GGD-regio
Gemeenten
Minste overgewicht in de GGD-regio Amsterdam
Het percentage volwassenen met overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2) is het laagst in de GGD (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst )-regio Amsterdam (40,1%). De drie andere regio's met een laag percentage overgewicht zijn geclusterd in het midden van Nederland. Het percentage volwassenen met overgewicht is het hoogst in de GGD regio Zuid-Limburg (54%). De andere regio's met een hoog percentage overgewicht (52,4 - 54%) liggen verspreid over het land. In 2020 is gemiddeld 49,4% van de volwassenen van 18 jaar en ouder in Nederland te zwaar. Dat wil zeggen dat deze personen een BMI (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) van 25 of hoger hebben. Het landelijk gemiddelde dat hier wordt gepresenteerd wijkt af van het landelijk gemiddelde bij het hoofdstuk Leeftijd en geslacht. Dit komt door het gebruik van verschillende bronnen. Meer gegevens over dit onderwerp zijn te vinden door op de kaart te klikken.
Overgewicht per gemeente
Per gemeente varieert het percentage van 36 tot 63%. Overgewicht betekent een BMI van 25 of hoger. Meer gegevens over dit onderwerp zijn te vinden door op de gemeentekaart te klikken.
Vergelijk met andere kaart
Overgewicht per wijk
De kaart presenteert cijfers over overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2). Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een BMI (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) van 25,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht.
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft cijfers over gezondheid en leefstijl berekend voor alle wijken en buurten in Nederland op basis van ruim 540.000 respondenten van de Gezondheidsmonitor volwassenen 2020 van GGD (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst )’en, CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en RIVM. Omdat er vaak te weinig respondenten per wijk of buurt zijn, gebruikt het RIVM het 'SMAP'-model waarmee de cijfers geschat kunnen worden. Meer informatie over de gebruikte methode staat bij verantwoording.
Verschillende GGD’en hebben voor de Gezondheidsmonitor 2020 de steekproef opgehoogd om wijkcijfers te kunnen presenteren. De cijfers in de kaart kunnen afwijken van de door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat deze op een andere manier zijn berekend.
Meer cijfers
De getoonde wijkcijfers worden ook hier gepresenteerd. Behalve wijkcijfers zijn daar ook buurtcijfers in kaart gebracht. Voor elke gemeente wordt een kaart getoond met cijfers voor alle wijken of voor alle buurten in die gemeente. De cijfers uit het 'SMAP'-model zijn direct te downloaden via RIVM Statline. Daar zijn ook cijfers beschikbaar voor de leeftijdsgroepen 18-64 jaar en 65 jaar en ouder afzonderlijk.
Vergelijk deze kaart met
Grote toename in overgewicht in alle provincies
In de kaart is te zien dat het overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2) in de periode 1981-2019 als eerste in de provincies in het oosten en noorden toeneemt. De provincie Drenthe kent door de jaren heen het hoogste percentage volwassenen met overgewicht, terwijl in de provincie Utrecht het minst aantal mensen te zwaar zijn. Daarnaast is te zien dat het percentage volwassenen met overgewicht in alle provincies sterk toeneemt. In de periode 1981-1983 heeft Drenthe het hoogste percentage (40,5%) en is in de provincie Utrecht het laagste percentage (29,6%) gemeten. In de periode 2017-2019 is in Drenthe het hoogste percentage gemeten; van de volwassen bevolking gaf 56,7% aan overgewicht te hebben. Utrecht heeft in deze periode met 44,4% het laagste percentage.
Vergelijk met andere kaart
- D.L. van der A (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- M Hiemstra (RIVM)
- C. Deuning, red. (RIVM)