Diverse risicofactoren voor kanker

De oorzaak van kanker is niet altijd te achterhalen of eenduidig, maar er zijn diverse factoren waarvan bekend is dat zij van invloed zijn op het ontstaan en de ernst van kanker. Algemene risicofactoren die van invloed zijn op het ontstaan van veel soorten van kanker staan hier beschreven. Specifieke risicofactoren van kankersoorten opgenomen op deze website zijn bij de betreffende kankersoorten beschreven onder ‘Oorzaken en gevolgen’.

Verminderde afweer en bepaalde infecties vergroten risico

Met name een langdurige aantasting van het afweersysteem kan het risico op kanker vergroten doordat het lichaam minder goed in staat is kankercellen op te ruimen.
Bepaalde bacterie- en virusinfecties kunnen leiden tot het ontstaan van kanker. Een bekend voorbeeld is infectie met het humane papillomavirus (HPV Humaan papilloma virus (Humaan papilloma virus)), dat tot baarmoederhalskanker kan leiden. Andere voorbeelden zijn langdurig bestaande infecties met hepatitis B en C die kunnen leiden tot leverkanker. Infectie met de bacterie Helicobacter pylori leidt tot een verhoogd risico op maagkanker. Hiv-infecties verzwakken het afweersysteem en vergroten hierdoor het risico op bepaalde kankersoorten.

Risico neemt toe met leeftijd

Kanker komt in het algemeen vooral op oudere leeftijd voor. Hoe ouder iemand wordt, des te meer celdelingen er al in het lichaam hebben plaatsgevonden. Bij elke celdeling kunnen er fouten/mutaties in het DNA Desoxyribo nucleic acid (Desoxyribonucleïnezuur). De drager van erfelijke informatie in alle bekende organismen. (Desoxyribo nucleic acid (Desoxyribonucleïnezuur). De drager van erfelijke informatie in alle bekende organismen.) ontstaan. Bij een opeenstapeling van fouten kan een cel ontsporen en een kankercel worden. De kans hierop wordt groter naarmate iemand ouder is.

Diverse risicofactoren in leefomgeving

Diverse factoren in de leefomgeving kunnen leiden tot een verhoogd risico op kanker.

  • Overmatige blootstelling aan ultraviolette (uv-)straling (in zonlicht en zonnebanken) zorgt voor versnelde veroudering van de huid en leidt tot schade aan de huid die kan leiden tot huidkanker.
  • Sommige andere soorten van straling (vooral ioniserende straling) kunnen het DNA in cellen beschadigen, waardoor op den duur kanker kan ontstaan. Bepaalde vormen van diagnostisch onderzoek naar kanker maken gebruik van straling (röntgen, PET Positron emission tomography (Positron emission tomography)-scan en CT Computer tomography. Röntgentechniek waarbij een computerprogramma meerdere afbeeldingen van het lichaam combineert tot dwarsdoorsneden of driedimensionale beelden van organen/weefsels. (Computer tomography. Röntgentechniek waarbij een computerprogramma meerdere afbeeldingen van het lichaam combineert tot dwarsdoorsneden of driedimensionale beelden van organen/weefsels.)-scan). Voor de behandeling van bepaalde tumoren wordt ook straling gebruikt (radiotherapie). Het gebruik van deze vormen van straling vergroot weliswaar de kans op het ontstaan van kanker, maar het voordeel van het diagnostisch onderzoek en de behandeling weegt op tegen eventuele risico’s.
  • Radon is een radioactief gas dat uit bepaalde bouwmaterialen vrijkomt en dat ioniserende straling bevat. Als radon zich hecht aan kleine stofdeeltjes, kan het in de longen terechtkomen. Blootstelling aan grote hoeveelheden radon vergroot het risico op longkanker.
  • Asbest is een natuurlijk product dat in het verleden veel gebruikt werd in en om gebouwen, vooral in bouwmaterialen. Risico’s voor de gezondheid treden alleen op wanneer losse asbestvezels in de (binnen)lucht vrijkomen en zo ingeademd worden. Inademing van de losse vezels kan longvlieskanker, buikvlieskanker of longkanker veroorzaken.

Leeftstijlfactoren van invloed op risico kanker

De leefstijlfactoren roken, voeding, alcoholgebruik en lichaamsbeweging beïnvloeden in meerdere of mindere mate, het risico op kanker en/of de ernst van kanker. Hetzelfde geldt voor overgewicht Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2).

  • Roken en meeroken vormen het grootste risico op kanker. Tabaksproducten en de rook ervan bevatten stoffen die het DNA in lichaamscellen kunnen beschadigen. Beschadigd DNA kan ertoe leiden dat een cel ontspoort en dat kanker ontstaat.
  • Consumptie van bewerkt vlees en mogelijk ook rood vlees verhogen het risico op darmkanker.
  • Overmatig alcoholgebruik vergroot het risico op verschillende soorten kanker. Het gebruik van alcohol en roken versterken elkaars risicoverhogende effect.
  • Lichaamsbeweging verkleint het risico op kanker. Een algemene verklaring hiervoor is dat  beweging het immuunsysteem stimuleert. Een bijkomend effect van meer lichaamsbeweging is dat het overgewicht tegengaat en hiermee ook het risico op kanker verkleint.

Geringe bijdrage van erfelijkheid aan risico kanker

Hoewel genetische factoren bij veel vormen van kanker een rol spelen, is bij ongeveer 5% van alle mensen met kanker de erfelijke aanleg de belangrijkste oorzaak. Kanker zelf is niet erfelijk, de aanleg voor kanker wel. De bijdrage van erfelijkheid aan het ontstaan van kanker verschilt per soort kanker. Er zijn bijvoorbeeld genen ontdekt die de kans op borstkanker of darmkanker vergroten. Mensen met deze genen zijn vatbaarder voor kanker, maar het hebben van de genen betekent niet ze ook daadwerkelijk kanker zullen krijgen. Soms is er door erfelijke aanleg een hoger risico op meerdere soorten kanker.

Risicofactoren voor kanker

Verminderde afweer en bacterie- en virusinfecties

Leefomgeving

  • ultraviolette (UV Ultraviolet (Ultraviolet)) straling
  • ioniserende straling
  • radon
  • asbest

Leefstijl

  • roken
  • bewerkt vlees en mogelijk ook rood vlees
  • onvoldoende beweging
  • overmatig alcoholgebruik

Overgewicht Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2)

Erfelijke aanleg

Bronnen: Kanker.nl;  Wereld Kanker Onderzoek Fonds


Blijvende gevolgen voor sociaal en maatschappelijk functioneren

Kanker en de behandeling ervan hebben voor veel mensen blijvende gevolgen die van invloed zijn op het sociaal en maatschappelijk functioneren. Gevolgen waar veel mensen met kanker mee te maken krijgen zijn vermoeidheidsklachten, concentratie- en geheugenproblemen, neuropathie (zenuwschade), pijn en psychische problemen, zoals angst (voor terugkeer van de ziekte) en somberheid (Vonk et al. 2016 Vonk, R., Korevaar, J., van Saase, L., Schoemaker, C., Een samenhangend beeld van kanker: ziekte, zorg, mens en maatschappij: Themarapportage van de Staat van Volksgezondheid en Zorg, Bilthoven (2016) (Vonk, R., Korevaar, J., van Saase, L., Schoemaker, C., Een samenhangend beeld van kanker: ziekte, zorg, mens en maatschappij: Themarapportage van de Staat van Volksgezondheid en Zorg, Bilthoven (2016)) ).


A.M. Gommer (RIVM)