Preventie COPD vooral gericht op vroegopsporing en klachtvermindering

Preventie van COPD Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten) (Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten)) bestaat vooral uit secundaire en tertiaire preventie. Secundaire preventie Opsporen van een ziekte of een risicofactor van een ziekte voordat de 'patiënt' zich van de ziekte bewust is, gevolgd door adequate behandeling. (Opsporen van een ziekte of een risicofactor van een ziekte voordat de 'patiënt' zich van de ziekte bewust is, gevolgd door adequate behandeling.) bestaat uit vroegopsporing van COPD. Tertiaire, ofwel zorggerelateerde preventie omvat voorlichting en het aanbieden van ondersteuning gericht op het voorkomen van verergering van klachten van patiënten met COPD. Primaire preventie Het voorkómen dat nieuwe gevallen van een ziekte (en sterfte) optreden door het wegnemen van de oorzaken. (Het voorkómen dat nieuwe gevallen van een ziekte (en sterfte) optreden door het wegnemen van de oorzaken.), gericht op het voorkómen van COPD, is in feite rookpreventie en bestaat uit het ontmoedigen van het beginnen met roken. Daarnaast is beleid gericht op de luchtkwaliteit ook op te vatten als primaire preventie van COPD. 

Vroegopsporing kan voortgang COPD afremmen

Een vroegtijdige opsporing van COPD kan de voortgang van de ziekte aanzienlijk afremmen, door patiënten bijvoorbeeld te helpen bij het stoppen met roken. Met vroegopsporing is dan ook aanzienlijke gezondheidswinst te behalen, zeker gezien de bestaande onderdiagnostiek van COPD: huisartsen blijken COPD vaak niet tijdig te herkennen en ook de kwaliteit van de diagnostiek is vaak onvoldoende (Mullenders et al., 2013 Mullenders, P., van Vlaardingen, F., Versloot, A., van der Vliet, C., Pakketscan COPD (2013) (Mullenders, P., van Vlaardingen, F., Versloot, A., van der Vliet, C., Pakketscan COPD (2013)) ). De LAN, de federatieve vereniging op het gebied van preventie en zorg van longaandoeningen, zet zich in om de diagnostiek van COPD door zorgverleners te verbeteren.  

Online risicotest en PreventieConsult om vroegopsporing COPD te bevorderen  

Sinds eind 2010 bestaat de online risicotest COPD. De risicotest, een initiatief van het Longfonds (voorheen Astmafonds), beoogt vroegopsporing van COPD te bevorderen. De test kan door mensen zelf worden uitgevoerd. De risicotest identificeert mensen die tot de risicogroep behoren aan de hand van tien vragen. Deze vragen gaan onder andere over rookgedrag en kortademigheid. Wanneer uit de test blijkt dat er een verhoogd risico op COPD is, volgt het advies om naar de huisarts te gaan. Sinds 2012 vormt de risicotest onderdeel van het PreventieConsult COPD van het Nederlands Huisartsen Genootschap  (NHG Nederlands huisartsengenootschap (Nederlands huisartsengenootschap)). Ook bieden sommige ziekenhuizen mensen regelmatig de gelegenheid gratis hun longfunctie te laten testen, vaak in combinatie met een informatiedag over COPD (Mullenders et al., 2013 Mullenders, P., van Vlaardingen, F., Versloot, A., van der Vliet, C., Pakketscan COPD (2013) (Mullenders, P., van Vlaardingen, F., Versloot, A., van der Vliet, C., Pakketscan COPD (2013)) ).

Zelfmanagement en leefstijladvisering om verergering klachten te voorkómen

Om verergering van de klachten zoveel mogelijk te voorkómen is het belangrijk dat mensen met COPD zelf grip krijgen op hun klachten. Dit wordt ook wel zelfmanagement genoemd. Het doel van zelfmanagement is dat mensen met COPD leren zo goed mogelijk met de ziekte om te gaan, zodat verergering van de symptomen zoveel mogelijk wordt voorkómen en mensen hun eigen leven naar tevredenheid kunnen leven, ondanks klachten. Het bespreken van onderwerpen gericht op leefstijlveranderingen, zoals stoppen met roken, het verbeteren van de conditie en voeding, maakt onderdeel uit van de behandeling van mensen met COPD. Stoppen met roken, bewegen en gezonde voeding hebben een gunstige invloed op de ernst van de klachten en de beperkingen die patiënten met COPD ervaren. 

Meer informatie


Opname online risicotest in PreventieConsult COPD effectief

De online risicotest om mensen met COPD Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten) (Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten)) op te sporen maakt sinds 2012 onderdeel uit van het PreventieConsult COPD. Onderzoek toont dat dit de effectiviteit van de test vergroot. De screening blijkt drie keer zo effectief als het initiatief hiervoor bij de huisarts ligt in plaats van bij de patiënt (Dirven et al., 2013 Dirven, JA. M., Tange, HJ., Muris, JW. M., van Haaren, KM. A., Vink, G, van Schayck, C.P., Early detection of COPD in general practice: patient or practice managed? A randomised controlled trial of two strategies in different socioeconomic environments. (2013) (Dirven, JA. M., Tange, HJ., Muris, JW. M., van Haaren, KM. A., Vink, G, van Schayck, C.P., Early detection of COPD in general practice: patient or practice managed? A randomised controlled trial of two strategies in different socioeconomic environments. (2013)) ). Sinds de invoering van de online risicotest om COPD vroegtijdig op te sporen hebben 500.000 mensen deze test ingevuld.

PreventieConsult leidt tot toename diagnose COPD

Invoering van het PreventieConsult COPD in de huisartsenpraktijk zorgt voor twintig procent meer diagnosen van COPD (Dirven et al., 2013 Dirven, JA. M., Tange, HJ., Muris, JW. M., van Haaren, KM. A., Vink, G, van Schayck, C.P., Early detection of COPD in general practice: patient or practice managed? A randomised controlled trial of two strategies in different socioeconomic environments. (2013) (Dirven, JA. M., Tange, HJ., Muris, JW. M., van Haaren, KM. A., Vink, G, van Schayck, C.P., Early detection of COPD in general practice: patient or practice managed? A randomised controlled trial of two strategies in different socioeconomic environments. (2013)) ). De effectiviteit van het PreventieConsult blijkt in wijken met een lage sociale status aanzienlijk groter dan in wijken met een middelmatige tot hoge status. 

  • M.C.M. Busch (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))