan hoogopgeleide mannen in dezelfde leeftijdscategorie (5,4%).
- Bij mannen en vrouwen in alle leeftijdscategorieën komt obesitas vaker voor bij middelbaaropgeleiden dan bij hoogopgeleiden.
- Bij mannen in de leeftijdscategorie 45-64 jaar komt obesitas vaker voor bij laagopgeleiden dan bij middelbaaropgeleiden.
Trend in overgewicht naar opleiding 1999-2020
Sla de grafiek Trend in overgewicht naar opleiding 1999-2020 over en ga naar de datatabelBron: CBS Gezondheidsenquête (tot en met 2013); daarna Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m. RIVM
- Zie voor de betrouwbaarheidsintervallen de tabelweergave.
- Bi laag en hoog: ondergrens en bovengrens 95% betrouwbaarheidsinterval.
- Laag opleidingsniveau = basisonderwijs, vmbo (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) of de assistentenopleiding (mbo (Middelbaar beroepsonderwijs)-1).
- Middelbaar opleidingsniveau = bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
- Hoog opleidingsniveau = hbo (Hoger beroepsonderwijs) of wo (Wetenschappelijk Onderwijs).
- De dataverzameling van de Gezondheidsenquête was in 2020 verstoord door de COVID-19-pandemie. Ook hebben de pandemie en de bijbehorende maatregelen mogelijk de leefstijl van de respondenten beïnvloed. Zie de verantwoording voor meer informatie.
Percentage met overgewicht gestegen in alle opleidingsgroepen
Het percentage mensen met overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2) is tussen 1999 en 2020 gestegen voor alle opleidingsgroepen. Uit de trendanalyse volgt een stijging van 13 procentpunt (Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen waarden die in procenten worden uitgedrukt. Een stijging van 1 procentpunt is bijvoorbeeld een stijging van 4 naar 5%.) voor mensen met een lage opleiding, 18 procentpunt voor middelbaaropgeleiden en 10 procentpunt voor hoogopgeleiden.
Het percentage mensen met overgewicht steeg tussen 1999 en 2020 verhoudingsgewijs sneller voor mensen met een middelbare opleiding (stijging van 45%), dan voor mensen met een hoge opleiding (28%). Na correctie voor de relatieve opleidingspositie (De betekenis van hoogst behaalde opleiding verschilt per generatie en geslacht. De relatieve opleidingspositie houdt hier rekening mee.), is te zien dat overgewicht minder snel stijgt naarmate mensen hoger opgeleid zijn.
Trend in obesitas naar opleiding 1999-2020
Sla de grafiek Trend in obesitas naar opleiding 1999-2020 over en ga naar de datatabelBron: CBS Gezondheidsenquête (tot en met 2013); daarna Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m. RIVM
- Zie voor de betrouwbaarheidsintervallen de tabelweergave
- Bi laag en hoog: ondergrens en bovengrens 95% betrouwbaarheidsinterval
- Laag opleidingsniveau = basisonderwijs, vmbo (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) of de assistentenopleiding (mbo (Middelbaar beroepsonderwijs)-1).
- Middelbaar opleidingsniveau = bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
- Hoog opleidingsniveau = hbo (Hoger beroepsonderwijs) of wo (Wetenschappelijk Onderwijs).
- De dataverzameling van de Gezondheidsenquête was in 2020 verstoord door de COVID-19-pandemie. Ook hebben de pandemie en de bijbehorende maatregelen mogelijk de leefstijl van de respondenten beïnvloed. Zie de verantwoording voor meer informatie.
Percentage mensen met obesitas gestegen in alle opleidingsgroepen
Het percentage mensen met obesitas (Er is sprake van obesitas of ernstig overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 30 kg/m2.) is tussen 1999 en 2020 gestegen in alle opleidingsgroepen. Uit de trendanalyse volgt een stijging van 9 procentpunt (Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen waarden die in procenten worden uitgedrukt. Een stijging van 1 procentpunt is bijvoorbeeld een stijging van 4 naar 5%.) voor mensen met een lage opleiding, 10 procentpunt voor middelbaaropgeleiden en 4 procentpunt voor hoogopgeleiden.
Het percentage mensen met obesitas steeg tussen 1999 en 2020 verhoudingsgewijs sneller voor mensen met een middelbare opleiding (126%), dan voor mensen met een hoge opleiding (67%). Na correctie voor de relatieve opleidingspositie (De betekenis van hoogst behaalde opleiding verschilt per generatie en geslacht. De relatieve opleidingspositie houdt hier rekening mee.), is een vergelijkbaar patroon te zien.
- M.H.D. Plasmans (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- C. Zomer (RIVM)