Arbeid, vrijwilligerswerk en mantelzorg 2022
Sla de grafiek Arbeid, vrijwilligerswerk en mantelzorg 2022 over en ga naar de datatabelBron: Enquête Beroepsbevolking (EBB); CBS Enquête Sociale samenhang en Welzijn; CBS-Gezondheidenquête
- Achterliggende cijfers op CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)-StatLine: Arbeidsparticipatie; Vrijwillgerswerk; Mantelzorg
Veel Nederlanders maatschappelijk actief
Een groot deel van de Nederlanders is actief in de maatschappij. Zij participeren op één of meerdere domeinen van maatschappelijke participatie. Dit onderwerp bevat de domeinen arbeid, vrijwilligerswerk en het geven van mantelzorg. Hoeveel mensen actief zijn verschilt per levensfase en per domein. In 2022 had 72% van de beroepsbevolking (15- tot en met 74-jarigen) betaald werk. Mannen hebben een hogere arbeidsparticipatie dan vrouwen. In 2022 verrichtte twee op de vijf personen van 15 jaar en ouder vrijwilligerswerk. Er is hierbij vrijwel geen verschil tussen mannen en vrouwen. In 2022 gaf van de personen van 16 jaar en ouder 13% mantelzorg. Meer vrouwen geven mantelzorg dan mannen.
Gezondheid en participatie beïnvloeden elkaar
Gezondheid kan de maatschappelijke participatie beïnvloeden en andersom (Harbers & Hoeymans, 2013 (Harbers, M. M., Hoeymans, N., Gezondheid en maatschappelijke participatie: Themarapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014, Bilthoven (2013)) ). Mensen die participeren ervaren over het algemeen een betere gezondheid dan mensen die niet particperen. De samenhang is het sterkst bij arbeidsparticipatie. Van de mensen met een betaalde baan ervaart 87,7% de gezondheid als (zeer) goed. Bij mensen zonder een betaalde baan is dat percentage 66,3%. In de literatuur wordt gewezen op sociale steun die kan voortvloeien uit de sociale contacten, maar ook op de kennis en de vaardigheden die men opdoet als gevolg van participatie (Bekkers et al., 2013 (Bekkers, R. H. F. P., de Wit, A., Broese, M. I., Vitamine V: Waarom Oudere Vrijwilligers Langer en Gezonder Leven (2013)) ). Mantelzorg is hierop een uitzondering. Niet de gezondheid, maar de vraag naar zorg en de band met de hulpbehoevende bepalen of iemand mantelzorg geeft, evenals de morele verplichting om te zorgen. Als het nodig is doen mensen het, voor zover de gezondheid het toelaat (Eysink et al., 2014 (Eysink, P. E. D., Harbers, M. M., Zantinge, E.M., Is gezond zijn een voorwaarde voor de participatie van ouderen? (2014)) ). Andersom gezien kan het verlenen van mantelzorg juist een ongunstig effect hebben op de mentale gezondheid, vanwege de emotionele belasting (Bom, 2022 (Bom, J., Zorgtaken draaglijk houden (2022)) ).
- M. van der Noordt (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))