Bof is een besmettelijke virusinfectie
Het bofvirus verspreidt zich door hoesten, via druppeltjes uit neus- en keelholte. Het virus (een RNA (Ribo nucleic acid (Ribonucleïnezuur))-virus) gaat zo gemakkelijk over van de ene op de andere persoon, dat elk ziektegeval in een volledige vatbare populatie kan leiden tot 4-7 nieuwe besmettingen. Vanaf 1 tot 2 dagen voor de zwelling van de wang(en) tot ongeveer 5 dagen na het begin van de zwelling is een patiënt besmettelijk. De incubatietijd is 12 tot 25 dagen. Een derde van de geïnfecteerde kinderen en volwassenen merkt niets van de ziekte, maar kan wel anderen besmetten. Gevaccineerde personen met bof hebben nog veel vaker (twee derde) geen klachten. Bof heeft in de meeste gevallen een mild verloop.
Meer informatie
- Definities: bof
- Bof op www.rivm.nl
Aantal meldingen van bof
Sla de grafiek Aantal meldingen van bof 1976-2019 over en ga naar de datatabelBron: Schurink-van 't Klooster & de Melker 2020Schurink-van 't Klooster, T. M., de Melker, H.E., The National Immunisation Programme in the Netherlands: surveillance and developments in 2019-2020., Bilthoven (2020); Osiris
- Tussen 1999 en december 2008 was er geen wettelijke meldingsplicht voor bof
Sinds 2007 toename van bofvirus-infecties in Nederland
Voor de introductie van bofvaccinatie in 1987 lag het aantal gemelde bofvirus-infecties op 300-1.500 per jaar. Meestal betrof het kinderen tussen 1 en 9 jaar. Na de introductie daalde het aantal ziektegevallen door bof tot onder de 50 per jaar. De daling geldt ook voor het aantal ziekenhuisopnamen. Vooral vanwege bofmeningitis werden voor 1987 enkele honderden kinderen per jaar opgenomen in een ziekenhuis. Het aantal ziekenhuisopnamen daalde tot minder dan 5 per jaar na invoering van vaccinatie. Niet-gevaccineerden lopen extra risico bij een eventuele uitbraak van bof. Tussen 2007 en 2009 was er een toename van het aantal bofgevallen in Nederland. Het betrof voornamelijk ongevaccineerde personen in regio's met een lage vaccinatiegraad.
Tussen 2009 en 2013 bofepidemie onder studenten
Tussen 2009 en 2013 was er een toename van bof in Nederland, voornamelijk bij tweemaal gevaccineerde studenten. Redenen hiervoor zijn waarschijnlijk de intensieve contacten die studenten onderling hebben en een afnemende werking van het vaccin over de tijd (Sane et al. 2014Sane, J, Gouma, S, Hahné, S. J. M., Swaan, C, van Binnendijk, R. S., Koopmans, M. P. G., de Melker, H.E., Epidemic of Mumps among Vaccinated Persons, the Netherlands, 2009–2012 (2014)).
Aantal sterfgevallen door bof
Sla de grafiek Aantal sterfgevallen door bof 1950-2019 over en ga naar de datatabel- 2019 zijn voorlopige cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes B36.0-B36.3, B36.8, B36.9 (WHO-classificaties)
- De sterftecijfers vanaf 2013 zijn minder goed vergelijkbaar met eerdere jaren, omdat het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) is overgestapt van handmatig naar automatisch coderen (zie Verantwoording)
Tussen 1988-2019 vier sterfgevallen door bof geregistreerd
Voor de introductie van bofvaccinatie in 1987 schommelde het aantal sterfgevallen tussen nul en negen per jaar. In de periode 1988-2019 zijn vier sterfgevallen door bof geregistreerd; één in 1988, twee in 2002 en één in 2005.
- I.K. Veldhuijzen (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- H. Giesbers, red. (RIVM)