Gemiddeld aantal contacten met de HAP 2021

Sla de grafiek Contacten met de HAP 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Benchmarkbulletin huisartsenposten

  • Telefonische consulten zijn sinds 2021 gedefinieerd als triageconsulten, omdat zij meer omvatten dan enkel telefonie. Denk aan beeldbellen of andere digitale substituten

Ruim 4 miljoen contacten tussen patiënten en HAP's

In 2021 zijn er in totaal ruim 4 miljoen verrichtingen gedeclareerd door alle huisartsenposten (HAP Huisartsenpost (Huisartsenpost)'s). Ongeveer 17% van de inwoners in de verzorgingsgebieden van de huisartsenposten heeft één of meerdere keren per jaar contact met de HAP (InEen 2022InEen, Benchmark huisartsenposten 2021, Utrecht (2022)). Een HAP kan verschillende verrichtingen declareren: consulten, triageconsulten en visites. Het merendeel van de contacten is een consult op de HAP (ruim 1,7 miljoen) of een  triageconsult (ruim 2 miljoen). De verhoudingen tussen de verrichtingentypes worden deels beïnvloed door het beleid van de huisartsenposten als bijvoorbeeld samenwerking met een spoedeisende hulp of afspraken met de ambulancedienst, maar ook door externe omstandigheden als kenmerken van de zorgvraag en geografische gebiedskenmerken (InEen 2017InEen, Benchmarkbulletin huisartsenposten 2016, Utrecht (2017)). De cijfers van het aantal contacten per 1.000 inwoners afkomstig van de vereniging van eerstelijnsorganisaties InEen komen overeen met die uit de registratie van huisartsenposten door Nivel Zorgregistraties eerste lijn


Contacten met de HAP 2005-2021

Sla de grafiek Contacten met de HAP 2005-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Benchmarkbulletin huisartsenposten

  • Telefonische consulten zijn sinds 2021 gedefinieerd als triageconsulten, omdat zij meer omvatten dan enkel telefonie. Denk aan beeldbellen of andere digitale substituten

Aantal consulten HAP neemt af

Het totaal aantal contacten op de huisartsenposten steeg in 2021 licht (met 1%). Dit komt vooral door een lichte stijging van het aantal consulten in de spreekkamer. Het aantal visites en tiageconsulten is juist afgenomen. Het aantal totale contacten is nog steeds lager dan vóór de COVID-19-uitbraak (-6%).  Naast dat het totaal aantal patiëntcontacten (nog) niet terug is op het niveau van voor COVID-19, is ook een (blijvende) verschuiving van consulten en visites naar triageconsulten te zien. Dit kan duiden op een betere verdeling van de instroom van patiënten bij de huisartsenpost tijdens het triageproces (InEen 2020InEen, Benchmark huisartsenposten 2019, Utrecht (2020)). De trends in het aantal contacten per 1.000 inwoners afkomstig van de vereniging van eerstelijnsorganisaties InEen komen overeen met die uit de registratie van huisartsenposten door Nivel Zorgregistraties eerste lijn.


Vooral jonge kinderen en ouderen maken gebruik van de HAP Huisartsenpost (Huisartsenpost)

Vooral jonge kinderen en ouderen maken gebruik van de HAP. Relatief gezien zijn de meeste consulten op de huisartsenpost voor kinderen van 0 tot en met 4 jaar, en de meeste visites voor ouderen vanaf 85 jaar (Bes et al. 2023Bes, J., Waarden, W., Beusekom, S., Elffers, B., Baarda, E., Winckers, M., Hek, K., Verheijen, R., Hasselaar, J., Ramerman, L., Zorg op de huisartsenpost Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020-2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2023)).

Vooral ouders met jonge kinderen ongerust

Uit onderzoek waarin nader is ingezoomd op frequente bezoekers (3 tot 25 keer per jaar) met laagurgente problemen, blijkt dat ouders met jonge kinderen de belangrijkste groep vormen (Giesen et al. 2010Giesen, P., Stam, D., Wensing, M., Frequente bezoekers huisartsenpost vertellen over hun motieven "Je wilt de zekerheid dat het goed zit" (2010)). Ouders zijn in veel gevallen extra voorzichtig met kinderen en nemen daarom relatief snel contact op met de HAP. Bovendien kunnen jonge kinderen niet precies aangeven wat er aan de hand is, waardoor ouders sneller onzeker en ongerust worden. Ook mensen met een chronische ziekte of een belaste voorgeschiedenis nemen vaker bij laagurgente problemen contact op met de HAP. Zij zijn snel ongerust en angstig, en hebben behoefte aan geruststelling en duidelijkheid over wat er aan de hand is.

Meer vrouwen dan mannen op de huisartsenpost

Vrouwen (253 per 1.000 vrouwen) maken vaker gebruik van de HAP dan mannen (218 per 1.000 mannen) (Bes et al. 2023Bes, J., Waarden, W., Beusekom, S., Elffers, B., Baarda, E., Winckers, M., Hek, K., Verheijen, R., Hasselaar, J., Ramerman, L., Zorg op de huisartsenpost Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020-2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2023)). Dit verschil is het grootst bij traigeconsulten. Deze aantallen zijn niet gecorrigeerd voor leeftijd, dus dit verschil kan deels verklaard worden door de gemiddeld oudere leeftijd van vrouwen in Nederland. 


Ccontacten met HAP naar ICPC-code

Sla de grafiek Contacten met HAP naar ICPC-code 2021 over en ga naar de datatabel

Bron:  Nivel Zorgregistraties eerstelijn

Deelcontact: één contact kan één of meerdere deelcontacten omvatten. Een deelcontact heeft betrekking op één gezondheidsprobleem binnen één contact. Indien een patiënt in een contact meerdere gezondheidsproblemen aan de orde stelt, bestaat dit contact uit evenveel deelcontacten.

Klachten aan bewegingsapparaat vaakst reden voor contact met HAP

Klachten waarvoor het vaakst contact is met de HAP Huisartsenpost (Huisartsenpost) (inclusief telefonische consulten) zijn gerelateerd aan het bewegingsapparaat. Daarnaast is er vaak contact met de HAP vanwege symptomen en aandoeningen van de huid en onderhuids bindweefel, algemene klachten en symptomen en aandoeningen van het maagdarmkanaal en ademhalingsorganen (Bes et al. 2023Bes, J., Waarden, W., Beusekom, S., Elffers, B., Baarda, E., Winckers, M., Hek, K., Verheijen, R., Hasselaar, J., Ramerman, L., Zorg op de huisartsenpost Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020-2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2023)).


Scheur- en snijwond meest gestelde diagnose bij consulten

Mensen die voor een consult naar de huisartsenpost gaan, doen dit vooral vanwege scheur- en snijwonden, buikpijn en acute infecties van de bovenste luchtwegen. De meest voorkomende gezondheidsproblemen die met een telefonisch consult afgehandeld worden zijn bezorgdheid over koorts, de (bij-)werking van een geneesmiddel, en urineweginfecties. Tijdens huisvisites hebben zorgverleners van de huisartsenpost vooral te maken met overlijden, infectie(s) luchtwegen en benauwdheid. Per contact kunnen er meerdere ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-codes geregistreerd worden. De diagnosen in de tabel geven voor een deel de door patiënten gepresenteerde klachten weer en niet altijd de definitieve diagnosen, omdat soms nog nader onderzoek nodig is (bijvoorbeeld radiologisch onderzoek). In die gevallen is op het moment van registratie in het medisch dossier de uitslag van dergelijk onderzoek nog niet bekend bij de dienstdoende huisarts, zodat deze de klacht registreert en nog niet de definitieve diagnose.

Tabel: Top-5 van meest voorkomende ICPC-codes op de huisartsenpost 2021

Consulten 2021
S18-Scheurwond/snijwond 8,4
D06-Andere gelokaliseerde buikpijn 4,4
R74-Acute infectie bovenste luchtwegen 3,9
U71-Cystitis/urineweginfectie 3,7
A03-Koorts  2,9
Telefonische consulten  
A03-Koorts 4,4
A13-Bezorgdheid over (bij)werking geneesmiddel  3,9
L04-Borstkas symptomen/klachten 2,5
D06-Andere gelokaliseerde buikpijn 2,3
R83-Andere infectie(s) luchtwegen  2,3
Visites  
A96-Dood/overlijden 11,7
R83-Andere infectie(s) luchtwegen 7,5
R02-Dyspnoe/benauwdheid (luchtwegen) 4,0
A03-Koorts 3,5
R81-Pneumonie (longontsteking) 3,2

Bron:  Nivel Zorgregistraties eerstelijn


Urgentie op de huisartsenpost 2021

Sla de grafiek Urgentie op de huisartsenpost 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerstelijn

  • Wanneer een urgentie U0 (reanimatie) en U1 (levensbedreigend) is toegekend bij een telefonisch consult, is de melding doorgegeven aan de meldkamer ambulance.

Meeste hulpvragen op de HAP zijn dringend

De meeste hulpvragen die gepresenteerd worden op de huisartsenpost krijgen de urgentie U3 (dringend). Hierna komen hulpvragen in de urgentiecategorie U5 (advies) het meest voor. De urgentie van hulpvragen varieert sterk per type contact. Hulpvragen die worden geclassificeerd als U3 (dringend) leiden het vaakst tot een consult en hulpvragen met de urgentiecategorie U5 (advies) worden het vaakst telefonisch afgehandeld. Hulpvragen met de urgentie U2 (spoed) of U3 (dringend) leiden het vaakst tot een visite (Bes et al. 2023Bes, J., Waarden, W., Beusekom, S., Elffers, B., Baarda, E., Winckers, M., Hek, K., Verheijen, R., Hasselaar, J., Ramerman, L., Zorg op de huisartsenpost Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020-2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2023)).

Reden voor contact bij niet-urgente problemen vaak wel begrijpelijk

Dat een hulpvraag medisch gezien 'niet urgent' is, wil overigens niet zeggen dat deze ‘niet terecht’ is. Er is waarschijnlijk een grote groep patiënten die om volkomen invoelbare redenen van ongerustheid, ervaren last of gebrek aan kennis over de klacht niet wil wachten. Het behoort tot de taken van een huisartsenpost om vragen te beantwoorden van mensen die niet kunnen wachten tot zij in de eigen huisartsenpraktijk terecht kunnen (van der Werf 2005van der Werf, G., Hulpvragen op de dokterspost: ongerust of urgent? Commentaar (2005)). Uitleg geven, geruststellen en zelfzorg adviseren zijn belangrijke taken. In vervolgonderzoek is gekeken wat de kenmerken zijn van patiënten met laagurgente problemen (U4 of U5) die volgens beoordeling door huisartsen een niet-noodzakelijk contact hadden, en wat hun beweegredenen waren om te bellen. In dit onderzoek betrof dit 70% van alle patiënten met laagurgente problemen. Vergeleken met patiënten met laagurgente problemen maar met een medisch noodzakelijk contact, gaat het vaker om jongvolwassenen (25-44 jaar), zijn het vaker mensen die frequente contact hebben met de HAP Huisartsenpost (Huisartsenpost) en bestaat hun probleem vaak al enkele dagen. De helft van deze patiënten gelooft dat huisartsenposten bedoeld zijn om alle medische hulpvragen op te lossen. Van de groep patiënten met laagurgente problemen met een medisch niet-noodzakelijk contact nam 45% contact op met de HAP omdat ze zich zorgen maakten en 29% omdat ze medische informatie nodig hadden; dat is vaker dan de groep met een medisch noodzakelijk contact. Die laatste groep nam vaker contact op omdat ze vonden dat ze met spoed een huisarts nodig hadden (Keizer et al. 2015Keizer, E., Smits, M., Peters, Y., Huibers, L., Giesen, P., Wensing, M., Contacts with out-of-hours primary care for nonurgent problems: patients' beliefs or deficiencies in healthcare? (2015)).


  • R. Gijsen (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • G.J. Kommer (RIVM)
  • C.M. Deuning (RIVM)