Ruim 12% van de Nederlanders geeft mantelzorg

In 2021 gaf 12,3% van de personen van 16 jaar en ouder mantelzorg. Het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) definieert mantelzorg als zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg moet daarbij minimaal 3 maanden duren, of het moet gaan om minimaal 8 uur zorg per week. Volgens het CBS gaven meer vrouwen (14,7%) dan mannen (9,9%) mantelzorg. Dit komt vooral doordat vrouwen vaker zorgen voor hulpbehoevende naasten (zoals een ouder of schoonouder) dan mannen (de Boer & Josten 2015de Boer, A., Josten, E., Mantelzorg en betaald werk bij vrouwen en mannen (2015)). Gemiddeld werd er 11,8 uur mantelzorg per week gegeven. 

Verschillende termen in omloop

Om hulp aan familie en bekenden aan te duiden, worden in de literatuur verschillende termen door elkaar gebruikt, zoals informele hulp, informele zorg en mantelzorg (Zantinge et al. 2011Zantinge, E. M., van der Wilk, E. A., van Wieren, S., Schoemaker, C. G., Gezond ouder worden in Nederland, Bilthoven (2011)De Klerk et al. 2015De Klerk, M., de Boer, A., Plaisier, I., Schyns, P., Kooiker, S., Informele hulp: wie doet er wat? - Kerncijfers, Den Haag (2015)). Deze termen zijn echter geen synoniemen. Op deze website gaat het om mantelzorg.

Percentage mantelzorgers afhankelijk van definitie

Het percentage van de Nederlandse bevolking dat mantelzorg verleent, hangt nauw samen met de definitie van mantelzorg die gehanteerd wordt. Het SCP hanteert een ruimere definitie dan het CBS. Het SCP omschrijft mantelzorg als de zorg die wordt gegeven aan een hulpbehoevende door iemand uit diens directe sociale omgeving waarbij het kan gaan om zowel heel langdurige of intensieve zorg als kortdurende en minder intensieve zorg (de Klerk et al. 2017de Klerk, M, de Boer, A, Plaisier, I., Schyns, P, Voor elkaar? Stand van de informele hulp in 2016, Den Haag (2017)). Hiermee komt het SCP uit op een hoger percentage mantelzorgers dan het CBS, te weten 32 versus 12,3%. 

Tabel: Mantelzorg naar geslacht 2021

 

Mannen

Vrouwen

Mantelzorger >16 jr (%)

9,9

14,7

Uren mantelzorg per week

11,5

11,9

Bron: CBS-Gezondheidsenquête


Ruim 20% van de 55- tot en met 64-jarigen verleent mantelzorg

In 2021 was het percentage mensen dat mantelzorg verleende met 21,1% het grootst in de leeftijdscategorie 55- tot en met 64-jarigen. Dit komt mogelijk doordat van deze groep mensen de ouders nog in leven zijn en tegelijkertijd vaak een zodanige leeftijd hebben dat ze meer gezondheidsklachten hebben (de Boer & Josten 2015de Boer, A., Josten, E., Mantelzorg en betaald werk bij vrouwen en mannen (2015)). Daarna neemt het aantal mensen dat mantelzorg verleent af met de leeftijd. In de leeftijdscategorie 75-plussers verleent nog 11,1% mantelzorg. In de leeftijdscategorieën 16 tot en met 19 jaar en 20 tot en met 29 jaar verlenen relatief de minste mensen mantelzorg, respectievelijk 2,1 en 3,8%.

Mantelzorgers naar opleidingsniveau 2021

Sla de grafiek Mantelzorgers naar geslacht, leeftijd en opleiding 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: CBS-Gezondheidenquête

  • Laag onderwijsniveau = basisonderwijs, vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), eerste 3 leerjaren van havo Hoger algemeen voortgezet onderwijs (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)/vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) of de assistentenopleiding (mbo Middelbaar beroepsonderwijs (Middelbaar beroepsonderwijs)-1).
  • Middelbaar onderwijsniveau = bovenbouw van havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
  • Hoog onderwijsniveau = hbo Hoger beroepsonderwijs (Hoger beroepsonderwijs) of wo Wetenschappelijk Onderwijs (Wetenschappelijk Onderwijs).
  • Zie hier de toelichting op de analyse van opleidingsniveaus.
  • De dataverzameling van de Gezondheidsenquête was in 2021 verstoord door de COVID-19-pandemie. Ook hebben de pandemie en de bijbehorende maatregelen mogelijk de gezondheid van de respondenten beïnvloed. Zie de verantwoording voor meer informatie.

Geen opleidingsverschillen in verlenen mantelzorg

De grafiek presenteert zelfgerapporteerde cijfers over het verlenen van mantelzorg naar opleiding van 2021. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is voor minimaal 3 maanden of minimaal 8 uur per week. De verschillen zijn statistisch getoetst een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil (een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil ). Uit deze toetsing blijken geen significante verschillen tussen opleidingsniveaus.


Mantelzorgers naar herkomst 2019

Sla de grafiek Mantelzorgers naar herkomst 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: CBS-Gezondheidenquête

  • NL: Nederlandse achtergrond
  • W1: Westerse migratieachtergrond, 1e generatie
  • W2: Westerse migratieachtergrond, 2e generatie
  • NW1: Niet-westerse migratieachtergrond, 1e generatie
  • NW2: Niet-westerse migratieachtergrond, 2e generatie
  • Achterliggende cijfers op CBS-StatLine

Procentueel verlenen personen met een Nederlandse achtergrond vaker mantelzorg

In 2021 verleende 13,3% van de bevolking met een Nederlandse achtergrond mantelzorg. Dit percentage is hoger dan het percentage personen met een westerse migratieachtergrond (11,8%) en het percentage niet-westerse migratieachtergrond (7,1%) dat mantelzorg verleende. Van de personen met een westerse migratieachtergrond gaf de tweede generatie ruim twee keer vaker aan mantelzorg te verlenen (16,1%) als de eerste generatie (6,7%). Bij personen met een niet-westerse migratieachtergrond was minder verschil tussen eerste (6,7%) en tweede generatie (8,1%) in het geven van mantelzorg. Een verklaring voor het feit dat meer personen zonder migratieachtergrond mantelzorg verlenen dan personen met een migratieachtergrond zou kunnen zijn dat de netwerken van niet-westerse migranten anders zijn samengesteld. Niet-westerse migranten zijn bijvoorbeeld gemiddeld jonger dan Nederlanders en hebben minder vaak een oude partner (De Klerk et al. 2015De Klerk, M., de Boer, A., Plaisier, I., Schyns, P., Kooiker, S., Informele hulp: wie doet er wat? - Kerncijfers, Den Haag (2015)).


Gezondheid en mantelzorg naar leeftijd 2016

Sla de grafiek Gezondheid en mantelzorg naar leeftijd 2016 over en ga naar de datatabel

Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016, GGD’en, CBS en RIVM 

  • EG: Ervaren gezondheid*
  • MG: Mentale gezondheid (betreft het percentage 'matig of hoog risico op angststoornis of depressie')*
  • Bep: Beperkingen*
  • CZ: Chronische ziekte*

*De verschillen in percentages voor de weergegeven leeftijdscategorie zijn statistisch significant (geen overlap in de 95% betrouwbaarheidsintervallen, hier niet weergegeven). 

Verlenen mantelzorg niet afhankelijk van gezondheid mantelzorger

Gezondheidsproblemen worden vaak geassocieerd met een verminderde participatie. Dit zien we echter niet duidelijk terug als we personen met en zonder gezondheidsproblemen vergelijken op het verlenen van mantelzorg. In 2016 verleenden volwassenen met een chronische ziekte zelfs vaker mantelzorg dan volwassenen zonder een chronische ziekte. Volwassenen die hun gezondheid als minder goed ervaren verlenen iets vaker mantelzorg dan volwassenen met een goed ervaren gezondheid. Als we ons richten op de groep 65-84 jarigen is er een duidelijkere relatie tussen gezondheidsproblemen en een verminderde participatie. Vooral de groep 65 plussers met een beperking verleent minder vaak mantelzorg dan de 65 plussers zonder beperkingen (Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016, GGD'en, CBS en RIVM).

Mantelzorg en gezondheid naar leeftijd 2016

Sla de grafiek Mantelzorg en gezondheid naar leeftijd 2016 over en ga naar de datatabel

Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016, GGD’en, CBS en RIVM 

  • EG: Ervaren gezondheid*
  • MG: Mentale gezondheid (betreft het percentage 'matig of hoog risico op angststoornis of depressie')*
  • Bep: Beperkingen*
  • CZ: Chronische ziekte*

​*De verschillen in percentages voor de weergegeven leeftijdscategorie zijn statistisch significant (geen overlap in de 95% betrouwbaarheidsintervallen, hier niet weergegeven). 

Mantelzorgers even gezond als niet-mantelzorgers 

Een verminderde participatie kan geassocieerd worden met gezondheidsproblemen. Vanuit dit perspectief vergelijken we mantelzorgers met personen die geen mantelzorg verlenen. De leeftijd van de mantelzorgers kan hierbij een rol spelen. De meeste mantelzorgers zijn ouder dan 45 jaar en gezondheidsproblemen nemen toe met een toenemende leeftijd. We zien echter weinig verschillen in de gezondheid tussen mantelzorgers en personen die geen mantelzorg verlenen (Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016, GGD'en, CBS en RIVM). Voor het verlenen van mantelzorg speelt een goede gezondheid een rol, maar deze lijkt minder belangrijk dan bij betaald werk of vrijwilligerswerk. De vraag naar zorg en de band met de hulpbehoevende bepalen of iemand mantelzorg geeft, evenals de morele verplichting om te zorgen. Als het nodig is, doen mensen het, voor zover de gezondheid het toelaat (Eysink et al. 2014Eysink, P. E. D., Harbers, M. M., Zantinge, E. M., Is gezond zijn een voorwaarde voor de participatie van ouderen? (2014)).

  • P.E.D. Eysink (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • B.E.P. Snijders (RIVM)
  • T. Hulshof, red. (RIVM)
  • C. Zomer (RIVM)
  • M.H.D. Plasmans (RIVM)